Plan: | Bennebroek 2016, geconsolideerd |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0377.BE2016-VG03 |
Een bedrijfsmatige activiteit voorkomend in milieucategorie 1 of 2, dan wel een naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woonhuis, met behoud van de woonfunctie door de hoofdbewoner en eventueel personeel kan worden uitgeoefend, zoals een kapsalon of schoonheidssalon; evenwel met uitzondering van een seksinrichting.
Een dienstverlenend beroep, dat door de hoofdbewoner in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en waarbij de ruimtelijke uitstraling met de woonfunctie in overeenstemming is, zoals arts, notaris of advocaat; evenwel met uitzondering van prostitutie.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Een woning die onderdeel uitmaakt van minimaal drie aaneen gebouwde woningen.
de lijn waarin de achtergevel is gelegen, alsmede het verlengde daarvan.
de achterste grens van een bouwvlak, gezien vanaf de weg waarop het hoofdgebouw is georiënteerd, danwel indien er geen sprake is van een bouwvlak, de denkbeeldige lijn die wordt getrokken langs de achtergevel van het hoofdgebouw, zonder bijbehorende bouwwerken.
een bedrijf dat uitsluitend gericht is op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren.
de aan een gebied toegekende waarde gebaseerd op de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit oude tijden.
Een al dan niet permanent geïnstalleerde inrichting ter voortbeweging van personen, die bestemd is voor vermaak of ontspanning en die aangedreven wordt door een niet-menselijke energiebron.
Op de verdieping gelegen buitenruimte, bevestigd aan of uitstekend uit de buitenmuur van een gebouw en voorzien van een balustrade of borstwering.
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Een aangegeven percentage, dat de grootte van het bouwvlak en/of bouwperceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in de regels anders is bepaald.
Kleinschalige overnachtingaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt. Een bed & breakfast is een aan het wonen ondergeschikte functie, gevestigd in een woonhuis of bijhuis en wordt gerund door de eigenaren van het betreffende huis.
Een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen.
Het totale vloeroppervlak van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan huis verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.
Eén woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor één huishouden, wiens huisvesting ter plaatse, gelet op de bestemming van het gebouw of terrein, noodzakelijk is.
Een rioolstelsel/bassin dat bijvoorbeeld bij langdurige neerslag het regenwater opslaat als de huidige riolering het niet aan kan.
Bijbehorend bouwwerk in de vorm van bergruimte bij een woning die bedoeld is voor het stallen van fietsen of motorvoertuigen, alsmede als opslagplaats ten behoeve van huishoudelijk gebruik;
De grens van een bestemmingsvlak.
De geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0377.BE2016-VG01 met de bijbehorende regels.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming. Indien en voor zover twee bestemmingsvlakken middels de figuur 'relatie' met elkaar zijn verbonden worden deze aangemerkt als één bestemmingsvlak.
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
De grens van een bouwvlak.
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke hoogte of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen binnenwerks is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van zolder en kelder.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
Een grens van een bouwperceel.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
Een historisch (land)huis met bijbehorende bouwwerken, dat samen met eventuele bijbehorende bouwwerken één geheel vormt met de omliggende tuinen of parkaanleg.
Een bouwwerk dat, voorzien van een dak en ten hoogste twee wanden, door zijn plaatsing, indeling en inrichting uitsluitend bestemd is voor het stallen van motorvoertuigen.
de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied.
verblijf buitenshuis voor recreatieve doeleinden dat hoofdzakelijk plaatsvindt tussen zonsopgang en zonsondergang, zonder overnachting.
Een constructie ter vergroting van een gebouw, welke zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst.
Een buitenruimte op het platte dak van een gebouw of gebouwdeel, voorzien van een balustrade of een borstwering.
Eén hellend vlak in een dak.
Bedrijfsmatige verkoop van goederen aan particulieren, waaronder begrepen de opslag, uitstalling, verkoop en levering ter plaatse van goederen, alsmede vergelijkbare bedrijfsmatige persoonlijke dienstverlening.
Bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en/of maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen banken, kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio’s, sportscholen en naar aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen; evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting.
Het bedrijfsmatig diensten aanbieden, waarbij het publiek rechtstreeks via een balie te woord wordt gestaan en geholpen: een belwinkel en internetcafé worden hier onder ook begrepen.
Een gevel, waarin geen of slechts bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, een en ander zoals bedoeld in artikel 1b lid van de Wet geluidhinder.
Veelal lijnvormige al dan niet gegraven en meestal vrij stromende waterloop, welke wordt gevoed door drangwater vanuit de duinen.
De aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de betrekkingen tussen levende organismen onderling en hun omgeving.
De bouwlaag op de begane grond van een hoofdgebouw, niet zijnde een souterrain of kelder.
De tweede bouwlaag van een hoofdgebouw.
