direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Buitengebied 2007, zwembad en wellnesscentrum 't Walfort
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0197.BP00070-VG01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Op de locatie Dennenoord 2 in de gemeente Aalten ligt het zwembad 't Walfort. De exploitatie van het (binnen- en buiten) zwembad is per 1 januari 2013 middels een openbare aanbesteding overgedragen aan de Conegroup. Zij wensen, naast het uitvoeren van de maatschappelijke functie van het zwembad, ook een wellnesscentrum te realiseren op de locatie. Het is de bedoeling dat de bestaande bebouwing dan uitgebreid wordt ten behoeve van het wellnesscentrum. Daarbij zal ook de buitenruimte opnieuw ingericht worden. De gewenste activiteiten passen niet binnen de bestemmingsomschrijving van het geldende bestemmingsplan. De gewenste bouwvorm past wel binnen de geldende bouwregels. Om het gewenste gebruik planologisch goed te borgen, is een nieuw bestemmingsplan noodzakelijk.

1.2 Ligging plangebied

Het plangebied ligt in de gemeente Aalten (provincie Gelderland) op Dennenoord 2 tussen de kernen Aalten en Bredevoort, ten zuidoosten van de kruising N313 en N318. In figuur 1.1 is de ligging van het plangebied aangegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0197.BP00070-VG01_0001.jpg"

Figuur 1.1 Ligging plangebied

1.3 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 wordt de bestaande situatie en de gewenste ontwikkeling beschreven. In hoofdstuk 3 is de gewenste ontwikkeling getoetst aan het provinciale en gemeentelijke beleidskader. De toetsing van de gewenste ontwikkeling aan de sectorale milieuaspecten is opgenomen in hoofdstuk 4. Hoofdstuk 5 gaat in op de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid van de gewenste ontwikkeling. Ten slotte is in hoofdstuk 6 een toelichting op de bestemmingsregeling opgenomen.

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

2.1 Bestaande situatie

Van oorsprong is zwembad 't Walfort een openluchtzwembad met zandbodem, dat in 1995 werd uitgebreid met een binnenbad. Het landschap van de gemeente Aalten biedt afwisselend akkerbouw, weilanden, bosgronden en vlakten. Veel weilanden en akkers zijn omzoomd door houtsingels. In de jaren 30 van de vorige eeuw is het zwembad in het kader van een werkgelegenheidsproject gerealiseerd. Het zwembad is uitgegraven, waarna van de vrijgekomen grond een wal is aangelegd. Op deze wal is een bos aangeplant. In figuur 2.1 is een vogelvluchtfoto van de locatie opgenomen.

Het huidige eigendom van de grond van zwembad 't Walfort ligt bij de gemeente Aalten. Hierop is een recht van erfpacht en opstal gevestigd ten gunste van de Cone Aalten B.V. Het bestaande zwembad bestaat uit:

  • een wedstrijdbad van 25x12,5 m met beweegbare bodem;
  • een recreatiedeel van circa 150 m2 met twee kleine bassins, een peuterbad en een glijbaan met uitzwembassin, een stoombad en zonnebank;
  • een natuur buitenbadfaciliteit met zandbodem en strand- en ligweide, met een totale oppervlakte van circa 7.400 m2;
  • entree, kassafaciliteiten en horecavoorziening;
  • kleed-/doucheruimten en (kelder)ruimten voor technische installaties.

De totale bestaande bebouwing van het zwembad bedraagt circa 1.800 m2.

Het zwembad wordt gebruikt voor recreatief en banen zwemmen, voor zwemlessen (zoals aquafitness, baby- en peuterzwemmen, 'gewoon' zwemles voor particulier en scholen) en gebruik door verenigingen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0197.BP00070-VG01_0002.jpg"

Figuur 2.1 Vogelvluchtfoto plangebied

2.2 Gewenste ontwikkeling

Het bestaande zwembad moet in twee fasen verbouwd worden tot een zwembad met wellnesscentrum. In figuur 2.2 is de situatieschets van de toekomstige situatie, fase 1 opgenomen. In fase 1 wordt het bestaande 25 m-bassin met bijbehorende (huidige) entree, kleed- en doucheruimten en technische ruimten primair ingezet voor de uitvoering van het door de gemeente vereiste maatschappelijke pakket (recreatief zwemmen, zwemlessen, groepslessen en verenigingen). Het 25 m-bassin zal bouwkundig en technisch worden gescheiden van het bestaande recreatiebad. Het bestaande bassin zal dusdanig worden ingericht dat het een moderne en aantrekkelijke uitstraling krijgt. Na de opsplitsing komt het bestaande recreatiebad als openbaar toegankelijke zwemvoorziening te vervallen. Het openluchtbad wordt voor 2/3 deel onderdeel van het wellnesscentrum (saunatuin) en 1/3 deel maakt onderdeel uit van de te realiseren parkeervoorziening van 't Walfort. De splitsing tussen het openbare en niet-openbare (wellness) deel wordt zo gerealiseerd, dat de geplande activiteiten zonder problemen naast elkaar kunnen plaatsvinden.

