Plan: | Geluidszone Industrieterrein Heimanswetering |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0484.B147geluidheimans-VA01 |
De Wet geluidhinder (Wgh) ziet toe op drie soorten geluidbronnen: industrie, wegverkeer en railverkeer. Kernbegrip binnen de hele wet is de geluidzone, een aandachtsgebied dat zich om of langs de geluidbron bevindt. Omdat het onderliggende onderzoek alleen betrekking heeft op industrie worden de geluidzones voor weg- en railverkeer in dit kader verder buiten beschouwing gelaten.
Met een geluidzone rondom een industrieterrein wordt enerzijds beoogd om bedrijven gevestigd op het industrieterrein een passende geluidruimte te bieden om hun vergunde activiteiten te kunnen uitvoeren. Anderzijds wordt de woonbebouwing in de directe nabijheid voldoende bescherming geboden voor een goed woon- en leefklimaat.
De zone is het gebied rondom het industrieterrein en de zogenoemde 50 dB(A)-contour. Deze contour wordt de zonegrens genoemd waarbuiten de geluidbelasting vanwege het industrieterrein de waarde van 50 dB(A) niet te boven mag gaan (artikel 40 Wgh).
Bij Koninklijk Besluit van 1 oktober 1991, nr 91.008626 zijn de zes industrieterreinen gezamenlijk op hun totale geluidsbelasting gezoneerd. Van de zes industrieterreinen liggen er vijf in Alphen aan den Rijn en een in Kouderkerk aan den Rijn. De gezamenlijke industrieterreinen hebben indertijd de naam 'Industrieterrein Rijnhaven e.o.' gekregen. De gezamenlijke geluidsproductie en –ruimte van de bedrijven op het gezoneerde industrieterrein wordt, op basis van de Wet geluidhinder, bepaald door de geluidszone en door geluidsgevoelige objecten zoals woningen. Op de zonegrens geldt een maximale geluidsbelasting van 50 dB(A). Ter plaatse van de geluidsgevoelige objecten (zoals woningen) gelden tevens grenswaarden (meestal 55 dB(A)): dit zijn de wettelijke grenswaarden. Deze objecten zijn binnen de geluidzone gelegen.
Voor de bedrijven op de gezoneerde industrieterreinen geldt dat nieuwe of extra geluidsruimte alleen vergund kan worden als de wettelijke grenswaarden niet overschreden worden. Bij overschrijding(en) kunnen de vergunningspichtige bedrijven zich niet vestigen of uitbreiden, het industrieterrein zit daarmee 'op slot'. Dit was tot 2013 ook het geval voor onderhavige industrieterreinen. Om het industrieterrein 'van slot' te krijgen is gebruik gemaakt van het vaststellen van een geluidreductieplan conform de Crisis- en herstelwet (Chw) biedt. Het geluidreductieplan is begin 2013 vastgesteld. Met het vaststellen van het geluidreductieplan is het industrieterrein ´van slot´ en worden nieuwe ontwikkelingen weer mogelijk gemaakt.
Directe aanleiding voor de herziening is dat de huidige zone (van 1991) verouderd is en aan actualisatie toe is. De noodzaak voor actualisatie is:
Transformatie
In de beleidsnotitie Bedrijventerreinen Alphen aan den Rijn 2010-2020 is een visie opgenomen voor de toekomstige ontwikkeling van het bedrijventerrein Heimanswetering. Het beleid voor de Heimanswetering is op termijn een transformatie naar woningbouw/gemengd gebied. Dit zal worden in principe meegenomen in het nog op te stellen bestemmingsplan Alphen Stad. Vanwege het feit dat het bedrijf Bos Betonwaren nog actief is, moet het bedrijventerrein worden voorzien van een eigen gewijzigde geluidzone.
Ingevolge artikel 54 jo. artikel 41 van de Wet geluidhinder kan een bestaande zone uitsluitend worden gewijzigd door middel van een bestemmingsplanwijziging. Met dit facetbestemmingsplan wordt de nieuwe ligging van de zone voor het industrieterrein Heimanswetering vastgesteld. De nieuwe zone voor de overige terreinen is in het separaat opgesteld facetbestemmingsplan Oude Rijn nader uitgewerkt.