Op de begane grond gelegen woning met tenminste één zijgevel waarnaast een zijtuin of een openbaar gebied is gelegen, niet zijnde een twee-aaneengesloten woning.
Gebied ten behoeve van erfbebouwing.
Functioneel met een hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en door zijn ligging, constructie en afmetingen daaraan ondergeschikt, op de grond staande gebouwen of andere overdekte bouwwerken.
Een ondergeschikte uitbouw aan de voor of zijkant van de woning die strekt ter vergroting van het woongenot. Een erker is aan drie zijden geheel of gedeeltelijk voorzien van glas.
Het bedrijfsmatig, of in een omvang alsof die bedrijfsmatig is, prostitutie aanbieden door een natuurlijke persoon of rechtspersoon, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend, zoals escortservices en bemiddelingsbureaus.
Een één of meerdaagse voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak, of een betoging, samenkomst of vergadering als bedoeld in de Wet openbare manifestaties.
Die vormen van recreatie welke in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen, paardrijden, (water)fietsen en kanoën.
Doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan, is toegestaan.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder, rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld.
Een woning in een gebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat al dan niet met daarbij behorende bergingen waarbij per woning een zelfstandige toegankelijkheid, al dan niet direct vanaf het voetgangersniveau, gewaarborgd is.
Verharding met een waterdoorlatende oppervlaktestructuur, zoals kiezel, grind, schelpen en/of gemalen baksteen alsmede vergelijkbare losse materialen.
Een gebouw dat op een bouwperceel door zijn architectonische verschijningsvorm en functie als het belangrijkste gebouw valt aan te merken.
Bouwwerk ten behoeve van het opslaan van hooi, dan wel een voormalig bouwwerk ten behoeve van de opslag van hooi welke de functie van bijgebouw heeft verkregen;
Het bedrijfsmatig bereiden en verstrekken van maaltijden of etenswaren voor directe consumptie en schenken van drank, al dan niet in samenhang met het bedrijfsmatig verstrekken van logies of exploiteren van een dansgelegenheid.
Een zorginstelling, waarbij de cliënten overnachten in de instelling waar ze de zorg krijgen.
Het bewonen van een woonruimte die deel uitmaakt van een woning die door een ander huishouden in gebruik is genomen, met dien verstande dat dit slechts toegestaan is in het hoofdgebouw, dan wel in met het hoofdgebouw gebonden bijbehorende bouwwerken en waarbij woningsplitsing en/of kamerbewoning niet toegestaan is.
Het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
Gebouw waarvan de wanden en het dak voornamelijk bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal en dienend voor de productie van gewassen onder geconditioneerde klimaatomstandigheden, zoals het kweken, trekken, vermeerderen, opkweken, of verzorgen van vruchten, bloemen, groenten, planten of bomen, alsmede in voorkomende gevallen tot bescherming van de omgeving tegen milieubelastende stoffen.
Gronden die bij elkaar horen, omdat zij aan elkaar grenzen en in het gebruik een eenheid vormen doordat zij uitsluitend bij dezelfde woning behoren.
De grens van een kavel.
Een ruimte in een gebouw die nagenoeg geheel onder het maaiveld of ondergronds is gelegen (hieronder wordt geen souterrain verstaan).
Een bedrijf dat overwegend of uitsluitend is gericht op het in de volle grond kweken van sierteeltgewassen (bomen, heesters, planten of bloemen).
Een ruimtelijke eenheid die als zodanig is ontwikkeld en die als bedrijfsvorm – gericht op instandhouding en verdere ontwikkeling – wordt beheerd. Hierbij is sprake van een of meer grondgebruikvormen, functies en/of waarden, zoals landbouw, bosbouw, wonen, recreatie, natuur, landschap en cultuurhistorie.
De aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, dat wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van niet levende en levende natuur.
De gemiddelde hoogte van het terrein, grenzende aan het bouwwerk, op het tijdstip van het van kracht worden van het bestemmingsplan.
Commerciële en niet-commerciële educatieve, sociale, medische, culturele, religieuze en levensbeschouwelijke voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening alsmede soortgelijke voorzieningen, of een combinatie daarvan, alsook ondersteunende horeca, detailhandel, sport en recreatieve voorzieningen ten dienste van deze voorzieningen.
Een als zodanig aangegeven aanduiding ten behoeve van het indelen van een bouwvlak of bestemmingsvlak, met het oog op een verschil in maatvoering en/of gebruik.
De aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang.
Werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden en bouwwerken, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering van de bestemming.
Een (gedeelte van) een bouwwerk, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen beneden peil.
Beperkte op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen vanuit een bedrijf, waarbij het gaat om detailhandel dat niet zelfstandig functioneert, maar als een ondergeschikte aanvulling en ondersteuning van de bedrijfsfunctie dient.