Het nieuwe wellnesscentrum zal bestaan uit de ruimte van het huidige recreatiebad, uitgebreid met een uit twee verdiepingen bestaande nieuwbouw (fase 2, zie figuur 2.3) met een bruto vloeroppervlak van 700 m2. Het beschikt over een eigen entree en kantoor-, horeca- en kleedfaciliteiten. Er wordt een diversiteit van spa/sauna- en wellnessfaciliteiten aangeboden. Vanuit het nieuw te bouwen deel (begane grond) ontstaat een directe verbinding c.q. relatie met de aan te leggen saunatuin en waterfaciliteiten. Het bestaande deel van de zonneweide (links van de huidige entree) wordt in een parkachtige entourage gebracht, waar buitensauna's, lig- en zitweiden, terrassen etc. worden ondergebracht. De zonneweide rechts van de huidige entree wordt omgevormd tot een gebied waarop de noodzakelijke parkeerplaatsen kunnen worden gerealiseerd. Het wellnesscentrum zal in de eindsituatie de volgende faciliteiten aanbieden:

  • binnenfaciliteiten (sauna-, stoom- en aromacabines, dompelbad, infrarood, zwemgelegenheid en relax-/stilteruimten);
  • buitenfaciliteiten (buitensauna, relaxruimten, terrassen, ontspanningstuin, buitenbad 32oC);
  • restaurant/lounge (250 m2) met relaxmogelijkheden en terras.

De noodzakelijke parkeerplaatsen worden aan de buitenzijde (rechts van de huidige entree) binnen de groene wal aangelegd. Deze wal wordt in de planontwikkeling niet aangetast.

afbeelding "i_NL.IMRO.0197.BP00070-VG01_0003.jpg"

Figuur 2.2 Situatieschets terrein (fase 1)

afbeelding "i_NL.IMRO.0197.BP00070-VG01_0004.png"

Figuur 2.3 Situatieschets hoofdgebouw (fase 2)

Hoofdstuk 3 Ruimtelijk beleid

In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op het voor dit plangebied relevante ruimtelijke beleid op rijks-, provinciaal en gemeentelijk niveau.

3.1 Rijksbeleid

Ladder voor duurzame verstedelijking (artikel 3.1.6 Bro)

Een zorgvuldige benutting van de beschikbare ruimte voor verschillende functies vraagt om een goede onderbouwing van nut en noodzaak van een nieuwe stedelijke ruimtevraag en een zorgvuldige ruimtelijke inpassing van de nieuwe ontwikkeling.


Overheden die nieuwe stedelijke ontwikkelingen mogelijk willen maken, moeten standaard een aantal stappen zetten die borgen dat tot een zorgvuldige ruimtelijke afweging en inpassing van die nieuwe ontwikkeling wordt gekomen. Bij de ladder dient voor een stedelijke ontwikkeling achtereenvolgens te worden aangetoond of er een actuele regionale behoefte is (trede 1), deze behoefte in bestaand stedelijk gebied kan worden opgevangen (trede 2) en of de locatie multimodaal is of kan worden ontsloten (trede 3).

De verbouwing van een bestaand zwembad naar wellnesscentrum is niet te typeren als nieuwe stedelijke ontwikkeling omdat het in dit geval gaat om de verbouwing van een bestaande functie in het buitengebied. Omdat vergelijkbare wellnessconcepten op relatief grote reisafstand liggen is er voldoende marktruimte voor wellness in de omgeving van Aalten. Dit is onderzocht in het kader van het bedrijfsplan. De huidige locatie is goed landschappelijk ingepast en wellnesscentra passen in het buitengebied. De locatie is goed bereikbaar met de auto, fiets en openbaar vervoer.

Conclusie

Het Rijksbeleid staat de ontwikkeling van zwembad naar wellnesscentrum niet in de weg.