De oorspronkelijke zone is per Koninklijk Besluit in 1991 vastgelegd voor de toenmalige bekende industrieterreinen van de gemeenten Alphen aan den Rijn en Rijnwoude. Zie hiervoor figuur 1.
Figuur 1: Gezoneerd industrieterrein Rijnhaven e.o. met geluidzone
In 2007 heeft een partiele herziening plaatsgevonden waarbij een deel van het industrieterrein (voormalige dakpannenfabriek Van Oord) is omgezet in woonbestemming. Ook is de zone aangepast, zie de blauwe contour in figuur 2.
Figuur 2: Gezoneerd industrieterrein Rijnhaven e.o. met aangepaste geluidzone
Deze partiële bestemmingsplanherziening voorziet in een aanpassing van de plankaart en de regels behorende bij het volgende bestemmingsplan:
- Herziening Buitengebied 2010
- Buitengebied West
- Heimanswetering (+geluidsplannen)
- Ridderveld
De geluidszone is het gebied tussen de grens van het industrieterrein (zie ook paragraaf 2.2) en de zonegrens. Buiten de zonegrens mag de door alle bedrijven die op het industrieterrein zijn gevestigd gezamenlijk veroorzaakte geluidsbelasting niet hoger zijn dan 50dB(A) etmaalwaarde. De zone is dus het gebied, behalve het industrieterrein zelf, waarbinnen vanwege dat industrieterrein een geluidsbelasting mag heersen van 50 dB(A) etmaalwaarde of meer. Deze eis is vastgelegd in de Wet geluidhinder (Wgh) en gekoppeld aan de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Gevolg hiervan is, dat zowel bij ruimtelijke plannen, als bij het verlenen van omgevingsvergunningen rekening wordt gehouden met de geluidszone die om het industrieterrein is gelegen.
Het doel van de zone is het vormen van een buffer, een ruimtelijke scheiding tussen industriële activiteiten en woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen, zoals ziekenhuizen en onderwijsgebouwen. De keuze van de ligging van de zone is gebaseerd op een afweging tussen de ruimte voor de industrie en de ruimte voor geluidsgevoelige objecten. De geluidszone zelf vormt hierbij een aandachtsgebied voor geluid, waar niet zonder meer woningen (en andere geluidsgevoelige objecten) mogen worden gebouwd. De geluidszone voorkomt enerzijds dat woonbebouwing oprukt in de richting van bedrijven. Anderzijds geven de geluidszone en de daarbinnen vastgestelde grenswaarden de akoestische grenzen aan waaraan bedrijven op het industrieterrein zich dienen te houden.
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor een bedrijf op een gezoneerd industrieterrein moet het bevoegd gezag de grenswaarden binnen de geluidszone in acht nemen. Dit wordt ook wel het toetsen aan een geluidszone genoemd. Deze toets is verplicht voor alle bedrijven op het industrieterrein die vallen binnen het toepassingsgebied van de Wabo. Dus ook de geluidbelasting vanwege niet-vergunningplichtige bedrijven (zogenaamde AMvB-bedrijven: bedrijven die sinds 1 januari 2008 onder het Activiteitenbesluit vallen) wordt betrokken bij de toets aan de grenswaarden binnen de geluidzone.
Voor de bedrijven op de gezoneerde industrieterreinen geldt dat nieuwe of extra geluidsruimte alleen vergund kan worden als de wettelijke grenswaarden niet overschreden worden. Bij overschrijding(en) kunnen de vergunningspichtige bedrijven zich niet vestigen of uitbreiden, het industrieterrein zit daarmee 'op slot'. Dit was tot 2013 ook het geval voor onderhavige industrieterrein.
Om het industrieterrein 'van slot' te krijgen is gebruik gemaakt van het vaststellen van een geluidreductieplan conform de Crisis- en herstelwet (Chw) biedt. Het geluidreductieplan is begin 2013 vastgesteld. Met het vaststellen van het geluidreductieplan is het industrieterrein ´van slot´ en worden nieuwe ontwikkelingen weer mogelijk gemaakt.