Een horecavoorziening binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan horeca is, maar waar bezoekers van de hoofdfunctie ter plaatse drank en etenswaren kunnen nuttigen.
Een bouwwerk omsloten door maximaal twee wanden en voorzien van een gesloten dak.
Een buitenrijbaan ten behoeve van paardrijdactiviteiten, met een bodem van zand, hout, boomschors of ander materiaal om de bodem te verstevigen en al dan niet voorzien van een omheining.
Elke, al dan niet overdekte, stallingsgelegenheid ten behoeve van gemotoriseerd verkeer.
Een grenslijn tussen (bouw)percelen onderling.
Detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke stoffen en detailhandel in ABC-goederen (auto's, boten en caravans), tuincentra, bouwmarkten, grove bouwmaterialen, keukens en sanitair alsmede woninginrichting waaronder meubels, die vanwege de omvang en aard van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling (en uit dien hoofde niet binnen de aangewezen winkelconcentratiegebieden gevestigd kunnen worden);
Het gebruik van een recreatiewoning of een kampeermiddel als hoofdverblijf.
Het bestemmingsplan 'Bennebroek 2016' van de gemeente Bloemendaal.
Bedrijfsmatige verkoop van goederen aan particulieren die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding.
Het gebruik van vaarwegen met een recreatief doel.
Een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang als zij het bedrijfsmatig, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische- of pornografische aard plaatsvinden. Hieronder wordt tevens verstaan een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub, (raam)prostitutiebedrijf en een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
Een bedrijfsmatige activiteit gericht op het verrichten van seksuele handelingen en/of het verrichten van erotisch/pornografische vertoningen.
Een zelfstandige woning, die wordt verhuurd door een woningcorporatie en een rekenhuur heeft die niet hoger is dan de huurtoeslaggrens.
Een ruimte in een gebouw die gedeeltelijk onder het maaiveld of ondergronds is gelegen (hieronder wordt geen kelder verstaan).
Openbaar toegankelijke voorziening bestaande uit een of meer speeltoestellen en daarmee vergelijkbare bouwwerken, met de daarbij behorende voorzieningen.
Een inrichting bestemd voor vermaak of ontspanning, waarbij uitsluitend van de zwaartekracht of de fysieke kracht van de mens gebruik wordt gemaakt.
Dienstgebouwen, rails, perrons, overkappingen, fietsenstallingen, viaducten en onderdoorgangen, taluds, geluidsschermen, (keer-)muren, transformatorgebouwen, stationsvoorzieningen en vergelijkbare gebouwen en bouwwerken behoeve van railvervoer.
De op of bij de weg behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, zoals bushokjes, verkeersborden, straatverlichting, parkeermeters, zitbanken, bloembakken, reclamezuilen, fietsenstallingen, glas, papier en vuilniscontainers.
Een buiten de besloten ruimte van een inrichting liggend deel van een horecabedrijf waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding drank-etenswaren kunnen worden genuttigd.
Een woning die aangesloten aan andere huizen is gebouwd en zich niet op een hoek bevind.
Een woning waarbij één zijgevel tevens de scheidingsmuur is van de naastgelegen woning.
De verbeelding van het bestemmingsplan 'Bennebroek 2016', bestaande uit de kaarten.
Vormen van recreatie waarbij buitenshuis wordt overnacht.
De voor het publiek zichtbare en toegankelijke overdekte winkelruimte ten behoeve van de detailhandel.
Een agrarisch bedrijf met een omvang van tenminste één volwaardige arbeidskracht met een daarbij passende bedrijfsomvang waarmee ook de continuïteit op langere termijn in voldoende mate is gewaarborgd.
Eén of meerdere naar de weg gekeerde gevels van een (hoofd)gebouw.
De lijn waarin de voorgevel van een hoofdgebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan.
De naar het openbaar toegankelijk gebied gekeerde grens van het bouwvlak, of indien het een bouwvlak betreft met meer dan één naar de weg gekeerde grenzen, die grens die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt.
Voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, waterbeheer, afvalinzameling, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer.
Een woning zonder gemeenschappelijke wand(en) met een andere woning.
Voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer en -afvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc.
Bedrijfsmatige verkoop van goederen aan particulieren, waarbij de klant goederen via het internet bestelt en deze goederen bij de klant worden bezorgd; een webwinkel kenmerkt zich door het ontbreken van een winkelruimte waar uitstalling, verkoop en levering van goederen ter plaatse plaatsvindt.
Indien en voor zover in deze voorschriften wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij anders bepaald.
Een gebouw dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk is bedoeld om te worden gebruikt voor de uitoefening van detailhandel.
Een ruimte of complex van ruimten bestemd om te wonen, die beschikt over een eigen voordeur, douche, wc en keuken, niet zijnde een wooneenheid in een intramurale zorginstelling.