3.2 Provinciaal beleid

Streekplan Gelderland 2005

Dit streekplan is er op gericht de verschillende functies in regionaal verband een zodanige plek te geven dat de ruimtelijke kwaliteiten worden versterkt en er zuinig en zorgvuldig met de ruimte wordt omgegaan. Om de afstemming met regionale ontwikkelingen te optimaliseren, is dit streekplan mede gebaseerd op regionale structuurvisies die zijn aangeleverd door de Gelderse regio's. De provincie wil sterker inzetten op regionale afstemming in ruimtelijke ontwikkeling. Daarom vraagt de provincie de samenwerkende overheden de diverse ruimtelijke opgaven in regionale plannen en programma's af te stemmen op de ruimtelijke structuur.

Een nieuwe extra functie van het zwembad is van dusdanig lokaal niveau, dat het geen belemmering vormt voor de uitvoering van het provinciaal beleid. In het Streekplan is geen visie opgenomen omtrent wellnessvoorzieningen.

Ruimtelijke Verordening Gelderland

In de Ruimtelijke Verordening Gelderland zijn geen regels opgenomen die de beoogde ontwikkeling van het zwembad beperken.

Omgevingsvisie Gelderland

De provincie Gelderland werkt op dit moment aan een Omgevingsvisie voor de gehele provincie. De omgevingsvisie vervangt het Streekplan Gelderland 2005, het Waterplan, het Milieubeleidsplan, het Verkeers- en vervoersplan en de Reconstructieplannen. Bestuurlijke en maatschappelijke organisaties en inwoners van Gelderland hebben van februari 2012 tot en met april 2013 hun visie gegeven op de opgaven waar Gelderland op uiteenlopende terreinen voor staat. Of er beleidswijzigingen van de provincie komen en of deze betrekking hebben op wellnessvoorzieningen is nog niet bekend.

Conclusie

De beoogde ontwikkeling is niet in strijd met het provinciale beleid.

3.3 Gemeentelijk beleid

Bestemmingsplan Buitengebied 2007

Het plangebied is opgenomen in het bestemmingsplan 'Buitengebied 2007' van de gemeente Aalten. Het perceel waarop zwembad 't Walfort is gelegen heeft de bestemming 'Sportvoorzieningen' met de subbestemming Zb (zwembad). De als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor de (buiten)sportbeoefening in de aangegeven subbestemming. Wat bebouwing betreft is een gezamenlijke maximale oppervlakte van 2.500 m2 toegestaan, een bouwhoogte van 9 m en een goothoogte van 6,5 m, dan wel een bouwhoogte van 6,5 m bij een plat dak. In figuur 3.1 is een uitsnede van de vigerende plankaart opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0197.BP00070-VG01_0005.png"

Figuur 3.1 Uitsnede vigerend bestemmingsplan

Conclusie

De beoogde ontwikkeling past niet binnen het vigerende bestemmingsplan.

Hoofdstuk 4 Omgevingsaspecten

Uitgangspunt is dat na realisatie van het project, een goede omgevingssituatie gewaarborgd blijft. Dit hoofdstuk geeft in relatie tot de gewenste ontwikkeling een omschrijving van de volgende omgevingsaspecten; milieuhinder, geluid, bodem, water, ecologie, archeologie, luchtkwaliteit en externe veiligheid.

4.1 Bedrijven en milieuzonering

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is ruimtelijke afstemming tussen bedrijfsactiviteiten, voorzieningen en woningen noodzakelijk. Bij deze afstemming wordt gebruik gemaakt van de richtafstanden uit de basiszoneringslijst van de VNG-brochure 'Bedrijven en milieuzonering' (2009).

Op basis van deze brochure geldt voor een sauna/badhuis een minimale afstandsnorm (in verband met geluid) van 30 m ten opzichte van gevoelige functies (woningen). De afstand tussen de bebouwing voor het wellnesscentrum en omliggende woningen is ruim groter dan 30 m.

De toevoeging van het wellnesscentrum levert daarom geen significante knelpunten op. Het project is op dit punt uitvoerbaar.

4.2 Wegverkeerslawaai

In de Wet geluidhinder (Wgh) staat dat een weg aan weerszijden een zone heeft. Bij het vaststellen van een bestemmingsplan dat betrekking heeft op geluidsgevoelige bestemmingen binnen die zone, moeten de voor die bestemmingen hoogst toelaatbare geluidswaarden in acht worden genomen.