Op dit moment bestaan er geen overschrijdingen van de geluidnormwaarden ten gevolge van het bestaande gezoneerde industrieterrein. Een aanleiding voor aanpassing van de zone vanuit saneringsreden is er aldus niet. Directe aanleiding voor de herziening van het gezoneerde industrieterrein en zone is de wens van de gemeente om het industrieterrein ten oosten van de Rijnhaven een gemengde bestemming te gaan geven waar ook kan worden gewoond. Met deze wijziging worden meteen andere noodzakelijk wijzigingen voor de industrieterreinen, zoals de in dit bestemmingsplan aan de orde zijnde aparte zonering van industrieterrein Heijmanswetering doorgevoerd.
De volgende wijzigingen worden voor de grenzen van het industrieterrein Oude Rijn doorgevoerd (zie ook figuur 3):
Figuur 3: Wijzigingslocaties
De wijzigingslocaties zijn uitgebreid beschreven in het facetbestemmingsplan Geluidzone industrieterrein Oude Rijn. In het onderstaande wordt uitsluitend verder ingegaan op de aspecten van het industrieterrein Heimanswetering.
In de lange termijn visie van de bedrijventerreinenstrategie van de gemeente is voor het industrieterrein Heimanswetering (zie locatie 2 op figuur 3) opgenomen dat deze zal transformeren naar gemengd gebied waarbij wonen een van de hoofddoelen is. In dit kader ligt het voor de hand het industrieterrein te dezoneren. Hiervoor moet de bestemming van 'grote lawaaimaker' die rust op het terrein van de voormalige betonwarenfabriek (paars gedeelte in figuur 6) komen te vervallen. In principe kan de gemeente overgaan tot het wijzigen van bovengenoemde bestemming aangezien de bedrijfsactiviteiten van de betonwarenfabriek al meer dan 3 jaar geleden zijn beëindigd en er geen nieuwe bedrijfsactiviteiten plaatsvinden. Op uitdrukkelijk verzoek van de huidige eigenaar heeft de gemeente besloten de huidige bestemming van 'grote lawaaimaker' in stand te laten in afwachting van de verdere ontwikkeling van het terrein. In figuur 4 zijn de nieuwe grenzen van het industrieterrein Heimanswetering aangegeven.
Qua zonering krijgt alleen het terrein van de voormalige betonfabriek een zonering op maat. Zodra duidelijk is wat er met het terrein van de voormalige betonfabriek gaat gebeuren, kan desgewenst ook de zonering van dit gebied weer worden beëindigd.
Figuur 4: Nieuwe grenzen Gezoneerd industrieterrein Heimanswetering
Voor het industrieterrein Heimanswetering wordt alleen het deel, waarop op grond van het bestemmingsplan grote lawaaimakers mogen worden gevestigd, geozneerd. Het betreft hier het terrein van de voormalige betonwarenfabriek Bos Beton. Zie hiervoor figuur 5. Het paars gemarkeerde gedeelte staat grote lawaaimakers toe.
Figuur 5: Overzicht toegestane functies industrieterrein Heimanswetering
Door de aanpassing neemt het bruto-oppervlak van het gezoneerde industrieterrein Heimanswetering af. Deze afname wordt overigens ruimschoots gecompenseerd door de nieuwe gronden die aan het gezoneerd industrieterrein Oude Rijn worden toegevoegd.
Door de dezonering van het overige deel van Heimanswetering verliezen de bedrijfswoningen op het bedrijventerrein hun (onbeschermde) status van 'woning op een gezoneerd industrieterrein'. De woningen ondervinden geen geluidbelasting meer ten gevolge van het nieuwe gezoneerde industrieterrein. Wel ondervinden ze geluidbelasting ten gevolge van individuele bedrijven op Heimanswetering.
Conform artikel 67 van de Wet geluidhinder is in 2013 een geluidreductieplan opgesteld waarin is bepaald op welke wijze de geluidbelasting op de grens van de zone wordt teruggebracht tot 50dB(A). Met de vaststelling van de gewijzigde zone vervalt het geluidreductieplan.