Een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 19 van de Woningwet.
Een voor bewoning bestemd gebouw, dat is geplaatst op een woonwagenstandplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.
Een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten.
De bovenste verdieping onder het schuine dak van een gebouw, welke meestal wordt gebruikt als berging.
Inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken als bedoeld in artikel 2.1, sub 3, van het Besluit omgevingsrecht.
Een hotelvoorziening waar gasten op maat verzorgende, verpleegkundige en/of paramedische zorg en begeleiding kunnen krijgen, gericht op kortdurend verblijf van gasten die geen volledige, continue zorg meer nodig hebben.
Een afdekking van het zwembad ter voorkoming van warmteverlies, bevriezing, het invallen van bladeren en dergelijke, in de vorm van een zeil of een beweegbare constructie.
De wijze van meten volgens het Bouwbesluit is leidend. Wanneer het Bouwbesluit geen uitsluitsel geeft, zijn de volgende regels van toepassing op de wijze van meten:
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. De goothoogte wordt gemeten daar waar de goot het hoogst is.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken, met inbegrip van erkers en dakkapellen.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, trappenhuizen, liftkokers, installaties t.b.v. het reinigen van het gebouw (glazen wassen) en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren en/ of buitenzijde van de constructie van een ondergronds bouwwerk, geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Het oppervlak van een attractietoestel wordt gemeten als de buitenste omtrek van de bovengrondse constructie behorende bij de attractie, neerwaarts geprojecteerd.
Tussen de zijdelings e grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is.
Het oppervlak dat met bouwwerken is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming daarvan, of binnen een in de planregels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming.
Het bebouwd grondoppervlak wordt gemeten tussen de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren en/ of de buitenzijde van de constructie van een ondergronds bouwwerk die de betreffende ruimte(n) omhullen.
De diepte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd.
De diepte van een gebouw, gemeten vanaf het peil tot aan het diepste punt van het gebouw.
Gemeten tussen de buitenkanten van twee tegenover elkaar gelegen zijgevels van hetzelfde gebouw.
Tussen de bovenkant van het dak en het hoogste punt van de dakterrasafscheiding.
Tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping.
Het oppervlak van een attractietoestel wordt gemeten als de buitenste omtrek van de bovengrondse constructie behorende bij de attractie, neerwaarts geprojecteerd.
Bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn op de (digitale) verbeelding.
De op de verbeelding voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op deze gronden mogen uitsluitend kassen worden gerealiseerd, met dien verstande dat het bebouwd grondoppervlak niet meer mag bedragen dan 220 m².
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van bouwwerken, ten behoeve van:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor gebouwen en/of terreinen ten behoeve van:
met daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke goederen' zijn de gronden tevens bestemd voor een verkooppunt voor motorbrandstoffen, met uitzondering van lpg en aan een verkooppunt voor motorbrandstoffen ondergeschikte detailhandel;
Ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' zijn de gronden tevens bestemd voor een openbare nutsvoorziening.
Ter plaatse van de aanduiding 'brandweerkazerne' zijn de gronden tevens bestemd voor;
Ter plaatse van de aanduiding 'garagebox' zijn de in lid 16.1.1 bedoelde gronden bestemd voor een of meerdere garageboxen.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' geldt dat:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van bouwwerken, ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sublid 4.1 voor het toestaan van bedrijven in een hogere categorie van de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, dan wel andere bedrijven toestaan die niet zijn opgenomen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten maar daarmee vergelijkbaar zijn voor wat betreft de aard en de omvang van de effecten naar de omgeving, zoals bedoeld in de VNG-publicatie 'Bedrijven en milieuzonering', uitgave 2009.
Ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied.1' kan het bevoegd gezag de bestemming 'Bedrijf' wijzigen in de bestemming 'Wonen - 1' en 'Tuin' ten behoeve van het realiseren van woningen, tuinen en bijbehorende ontsluitingswegen, met inachtneming van de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied.3' kan het bevoegd gezag de bestemming 'Bedrijf' bij beëindiging of verplaatsing van de brandweerkazerne wijzigen in de bestemming 'Wonen - 1' en 'Tuin' ten behoeve van het realiseren van woningen, tuinen en bijbehorende ontsluitingswegen, met inachtneming van de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied.5' kan het bevoegd gezag de bestemming 'Bedrijf' wijzigen in de bestemming 'Wonen - 1' en 'Tuin' ten behoeve van het realiseren van rijwoningen en/of twee-onder-een-kap woningen, tuinen en bijbehorende ontsluitingswegen, met inachtneming van de volgende regels:
De op de verbeelding voor 'Centrum - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor gebouwen ten behoeve van:
met daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2' zijn de gronden tevens bestemd voor horeca-activiteiten in categorie horeca 2, zoals beschreven in de Staat van Horeca-activiteiten.
Ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 4' zijn de gronden tevens bestemd voor horeca-activiteiten in categorie horeca 2 en 4, zoals beschreven in de Staat van Horeca-activiteiten.
Ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 5' zijn de gronden tevens bestemd voor horeca-activiteiten in categorie horeca 2 en 5 zoals beschreven in de Staat van Horeca-activiteiten.
Ter plaatse van de aanduiding 'wonen' is de begane grondlaag tevens bestemd voor wonen.
Ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel in brand en explosiegevaarlijke goederen' zijn gronden tevens bestemd voor een verkoop- en opslagpunt voor vuurwerk.
Ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' zijn gronden bestemd voor een parkeerterrein.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van bouwwerken, ten behoeve van:
Tot gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Binnen detailhandelsvestigingen is ondersteunende horeca toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 6' kan het bevoegd gezag de bestemming 'Centrum - 2' wijziging in de bestemmingen Wonen - 1'' en 'Tuin' ten behoeve van het realiseren van woningen en tuinen, met inachtneming van de volgende regels:
De op de verbeelding voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein' zijn gronden tevens bestemd voor het houden van festiviteiten, zoals onder andere een circus, feestweek of Koningsdag.
Ter plaatse van de aanduiding 'speelterrein' zijn gronden tevens bestemd voor een speelterrein.
Ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' zijn gronden tevens bestemd voor het behouw en herstel van cultuurhistorische waarden.
Ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' zijn gronden tevens bestemd voor het behoud en herstel en ontwikkeling van landschapswaarden.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. In afwijking hierop zijn gebouwen toegestaan met een maximum oppervlakte van 5 m2 en een bouwhoogte van maximaal 3 meter ten behoeve van de waterhuishouding.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 6.2.2 voor de bouw van een ondergronds bergbezinkbassin met een daarbij behorend gebouw met een maximaal Bebouwd Grondoppervlak van 30 m² en een bouwhoogte van maximaal 3 meter ten behoeve van de regulering van overmatige neerslag.
Afwijken als bedoeld in lid 6.4.1 is alleen mogelijk als hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag omgevingsvergunning als bedoeld in lid 6.4.1 advies in bij een of meerdere ter zake deskundigen.
Ter plaatse van gronden binnen de bestemming 'Groen' die grenzen aan een horeca inrichting zijn horecaterrassen toegestaan, mits hiervoor een vergunning op basis van de APV is verleend.
Ter plaatse van de aanduidingen 'cultuurhistorische waarden' en 'landschapswaarden' is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag op de in lid 6.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 6.6.1 is niet van toepassing op andere werken die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 6.6.1 zijn slechts toelaatbaar, indien de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 6.6.1 advies in bij een ter zake deskundige.
De op de verbeelding voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' zijn de gronden tevens bestemd voor een bedrijfswoning.
Ter plaatse van de aanduiding 'wonen' zijn de gronden tevens bestemd voor een woning op de eerste en daarboven gelegen verdiepingen.
Ter plaatse van aanduiding 'kantoor' zijn de gronden tevens bestemd voor een kantoor.
Ter plaats van de aanduiding 'begraafplaats' zijn de gronden tevens bestemd voor een begraafplaats.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats' gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
De op de verbeelding voor 'Natuur - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan het bepaalde in lid 9.2 aan de plaats en de afmetingen van bebouwing, ten behoeve van het behoud, het herstel en/ of de ontwikkeling van natuur en/ of landschappelijke waarden van gronden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag op de in lid 8.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in lid 8.4.1 is niet van toepassing op andere werken die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 8.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 8.4.1 advies in bij een ter zake deskundige.
De op de verbeelding voor 'Natuur - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van één berging per woonperceel, waarbij:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van bebouwing, ten behoeve van het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van natuur en/of landschappelijke waarden van de gronden;
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag op de in lid 9.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
De vergunningplicht als bedoeld in lid 9.4.1 is niet van toepassing op werken die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 9.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 9.4.1 advies in bij een ter zake deskundige.
De op de verbeelding voor 'Natuur - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - grasland' zijn de gronden tevens bestemd voor grasland.
Ter plaatse van de aanduiding 'kas' zijn gronden tevens bestemd voor kassen.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - agrarisch medegebruik' zijn de gronden tevens bestemd voor de bedrijfsmatige uitoefening van de akkerbouw, weidebouw, tuinbouw en fruitteelt, met dien verstande dat de uitoefening van niet-grondgebonden agrarische bedrijven, loonwerk- en/of reparatiebedrijven en agrarische nevenbedrijven niet zijn toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - hooiberg' zijn de gronden tevens bestemd voor een hooiberg.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - paardenbak' zijn de gronden tevens bestemd voor paardenbakken.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Ter plaatse van de aanduiding 'kas' gelden de volgende bepalingen;
Het bevoegd gezag kan nadere eisen aan de plaats en de afmetingen van bebouwing, ten behoeve van het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van natuur en/of landschappelijke waarden van de gronden.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 10.2.2 sub d voor de bouw en aanleg van een paardenbak, waarbij:
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag op de in lid 10.1 bedoelde gronden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
De vergunningplicht als bedoeld in lid 10.5.1 is niet van toepassing op werken die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 10.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 10.5.1 advies in bij een ter zake deskundige.