De gemeente Aalten heeft getoetst wat voor de woningen binnen de zone van de relevante wegen de gevolgen zijn van de verkeersaantrekkende werking. Daaruit blijkt dat bij geen van de omliggende woningen de hoogst toelaatbare geluidswaarde (in dit geval de voorkeursgrenswaarde) wordt overschreden.

4.3 Verkeer en parkeren

Het wellnesscentrum zal extra verkeer genereren. De verwachte verkeersgeneratie is berekend aan de hand van publicatie 317 (CROW). Uitgaande van weinig stedelijk gebied en een ligging in het buitengebied, bedraagt het kencijfer 11,4 mvt/etmaal per 100 m2 bvo. Het wellnesscentrum krijgt een oppervlakte van 700 m2, dit resulteert in circa 80 mvt/etmaal. Dit extra verkeer zal afgewikkeld worden over de Dennenoord, de Walfortlaan, de N318/ Bredevoortsestraatweg en vervolgens verder op de N313 Hamelandroute, dit zal niet tot problemen in de verkeersafwikkeling leiden.

De initiatiefnemer mikt op 100.000 wellnessbezoekers. Als ervan uitgegaan wordt dat hiervan 80% met de auto komt en dat er gemiddeld sprake is van twee inzittenden per auto en 2% vrachtverkeer, komt dit neer op circa 225 mvt/etmaal. Ook dit aantal kan de bestaande wegenstructuur om t Walfort verwerken.

Op basis van plannen van de initiatiefnemer is de parkeerbehoefte berekend. In de bestaande situatie zijn er 73 parkeerplaatsen aanwezig. Voor de huidige situatie zouden 87 parkeerplaatsen nodig zijn. Het zwembad wordt in 2 fasen verbouwd (zie paragraaf 2.2.). In fase 2 zijn 195 parkeerplaatsen nodig. In de eindsituatie dienen dus (195 min 73) nog 122 parkeerplaatsen gerealiseerd te worden. Deze extra parkeerplaatsen moeten op het eigen terrein gerealiseerd worden. In artikel 4.3 van de regels is een flexibele regeling opgenomen die zorgdraagt dat er, bij functiewijziging van delen van het bestaande gebouw en nieuwbouw, voldoende parkeerplaatsen beschikbaar zijn om parkeeroverlast in de hand te kunnen houden.

Het project is op dit punt uitvoerbaar.

4.4 Bodem

Het uitgangspunt wat betreft de bodem in het projectgebied is dat de kwaliteit ervan zodanig dient te zijn, dat er geen risico's voor de volksgezondheid ontstaan.

Het project betreft de realisatie van een wellnesscentrum en bijbehorende extra parkeerterrein. Dit wellnesscentrum wordt gerealiseerd tegen het bestaande zwembad aan. In de huidige situatie bestaat dit reeds uit de functie recreatie, van een functiewijziging is derhalve geen sprake. Voor de realisatie van het wellnesscentrum is geen functiewijziging noodzakelijk. Er zijn geen milieubelastende functies uit het verleden bekend. Het project is op dit punt uitvoerbaar.

4.5 Water

Waterschap Rijn en IJssel heeft een watertoetstabel ontwikkeld waarmee met een aantal vragen in beeld te brengen is welke wateraspecten relevant zijn en met welke intensiteit het watertoetsproces doorlopen dient te worden. In tabel 4.1 is de watertoetstabel ingevuld voor de gewenste ontwikkeling. Gelet op de uitkomst van de vragen, is een verkorte watertoets voldoende.

Tabel 4.1 Watertoetstabel

afbeelding "i_NL.IMRO.0197.BP00070-VG01_0006.png"

Watertoets

De ontwikkeling wordt gerealiseerd binnen het beheersgebied van het Waterschap Rijn en IJssel. De ontwikkeling voorziet in extra verharding. Een toename in het verharde oppervlak resulteert in een versnelde afvoer van hemelwater. Als dit hemelwater niet vertraagd wordt afgevoerd wordt het watersysteem zwaarder belast en het waterbezwaar naar benedenstroomse gebieden afgewenteld. Ook is er geen aanvulling van het grondwater. Uitgangspunt is dat (nieuwe) ontwikkelingen minimaal hydrologisch neutraal zijn of een verbetering ten opzichte van de huidige situatie.

Door de ontwikkelingen in het plangebied kan het verhard oppervlak toenemen met (maximaal) 3.200 m2. Het is mogelijk om ook verhard oppervlak af te koppelen van het rioolstelsel zodat de kans op wateroverlast door toekomstige regenbuien wordt verminderd. De totale hoeveelheid verharding bedraagt nu circa 2500 m2. Om wateroverlast te voorkomen wordt het hemelwater niet afgevoerd naar het rioolstelsel maar volgens de trits vasthouden - bergen – afvoeren behandeld. Het hemelwater wordt ter plaatse geïnfiltreerd/geborgen in de ruime zwemvijver.

