Plan: | Buitengebied Hardenberg, Kloosterstraat (1a) Sibculo |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0160.0000BP00124-VG01 |
De ontstaansgeschiedenis is nog duidelijk zichtbaar aan het landschap, de dorpen en de steden. Het buitengebied van de gemeente Hardenberg is onder te verdelen in oude en jonge ontginningsgebieden. Het Vechtdal snijdt midden door de gemeente. Ten noorden en ten zuiden daarvan liggen de jonge ontginningsgebieden. De gemeente Hardenberg wordt behalve door de Vecht doorsneden door twee andere kenmerkende lange lijnen; de Dedemsvaart en het Overijssels kanaal. Vormen en materiaal van de bebouwing worden bepaald door het landschap. De kernen zijn gegroeid uit de oude vestingen of langs de kanalen. Hardenberg en in mindere mate Dedemsvaart zijn regionale industrie- en winkelkernen.
Het plangebied ligt ten oosten van de kern Sibculo. In onderstaande afbeelding, die de historische kaart omstreeks 1900 bevat, is het plangebied met een gele contour weergegeven.
Afbeelding 2.1 Historische kaart omstreeks 1900 (bron: Bijkerk c.s.)
Het landschap wordt hier gekenmerkt door de kern Sibculo en het klooster Sibculo, die zijn verbonden door paden en wegen. De geomorfologische structuur van het landschap is leesbaar op deze kaart. De kern en het klooster liggen op een stuwwal. Het omliggende gebied is op bovenstaande kaart nog een 'woest' onontgonnen landschap, met aan de zuidoostzijde de Engbertsdijksvenen. De stuwwal is een dekzandrug welke is ontstaan in de laatste ijstijd. Deze geomorfologische ondergrond bepaalt in grote mate hoe het huidige landschap er uit ziet.
De stuwwal van Sibculo is al langer in gebruik. Bewoning was in die tijd alleen mogelijk op de hoge en droge delen. Ook de paden en wegen liggen op hoge en droge gronden zoals ook de Kloosterstraat die als lint de kernen Sibculo en Kloosterhaar, verder naar het oosten, met elkaar verbindt. Het gebied heeft een open karakter en zal voornamelijk bestaan hebben uit heide, veenmoeras en op de hoge koppen van eiken, berken en dennenbosjes.
De ontdekking van het kwalitatief goede zand van de stuwwal ten behoeve van allerlei toepassingen in de (wegen)bouw, heeft ertoe geleid dat er verschillende zandwinningen hebben plaatsgevonden in de omgeving van het plangebied. Deze zandafgravingen hebben een grote ruimtelijke invloed op het landschap. Waar eens zand lag, resteren na het beƫindigen van de afgravingen waterplassen.
Het plangebied zelf betreft een zandafgraving/zandwinningslocatie.
Afbeelding 2.2 Kaart landschapsstructuur (bron: Bijkerk c.s.)