De op de verbeelding voor 'Recreatie - Speelpark' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'midgetgolfbaan' zijn de betreffende gronden uitsluitend bestemd voor een midgetgolfbaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'overdekte speelhal' zijn tevens attractietoestellen toegestaan.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen voor gebouwen, ten behoeve van:
Binnen deze bestemming is ondersteunende horeca toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
Binnen deze bestemming is ondersteunende detailhandel toegestaan, met inachtneming van de volgende regels:
De op de verbeelding voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' zijn gronden tevens bestemd voor een parkeerterrein.
Ter plaatse van de aanduiding 'incidenteel parkeerterrein' zijn gronden tevens bestemd voor een incidenteel parkeerterrein.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats, afmetingen en technische uitvoering van lichtmasten en lichtbronnen. Aangetoond moet worden dat de lichtmasten en lichtbronnen geen onevenredige lichthinder veroorzaken voor omwonenden en niet leidt tot aantasting van nabijgelegen natuurwaarden.
De op de verbeelding voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage': een ondergrondse parkeergarage met een bouwhoogte die maximaal gelijk is aan het peil.
Ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' zijn gronden tevens bestemd voor een parkeerterrein.
Ter plaatse van de aanduiding 'moestuin' zijn gronden tevens bestemd voor een moestuin en/ of schooltuin.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde onder lid 13.2.2 sub f voor het bouwen van een open zwembad bij een woning, waarbij;
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde onder lid 13.2.1 voor het bouwen van een woning, indien toepassing wordt gegeven aan artikel 16.4.1 of artikel 17.4.1 en de nieuw te bouwen woning hierbij deels of geheel in de bestemming Tuin wordt gesitueerd.
Ter plaatse van percelen die onderdeel uitmaken van een horeca-inrichting zijn op de in lid 13.1 bedoelde gronden horecaterrassen toegestaan, mits hiervoor vergunning is verleend op grond van de APV.
De op de verbeelding voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 14.2.1 voor de bouw van een ondergronds bergbezinkbassin met een daarbij behorend gebouw met een maximaal bebouwd grondoppervlak van 30 m² en een bouwhoogte van maximaal 3 meter ten behoeve van de regulering van overmatige neerslag.
Afwijken als bedoeld in lid 14.3.1 is alleen mogelijk als hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag omgevingsvergunning als bedoeld in lid 14.3.1 advies in bij een of meerdere ter zake deskundigen.
Ter plaatse van gronden binnen de bestemming 'Verkeer' die grenzen aan een horeca-inrichting zijn horecaterrassen toegestaan, mits hiervoor vergunning is verleend op grond van de APV.
De op de verbeelding voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats' is de grond tevens bestemd voor het aanmeren van één woonschip.
Ten aanzien van de in lid 15.1 bedoelde gronden geldt dat:
Op of in deze gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, waarvan de hoogte niet meer dan 3 meter mag bedragen.
Het is verboden of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld bij 15.3.1 is niet van toepassing op werken die:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 15.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 15.3.1 advies in bij een ter zake deskundige.
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' zijn de in lid 16.1.1 bedoelde gronden bestemd voor gestapelde woningen.
Ter plaatse van de aanduiding 'woonwagenstandplaats' zijn de in lid 16.1.1 bedoelde gronden uitsluitend bestemd voor standplaatsen voor maximaal 2 woonwagens.
Ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' is het parkeren in of onder het hoofdgebouw of ondergronds buiten het hoofdgebouw toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'garagebox' zijn de in lid 16.1.1 bedoelde gronden bestemd voor een of meerdere garageboxen.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - wijzigen bouwmassa.1' kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in lid 16.2.1 onder a, d en e om van het op de verbeelding aangegeven bouwvlak, de goothoogte en bouwhoogte, voor het verplaatsen en/-of verhogen van de bouwmassa naar twee bouwlagen, al dan niet met een kap, onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 16.2.1 onder d van de op de verbeelding aangegeven goothoogte voor het toestaan van een terug liggende extra bouwlaag, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 16.2.2 onder j voor het bouwen van een overdekt zwembad, waarbij:
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 16.2.3 onder f voor het bouwen van een open zwembad, waarbij:
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 16.2.1 indien de afwijking betrekking heeft op het vermeerderen van het aantal woningen in hoofdgebouwen door een woning te splitsen, met dien verstande dat:
Ten aanzien van het gebruik geldt het bepaalde in lid 16.1.