Nieuwe ontwikkelingen mogen geen verslechtering van de oppervlaktewaterkwaliteit tot gevolg hebben. Vanuit het plangebied wordt hemelwater vanaf het dak en de parkeerplaats via een grondpassage geloosd op het oppervlaktewatersysteem (de bestaande zwemvijver). Alleen saunagangers maken in de toekomst gebruik van dit water.

Het plan voorziet verder niet in ontwikkelingen die nadelige gevolgen hebben voor de waterkwaliteit. Er zijn verder geen waterschapsbelangen. Het project is op dit punt uitvoerbaar.

4.6 Ecologie

Bij ruimtelijke ontwikkelingen dient rekening gehouden te worden met eventuele ecologische waarden in of nabij het plangebied. Op dit aspect zijn een tweetal wetten van toepassing, namelijk gebiedsbescherming in de Natuurbeschermingswet 1998 en soortenbescherming middels de Flora- en Faunawet.

Gebiedsbescherming

De bescherming van Natura 2000-gebieden en Beschermde Natuurmonumenten is geregeld in de Natuurbeschermingswet 1998. Indien ontwikkelingen (mogelijk) leiden tot negatieve effecten op de natuurwaarden binnen deze gebieden, dient een vergunning te worden aangevraagd. Daarnaast moet rekening worden gehouden met het provinciaal beleid ten aanzien van de Ecologisch Hoofdstructuur (EHS).

Het projectgebied ligt niet in een Natura 2000-gebied of EHS-gebied. Om het terrein ligt wel een beboste wal. Het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied betreft het gebied Bekendelle en ligt op circa 6 km afstand van de ontwikkeling. Op iets grotere afstand liggen ook de Natura 2000-gebieden Korenburgerveen en Wooldse Veen. Deze gebieden zijn gevoelig voor stikstofdepositie.

Dit project betreft de realisatie van een wellnesscentrum en de vergroting van het bestaande parkeerterrein. Dit wellnesscentrum gaat onderdeel uitmaken van het bestaande zwembad 't Walfort. De beboste wal en de voormalige zwemvijvers worden hiervoor niet aangetast.

De ontwikkeling heeft slechts een zeer geringe verkeergeneratie van 80 mvt/etmaal tot gevolg. Dit verkeer verdeeld zich in alle windrichtingen over de provinciale wegen. De zeer geringe toename op de wegvakken langs de Natura 2000-gebieden (< 18 mvt/etmaal) leidt niet tot een waarneembare toename van de stikstofdepositie in deze gebieden. Verzuring/vermesting kan dan ook uitgesloten worden. Omdat het plangebied op relatief grote afstand van de Natura 2000-gebieden ligt, kunnen directe effecten zoals areaalverlies, versnippering, verstoring en verandering van waterhuishouding worden uitgesloten. Het project is daarom niet in strijd met de Natuurbeschermingswet. Het project wordt op dit punt uitvoerbaar geacht.

Soortenbescherming

Op grond van de Flora- en faunawet (Ffw) geldt een algemeen verbod voor het verstoren en vernietigen van beschermde plantensoorten, beschermde diersoorten en hun vaste rust- of verblijfplaatsen. Onder voorwaarden is ontheffing van deze verbodsbepalingen mogelijk. Voor soorten die vermeld staan op Bijlage IV van de Habitatrichtlijn en een aantal Rode-Lijst-soorten zijn deze voorwaarden zeer streng. Het projectgebied betreft een bestaand zwembad inclusief buitenbaden (natuurbad). Op dit perceel wordt het wellnesscentrum gerealiseerd inclusief sauna eilanden. Tevens wordt de capaciteit van het parkeerterrein vergroot.

Ter plaatse zijn naar verwachting licht beschermde zoogdieren (mol, gewone bosspitsmuis, dwergspitsmuis, huisspitsmuis, bosmuis, rosse woelmuis, bunzing, haas en konijn ) en amfibieën (middelste groene kikker, bruine kikker, gewone pad en kleine watersalamander ) aanwezig. Voor deze tabel 1-soorten van de Ffw geldt een vrijstelling van de verbodsbepalingen van de Ffw.