Gronden op geluidgezoneerde industrieterreinen voor bedrijven uit de hogere milieucategorieën zijn relatief schaars. Vanwege deze schaarste is het van belang de wel beschikbare gronden optimaal te benutten. De provincie Zuid-Holland heeft dat in haar beleid als een provinciaal belang benoemd, zo blijkt ook uit de toelichting bij artikel 8 (over bedrijventerreinen) van de Verordening Ruimte, waarin onder meer het volgende staat vermeld: "Bedrijven in de hogere milieucategorieën vormen een belangrijke schakel in de economische structuur in de provincie Zuid-Holland. De zogenaamde HMC-bedrijven, vanaf categorie 4, kennen veelal een hoge toegevoegde waarde en vormen vaak het middelpunt van andere bedrijvigheid met vele toeleveranciers, inclusief de zakelijke dienstverlening. De ruimte voor bedrijven in de hogere milieucategorieën staat echter onder druk door de milieuzoneringen rond de oprukkende woningbouw. Gezien het belang van de HMC-bedrijven is de (milieu)ruimte voor dit type bedrijven van provinciaal belang".
Daarnaast staat in provinciale Visie Ruimte en Mobiliteit (VRM) aangegeven dat de provincie intensief ruimtegebruik op bedrijventerreinen wil bevorderen door de toepassing van geluidruimteverdeling. Daarmee kan worden voorkomen dat een industrieterrein 'op slot' moet, terwijl het fysiek nog niet vol is.
Voor een optimale benutting van de gronden van het industrieterrein Oude Rijn dient te worden voorzien in voldoende geluidruimte. Dit staat als zodanig ook genoemd in de gemeentelijke Beleidsnotitie Bedrijventerreinen Alphen aan den Rijn 2010-2020. Hierin is opgenomen dat het akoestisch beheer van de bedrijventerreinen zodanig zal worden georganiseerd dat er voldoen ruimte is voor geluid producerende bedrijven zonder dat de leefbaarheid van (omliggende) woonwijken in het geding is. Dit is niet voor alle gronden het geval dan wel mogelijk. Een groot deel van het industrieterrein is al in gebruik. Daarnaast mogen voor die delen waarbij het industrieterrein dicht in de buurt van woonwijken is gelegen, geen HMC-bedrijven worden toegelaten.
Om het gehele industrieterrein ten behoeve van een optimale benutting te voorzien van voldoende geluidruimte, zijn aan het zonebewakingsmodel voor gronden die nog uitgeefbaar zijn geluidsbronnen toegevoegd, zogenaamde verkavelingsbronnen, ter reservering van de toekomstig benodigde geluidruimte. Deze stellen activiteiten voor, gebaseerd op de categorie indeling conform het bestemmingsplan. Ervaring heeft uitgewezen dat de verkavelingsbronnen een goede prognose zijn van de te ontwikkelen activiteiten.
Voor het geluidreductieplan is het zonebewakingsmodel geheel geactualiseerd. Voor het onderhavig plan zijn uitsluitend de bronnen van de voormalige betonwarenfabriek gehanteerd. De overige geluidbronnen zijn uit het akoestisch rekenmodel verwijderd.
Voor de berekeningen is het computerprogramma Geomilieu V2.61 gehanteerd. Met dit computerprogramma zijn de geluidsbelastingen vanwege het industrieterrein opnieuw berekend. De vigerende rechten van de inrichtingen op het industrieterrein zijn hierbij ongewijzigd gebleven. Van de inrichtingen is uitgegaan van de laatst bekende gegevens omtrent de uitgevoerde activiteiten. Voor een uitgebreide verantwoording van de akoestische berekeningen wordt verwezen naar bijlage I: Akoestisch onderzoek.
In figuur 6 is de weergave van de geluidbelasting van het industrieterrein Heimanswetering naar de omgeving weergegeven. De 50 dB(A)-contour vormt de basis waarop de zonegrens zal worden bepaald. Binnen de berekende geluidzone zijn geluidgevoelige bestemmingen gelegen.
Figuur 6: Nieuwe berekende geluidcontouren industrieterrein Heimanswetering
Op basis van de in hoofdstuk 3 en 4 beschreven uitgangssituatie zijn de akoestische gevolgen berekend met het pakket Geomilieu.