Binnen de bestemming is de uitoefening van een aan huis verbonden beroep toegestaan, als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 16.5.2 voor de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld' zijn de in lid 17.1.1 bedoelde gronden bestemd voor gestapelde woningen.
Ter plaatse van de aanduiding 'garagebox' zijn de in lid 17.1.1 bedoelde gronden bestemd voor een of meerdere garageboxen.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - hooiberg' zijn de gronden tevens bestemd voor een hooiberg.
Ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - kelder' zijn de gronden tevens bestemd voor half- verdiepte of ondergrondse bijbehorende bouwwerken.
ter plaatse van de 'specifieke vorm van maatschappelijk - zorg en welzijn' zijn de gronden tot een maximum van 30 m² tevens bestemd voor zorg en welzijn.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - wijzigen bouwmassa' kan het bevoegd gezag afwijken van het bepaalde in lid 17.2.1 onder a, d en e om van het op de verbeelding aangegeven bouwvlak, de goothoogte en de bouwhoogte, voor het verplaatsen en/ of het verhogen van de bouwmassa naar twee bouwlagen, al dan niet met een kap, onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 17.2.1 onder d van de op de verbeelding aangegeven goothoogte voor het toestaan van een terug liggende extra bouwlaag, met inachtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 17.2.2 onder j voor het bouwen van een overdekt zwembad, waarbij:
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 17.2.3 onder f voor het bouwen van een open zwembad, waarbij:
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 17.2.3 onder g voor de bouw en aanleg van een tennisbaan, mits:
Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 17.2.1 indien de afwijking betrekking heeft op het vermeerderen van het aantal woningen in hoofdgebouwen door een woning te splitsen, met dien verstande dat:
Ten aanzien van het gebruik geldt het bepaalde in lid 17.1.
Binnen de bestemming is de uitoefening van een aan huis verbonden beroep toegestaan, als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 17.5.2 voor de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, met inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor behoud en de bescherming van te verwachten archeologische waarden van de gronden.
Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning, voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 100 m² en dieper dan 30 cm, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld.
Indien uit het in 18.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Indien uit het in lid 18.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden voor het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in lid 18.2.2 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de omgevingsvergunning geweigerd.
Het is verboden op de in lid 18.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte van meer dan 100 m2:
Het bepaalde onder 18.3.1 is niet van toepassing:
Het bevoegd gezag is bevoegd het plan te wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor behoud en de bescherming van te verwachten archeologische waarden van de gronden.
Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning, voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 250 m² en dieper dan 30 cm, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld.
Indien uit het in 19.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Indien uit het in lid 19.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden voor het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in lid 19.2.2 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de omgevingsvergunning geweigerd.
Het is verboden op de in lid 19.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte van meer dan 250 m2:
Het bepaalde onder 19.3.1 is niet van toepassing:
Het bevoegd gezag is bevoegd het plan te wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor behoud en de bescherming van te verwachten archeologische waarden van de gronden.
Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning, voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 250 m² en dieper dan 50 cm, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld.
Indien uit het in 20.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Indien uit het in lid 20.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden voor het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in lid 20.2.2 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de omgevingsvergunning geweigerd.
Het is verboden op de in lid 20.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte van meer dan 250 m2:
Het bepaalde onder 20.3.1 is niet van toepassing:
Het bevoegd gezag is bevoegd het plan te wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor behoud en de bescherming van te verwachten archeologische waarden van de gronden.
Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning, voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 500 m² en dieper dan 50 cm, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld.
Indien uit het in 21.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Indien uit het in lid 21.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden voor het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in lid 21.2.2 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de omgevingsvergunning geweigerd.
Het is verboden op de in lid 21.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren over een oppervlakte van meer dan 500 m2:
Het bepaalde onder 21.3.1 is niet van toepassing:
Het bevoegd gezag is bevoegd het plan te wijzigen door:
De voor 'Waterstaat' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar aangegeven bestemmingen, mede bestemd voor:
De belangen van de in lid 22.1.1 bedoelde dubbelbestemming zijn primair ten opzichte van de belangen van de andere daar voorkomende bestemmingen.
Ten aanzien van de in lid 22.1.1 genoemde bestemmingen geld dat op of in deze gronden geen gebouwen mogen worden gebouwd.
Ten aanzien van de in lid 22.1.1 genoemde bestemmingen geld dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten hoogte 3 meter mag bedragen.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 22.2.1 en toestaan dat gebouwen ten behoeve van de ondergeschikte bestemming worden gebouwd, mits is aangetoond dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de onder 30.1 bedoelde waterstaatbelangen.
Het bevoegd gezag wint ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een afwijking als bedoeld in lid 22.3.1 advies in bij de beheerder van het betreffende waterstaatsbelang.