De kap van bomen kan leiden tot aantasting van vaste verblijfplaatsen van vleermuizen en broedvogels. De verwachting is dat voor de ontwikkeling geen bomen gekapt hoeven te worden. Indien dit wel noodzakelijk zal zijn, dient nader onderzoek plaats te vinden. Indien deze soorten aanwezig zijn, zullen maatregelen (zoals alternatieve nestplaatsen aanbieden) moeten worden getroffen om overtreding van de Ffw te voorkomen. In het plangebied is hiervoor voldoende ruimte.

Tijdens de werkzaamheden dient rekening te worden gehouden met het broedseizoen. Verstoring van broedende vogels is verboden. Overtreding van verbodsbepalingen ten aanzien van vogels wordt voorkomen door de werkzaamheden buiten het broedseizoen uit te voeren. In het kader van de Ffw wordt geen standaardperiode gehanteerd voor het broedseizoen. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. Indien de werkzaamheden uitgevoerd worden op het moment dat er geen broedgevallen (meer) aanwezig zijn, is overtreding van de wet niet aan de orde. De meeste vogels broeden overigens tussen 15 maart en 15 juli (bron: website vogelbescherming).

Ter bescherming van ecologische waarden in natuurelementen zoals bos, vijver en oevergewas, is voor het uitvoeren van werk(zaamhed)en, of van werkzaamheden een omgevingsvergunning noodzakelijk. Een dergelijke omgevingsvergunning wordt alleen verleend als blijkt dat ecologische waarden niet onevenredig worden aangetast.

Het project wordt op dit punt uitvoerbaar geacht.

4.7 Archeologie

Op 16 februari 2010 heeft de gemeenteraad van Aalten de Cultuurhistorische inventarisatie, waarden-, verwachtingen- en maatregelenkaart als basis voor het archeologiebeleid van de gemeente Aalten vastgesteld. Op de maatregelenkaart is het plangebied aangewezen als gebied met een lage archeologische verwachtingswaarden. Archeologisch onderzoek is niet noodzakelijk voor bodemingrepen kleiner dan 5.000 m2 en dieper dan 50 cm.

Met deze omgevingsvergunning worden kleinschalige nieuwe bodemingrepen voorgesteld. De ontwikkeling blijft beperkt tot de realisatie van een wellnesscentrum inclusief de vergroting van het bestaande parkeerterrein. In totaal mag op de locatie op dit moment al 2.500 m2 bebouwing gerealiseerd worden. Hiermee blijft de ontwikkeling onder de grenswaarde voor archeologisch onderzoek.

Vanuit het aspect archeologie bestaan geen belemmeringen voor de uitvoering van de ontwikkeling. Mochten er bij de werkzaamheden losse sporen en/of vondsten worden aangetroffen, dan geldt op grond van artikel 53 van de Monumentenwet een meldingsplicht bij het bevoegd gezag.

4.8 Luchtkwaliteit

In de Wet milieubeheer zijn de grenswaarden op het gebied van de luchtkwaliteit vastgelegd. Daarbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk met name de grenswaarden voor stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10) van belang.

Met behulp van de nibm-tool is bepaald of de ontwikkeling in betekenende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit. Uit deze nibm-tool blijkt dat het project onder de 3% van de grenswaarden uit de Wet milieubeheer blijft, en daarmee niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit. Een afbeelding van de ingevulde nibm-tool is weergegeven in afbeelding 4.7.

Het project is voor wat betreft het aspect luchtkwaliteit uitvoerbaar.

afbeelding "i_NL.IMRO.0197.BP00070-VG01_0007.png"

Figuur 4.1 Nibm-tool

4.9 Externe veiligheid

Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's voor de omgeving bij gebruik, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen als vuurwerk, lpg en munitie over weg, water en spoor en door buisleidingen.

Volgens de professionele risicokaart blijkt dat er in de omgeving sprake is van 3 risicobronnen, dit betreffen de chloorbleekopslag van het zwembad, de Provincialeweg N318 en de hogedruk aardgasleiding N-569-03 .

Voor de chloorbleekloogopslag van het zwembad geldt dat dit onderdeel uitmaakt van dezelfde inrichting als waaronder het wellnesscentrum valt. Nadere toetsing is derhalve niet noodzakelijk.

De hogedruk aardgasleiding beschikt over een effectafstand van 100 m. De ontwikkeling ligt op meer dan 100 m van deze hogedruk aardgasleiding. Derhalve vormt deze bron geen belemmering voor de ontwikkeling.