Het doel van het uitgevoerde aanvullende akoestisch onderzoek is tweeledig, namelijk:
De geluidsbelasting van het industrieterrein is berekend op 5 meter hoogte, rekening houdend met een zogenaamde vrij veld situatie, dat wil zeggen zonder bebouwing. De nieuwe geluidzone is vastgesteld op basis van de berekende 50 dB(A) contourlijn. In figuur 7 is de berekende geluidcontour weergegeven. De nieuwe zonegrens volgt deze 50 dB(A) contourlijn waarbij zo veel mogelijk aangesloten is bij de bestaande stedenbouwkundige structuur van wateren, wegen en erfafscheidingen.
Figuur 7: Nieuwe geluidzone industrieterrein Heimanswetering
Binnen de geluidzone bevindt zich één woning. Dit is de bedrijfswoning aan de Kalkovenweg 17. Deze woning lag op het voormalige gezoneerde industrieterrein. Aangezien deze woning nu buiten de zone is komen te liggen, krijgt zij van rechtswege een Hogere Waarde geluid van 55 dB(A) toegekend. De berekende geluidsbelasting bedraagt slechts 47 dB(A). Aan de feitelijke geluidbelasting van de woning verandert er niets.
In deze paragraaf is de toelichting op de juridische regeling opgenomen. Het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan bestaat uit de analoge/digitale verbeelding en de regels. De verbeelding en de regels dienen in samenhang met elkaar te worden bezien.
In het bestemmingsplan worden de volgende zaken vastgelegd die te maken hebben met het aspect geluid.
De regels zijn verdeeld over drie hoofdstukken:
1. Inleidende regels
In dit hoofdstuk is aangegeven op welke bestemmingsplannen deze herziening betrekking heeft en op welke onderdelen hiervan. Daarnaast worden een aantal begrippen verklaard die genoemd worden in de planregels. Dit voorkomt dat er bij de uitvoering van het plan onduidelijkheden ontstaan over de uitleg van bepaalde regelingen. Verder wordt in dit hoofdstuk bepaald hoe de voorgeschreven maatvoering in het plan gemeten moeten worden. Evenals de begripsbepalingen voorkomen de bepalingen inzake de wijze van meten interpretatieverschillen bij de toepassing van de planregels.
2. Algemene regels
Dit hoofdstuk bevat regels ten aanzien van de geluidszone en het gezoneerde industrieterrein. Ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrie' is het realiseren van woningen, andere geluidgevoelige gebouwen en geluidgevoelige terreinen als bedoeld in artikel 1 Wet geluidhinder niet toegestaan. Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie verwijderd' vervalt de aanduiding 'geluidzone - industrie'. Daarnaast is een bevoegdheid opgenomen om de grens van het gezoneerde industrieterrein en de geluidszone te wijzigen.
3. Overgangs- en slotregels
In het laatste hoofdstuk zijn respectievelijk het overgangsrecht en een slotregel opgenomen. Hoewel het hier in wezen ook algemene regels betreft, zijn deze vanwege hun meer bijzondere karakter in een apart hoofdstuk opgenomen.
Gelet op het bepaalde in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening dient in het kader van een bestemmingsplan onder andere inzicht te worden geboden in de economische uitvoerbaarheid van het plan binnen de wettelijke planperiode van tien jaar. Op de gemeente rust de verplichting tot kostenverhaal bij grondexploitatie. Dit kan door het vaststellen van een exploitatieplan. De gemeente kan hiervan afzien indien kostenverhaal anderszins is verzekerd, bijvoorbeeld door het sluiten van een overeenkomst. Om tot kostenverhaal te kunnen overgaan, moet er wel sprake zijn van een bouwplan, zoals bedoeld in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening. Het voorliggend facetbestemmingsplan voorziet niet in de realisatie van een dergelijk bouwplan, maar betreft slechts een herziening van de bestemmingsplannen betreffende één facet, namelijk het facet 'geluid'. Er is derhalve geen exploitatieplan of overeenkomst zoals bedoeld in de Wro noodzakelijk.
In artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is bepaald dat het bestuursorgaan dat is belast met de voorbereiding van een projectbesluit daarbij overleg pleegt met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn.
In dit kader is het bestemmingsplan voorgelegd aan de provincie Zuid-Holland. De conclusie hiervan is dat geen provinciale belangen in het geding zijn. Met het bestemmingsplan zijn ook geen waterschapsbelangen gemoeid.
p.m.