Het gebruik op grond van de regels in hoofdstuk 2 (oprichting van een bouwwerk, verandering van functie of uitbreiding van bestaand gebruik) is slechts toegestaan als:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Indien de bestaande, onherroepelijk vergunde goothoogte dan wel de bestaande, onherroepelijk vergunde bouwhoogte van hoofdgebouwen meer bedraagt dan de op de verbeelding aangegeven hoogte, mag de afwijking niet worden vergroot, anders dan genoemd in artikel 28.
Indien het oppervlak aan bestaande, onherroepelijk vergunde bijbehorende bouwwerken meer bedraagt dan het oppervlak dat op de verbeelding is aangegeven, mag de afwijking niet worden vergroot.
Indien de bouwhoogte van bestaande, onherroepelijk vergunde erf- en terreinafscheidingen meer bedraagt dan in de bouwregels is bepaald, dan mag de afwijking niet worden vergroot.
De in deze regels opgenomen bepalingen ten aanzien van bouwgrenzen en bestemmingsgrenzen zijn niet van toepassing voor wat betreft overschrijdingen met betrekking tot:
Vlaggenmasten, antennemasten en schoorstenen, die deel uitmaken van een gebouw, mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden opgericht en mogen de voor dat gebouw toegestane maximale hoogte met niet meer dan 5 meter overschrijden.
Dakopbouwen ten behoeve van noodtrappen, luchtbehandelings- en liftinstallaties mogen niet hoger zijn dan 3,50 meter, gemeten vanaf bovenkant van de dakconstructie, en mogen geen grotere oppervlakte hebben dan 40% van de vloeroppervlakte van de bovenste laag van het gebouw, waarop zij worden geplaatst.
Overige ondergeschikte dakopbouwen, die deel uitmaken van een gebouw, mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden opgericht, mogen geen grotere oppervlakte hebben dan 20% van het bouwvlak en mogen de voor dat gebouw toegestane maximale bouwhoogte met niet meer dan 3 meter overschrijden.
Voor zover de bouwhoogte van bestaande dakopbouwen hoger is dan toegestaan, dan geldt de bestaande hoogte van de dakopbouw ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan, als maximale toegestane bouwhoogte.
Daar waar in dit plan is bepaald dat de gronden tevens gebruikt mogen worden voor nutsvoorzieningen, mogen bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen worden opgericht, met dien verstande dat deze geen grotere oppervlakte hebben dan 15 m² en geen grotere bouwhoogte dan 3 meter.
Onder gebruik van onbebouwde gronden in strijd met de bestemming als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) wordt in ieder geval verstaan:
Onder gebruik in strijd met de bestemming als bedoeld in artikel 2.1., lid 1 onder c van de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval verstaan het gebruik ten behoeve van een seksinrichting, een escortbedrijf en voor detailhandelsdoeleinden, voor zover zulks niet expliciet is toegestaan ingevolge de bestemmingsomschrijving.
Het bepaalde in lid 26.1.1 van dit artikel is niet van toepassing op:
Het gehele plangebied is gelegen binnen het beperkingengebied zoals is aangegeven in het Luchthavenindelingsbesluit Schiphol 2014 (LIB). Op grond van de Wet Luchtvaart gelden binnen dit gebied beperkingen ten aanzien van de bouw van objecten. Ten aanzien van deze aanwijzing gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan van de in het plan genoemde bepalingen een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan verlenen:
Bij de beoordeling van een verzoek om afwijking wordt rekening gehouden met eerder verleende afwijkingen op basis van dit artikel, om te beoordelen of maximale afwijkingsmogelijkheden al dan niet worden overschreden.
Het bevoegd gezag is, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op:
Ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied.2' kan het bevoegd gezag de bestemmingen wijzigen in de bestemmingen 'Maatschappelijk', Wonen - 1, 'Groen', 'Tuin'en 'Verkeer' met inachtneming van de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone-wijzigingsgebied.4" kan het bevoegd gezag de bestemmingen wijzigen in de bestemming ' Maatschappelijk' ten behoeve van het uitbreiden van de naastgelegen bestaande begraafplaats, met dien verstande dat wordt voldaan aan de bepalingen van artikel 7.
Op de voorbereiding van een besluit tot afwijking, zoals opgenomen in dit plan, is de in paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) geregelde procedure van toepassing.
Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging, zoals opgenomen in dit plan, is de in artikel 3.6a van de Wet ruimtelijke ordening geregelde procedure van toepassing.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning of omgevingsvergunning en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van lid 31.1 voor het vergroten van de inhoud van het bouwwerk als bedoeld in 31.1 met maximaal 10%.
Lid 31.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daardoor begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Voor het gebruik van overgangsrecht gelden de volgende voorwaarden:
Voor het gebruik van overgangsrecht geldt de volgende uitzondering:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het “bestemmingsplan Bennebroek 2016”.