Over de provinciale weg N318 van Varsseveld naar Winterswijk worden gevaarlijke stoffen vervoerd. Het invloedsgebied van deze transportroute ligt over het projectgebied. Het groepsrisico bedraagt in de huidige situatie 0,1 tot maximaal 0,3 maal de oriëntatiewaarde. Het maatgevende ongevalsscenario betreft het BLEVE-scenario ten gevolge van GF3 transporten. De ontwikkeling zorgt voor extra personen binnen het invloedsgebied. Deze toename is echter dermate gering dat het groepsrisico ook in de toekomstige situatie de oriëntatiewaarde niet zal overschrijden.

Een verantwoording van het groepsrisico wordt daarom niet noodzakelijk geacht. Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor dit project.

Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid

5.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Inspraak

De plannen voor een wellnesscentrum bij zwembad 't Walfort hebben vanaf 6 september 2013 gedurende twee weken ter inzage gelegen. Ook is er een inloopavond georganiseerd. Er zijn drie schriftelijke reacties ingediend. Deze reacties leiden indirect tot een wijziging van de parkeersituatie aan de Dennenoord. Het leidt niet tot een aanpassing van de plannen van de initiatiefnemer.

Vooroverleg

Het bestemmingsplan 'Buitengebied Aalten, 2007, zwembad en wellnesscentrum 't Walfort' wordt in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening toegezonden aan de provincie Gelderland en het Waterschap Rijn en IJssel.

Zienswijzen

Het ontwerp van het bestemmingsplan Buitengebied Aalten 2007, zwembad en wellnesscentrum ’t Walfort heeft met ingang van vrijdag 20 december 2013 gedurende een termijn van zes weken ter inzage gelegen in het gemeentekantoor, locatie Stationsstraat 8 in Aalten. De laatste dag van terinzagelegging was donderdag 30 januari 2014. Iedereen heeft in deze periode het plan ook kunnen raadplegen via de website www.aalten.nl en www.ruimtelijkeplannen.nl. Op de website is ook vermeld op welke wijze de planbestanden konden worden verkregen. Tijdens deze termijn van tervisielegging is gelegenheid geboden om mondeling of schriftelijk zienswijzen over het plan in te dienen bij de gemeenteraad. Er zijn drie zienswijzen ingediend.Deze zienswijzen hebben niet geleid tot aanpassing van het ontwerpbestemmingsplan. Een samenvatting van de zienswijzen en de bijhorende beantwoording is opgenomen in de zienswijzennota (zie Bijlage 1).

5.2 Economische uitvoerbaarheid

Door middel van de grondexploitatieregeling beschikken gemeenten over mogelijkheden voor het verhalen van kosten, bijvoorbeeld voor het bouw- en woonrijp maken en kosten voor de ruimtelijke procedure. Indien er sprake is van bepaalde bouwplannen, dient de gemeente hiervoor in beginsel een exploitatieplan op te stellen. In dit geval is geen sprake van een bouwplan in de zin van het Besluit ruimtelijke ordening. Het vaststellen van een exploitatieplan is daarom niet noodzakelijk.

Dit project betreft een particulier initiatief, waarmee de gemeente geen directe financiële bemoeienis heeft. De kosten voor de uitvoering van het project zijn voor rekening van de aanvrager. De procedurekosten worden verhaald op de aanvrager, deels via leges. Planschaderisico is door middel van een overeenkomst met de aanvrager gedekt.

Hiermee is het relevante kostenverhaal verzekerd en is het project economisch uitvoerbaar.

Hoofdstuk 6 Juridische planbeschrijving

6.1 Algemeen

De Wet ruimtelijke ordening (Wro) bepaalt dat ruimtelijke plannen digitaal en analoog beschikbaar moeten zijn. Dit brengt met zich mee dat bestemmingsplannen digitaal uitwisselbaar en op vergelijkbare wijze moeten worden gepresenteerd. Met het oog hierop stellen de Wro en de onderliggende regelgeving eisen waaraan digitale en analoge plannen moeten voldoen. Zo bevat de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) bindende afspraken waarmee bij het maken van bestemmingsplannen rekening moet worden gehouden. De SVBP kent (onder meer) hoofdgroepen van bestemmingen, een lijst met functie- en bouwaanduidingen, gebiedsaanduidingen en een verplichte opbouw van de planregels en het renvooi.

Op de verbeelding zijn alle functies zodanig bestemd dat het mogelijk is om met behulp van het renvooi direct te zien welke bestemmingen aan de gronden binnen het plangebied zijn gegeven en welke regels daarbij horen. Uitgangspunt daarbij is dat de verbeelding zoveel mogelijk informatie geeft over de in acht te nemen maten en volumes. De regels geven duidelijkheid over de bestemmingsomschrijving, de bouwregels en de specifieke gebruiksregels. In de regels zijn eventuele aanlegregels, uitwerkingsregels, nadere eisen, ontheffing- en wijzigingsbevoegdheden opgenomen.

Het bestemmingsplan is opgesteld conform de wettelijke RO Standaarden 2012 (SVBP2012, IMRO2012 en STRI2012), inclusief de voor dit instrument relevante Praktijkrichtlijnen (PRBP2012).

6.2 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In dit artikel worden de begrippen gedefinieerd, die in de regels worden gehanteerd voor zover deze begrippen van het 'normale' spraakgebruik afwijken of een specifiek juridische betekenis hebben. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan zal moeten worden uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende begrippen toegekende betekenis.

Artikel 2 Wijze van meten

Het onderhavige artikel geeft aan hoe hoogte- en andere maten die bij het bouwen in acht genomen dienen te worden, gemeten moeten worden.

6.3 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bos

Ter bescherming van het bestaande bos rondom het zwembad, is de bestemming Bos opgenomen. Ter plaatse geldt dat een omgevingsvergunning is vereist voor werken en werkzaamheden die de ecologische, cultuurhistorische of landschappelijke waarden van het bos kunnen aantasten.

Artikel 4 Cultuur en Ontspanning

Aan het zwembad is de bestemming Cultuur en Ontspanning toegekend, met de aanduiding 'specifieke vorm van cultuur en ontspanning - zwembad en wellness'. Ter plaatse is een overdekt zwembad en wellnesscentrum toegestaan met zwemvijver, strand- en ligweides en ondersteunende horeca in horecacategorie 1 en 2. Bouwwerken dienen binnen het bouwvlak te worden gerealiseerd. In de bouwregels zijn specifieke regels met betrekking tot oppervlaktes en hoogtes opgenomen. Ter plaatse geldt dat een omgevingsvergunning is vereist voor werken en werkzaamheden die ecologische waarden kunnen aantasten.

6.4 Algemene regels

Anti-dubbeltelregeling

Dit artikel bevat een algemene regeling waarmee kan worden voorkomen dat er in feite meer wordt gebouwd dan het bestemmingsplan beoogd, bijvoorbeeld ingeval (onderdelen van) bouwvlakken van eigenaars verschillen.

Algemene bouwregels

Overschrijding bouwgrenzen

Om te voorkomen kleine ontwikkelingen leiden tot het volgen van aparte procedures, is in dit lid opgenomen dat voor bepaalde ontwikkelingen de bouwgrenzen overschreden mogen worden.

Algemene gebruiksregels

In de algemene gebruiksregels is een algemeen gebruiksverbod opgenomen waarin is geregeld dat gebruik in strijd met de bestemming niet is toegestaan, hieronder wordt in ieder geval verstaan het gebruik als seksinrichting, escortbedrijf, sekswinkel, smartshop en coffeeshop; of het gebruik als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval.

Algemene afwijkingsregels

Grenzen en aanduidingen

In dit artikel wordt aangegeven in hoeverre afgeweken kan worden voor geringe afwijkingen van de bouwregels (maatvoering), voor zover al niet elders in de planregels in afwijkingen is voorzien.

Nutsvoorzieningen

Met dit artikel is geregeld dat afwijking kan worden verleend voor de bouw van een nutsvoorziening tot 50 m2 en 3 m hoogte.

Overige regels

Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening

Met deze regeling wordt vastgelegd welke regels uit de bouwverordening aanvullend op de regels van dit bestemmingsplan van toepassing zijn.

Werking wettelijke regelingen

Met dit artikel wordt geregeld dat de wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, de regelingen betreffen zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.

6.5 Overgangsrecht en slotregels

Overgangsregels

Overgangsrecht bouwwerken

Uitbreiding van de bebouwing die onder het overgangsrecht valt is slechts mogelijk met afwijking van het bevoegd gezag.

Overgangsrecht gebruik

Dit betreft de overgangsbepaling met betrekking tot gebruik van onbebouwde gronden en bouwwerken voor zover dat gebruik afwijkt van het bestemmingsplan op het moment dat dit rechtskracht verkrijgt.

Slotregel

Dit artikel geeft aan onder welke naam dit plan kan worden aangehaald.