Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Paraplu Bestemmingsplan Parkeren
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0575.BPPLUparkeren-VA01

Toelichting

1 Inleiding
1.1 Aanleiding
De gemeente Noordwijk heeft parkeerbeleid vastgesteld voor haar grondgebied. Op basis daarvan is een Nota Parkeernormen opgesteld. Voorheen kon de juridische verankering van parkeernormen worden geborgd via de bouwverordening. Door wijzigingen in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) dient de juridische borging van dit parkeerbeleid nu te gebeuren via het bestemmingsplan. Om deze reden is voor het gehele grondgebied van de gemeente Noordwijk een partiële herziening opgesteld, die aanvullend geldt op de vigerende bestemmingsplannen.
Via voorliggend document wordt gemotiveerd hoe het parkeerbeleid juridisch wordt geborgd en waarom dat kan volgens de Wet ruimtelijke ordening (Wro).
1.2 Ligging en begrenzing
Voorliggend plan omvat het gehele grondgebied van de gemeente Noordwijk. Op navolgende afbeelding is de gemeentegrens te zien van de gemeente Noordwijk.
 
1.3 Werkwijze en opzet van toelichting
Voorliggend plan voorziet in de juridische borging van de gemeentelijke parkeernormen. Met vaststelling van dit plan worden de parkeernormen van toepassing verklaard voor alle geldende bestemmingsplannen binnen de gemeente Noordwijk.
 
Voor de toelichting betekent het bovenstaande dat dit bestemmingsplan een andere opzet kent dan gebruikelijk. Aspecten zoals de beleidskaders en de uitvoerbaarheid met betrekking tot milieuaspecten zijn niet van toepassing op dit plan en komen dan ook niet ter sprake. In de toelichting wordt wel ingegaan op de juridische planopzet (hoofdstuk 2) en de planprocedure (hoofdstuk 3)
2 Juridische planopzet
2.1 Inleiding
Door de doelstelling van dit plan, zie het vorige hoofdstuk, is ook de juridische planopzet net even anders dan van een meer regulier bestemmingsplan. Voor de regels zelf wordt waar mogelijk wel aangesloten bij de reguliere indeling. De regels van voorliggend bestemmingsplan zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken:
  1. Inleidende regels;
  2. Bestemmingsregels;
  3. Algemene regels;
  4. Overgangs-, en slotregels.
De inhoud van deze hoofdstukken is soms wat beperkt en / of kent niet meer dan verwijzingen naar onderliggende bestemmingsplannen en / of het parkeerbeleid zelf.
2.2 Planspecifiek
Algemene achtergrond
Door een aanpassing van het Besluit ruimtelijke ordening kan, op basis van artikel 3.1.2 lid 2 sub a van het Bro kan een bestemmingsplan regels bevatten waarvan de uitleg bij de uitoefening van een daarbij aangegeven bevoegdheid, afhankelijk wordt gesteld van beleidsregels. Van belang daarbij is dat het algemeen gekende en geaccepteerde beleidsregels zijn.
 
Dit bestemmingsplan is op die manier opgezet. Het bestemmingsplan regelt alleen dát er voldaan moet worden aan de gemeentelijke parkeernormen en regels voor laden/lossen etc.. De parkeernormen zelf, of de wijze van toepassen worden in dit bestemmingsplan niet geregeld. Deze staan derhalve ook niet ter discussie in deze procedure.
 
Het voordeel van deze benadering is dat de beleidsregel zelf direct juridisch verankerd is via het bestemmingsplan én dat betekent dat, als de beleidsregel wordt aangepast, die vanzelf óók verankerd is in het daarvoor opgestelde bestemmingsplan. Alleen als de regeling uit het bestemmingsplan aangepast moet worden, in deze dus het toepassen van de parkeernormen en de afwijkingsregeling(zie hierna), dan moet het bestemmingsplan herzien worden.
 
Parkeernormen
Via voorliggend plan wordt het naleven van de gemeentelijke parkeernormen, zoals vastgelegd in de huidige beleidsregels (zie bijlage 1), en de opvolger daarvan verplicht gesteld. De parkeernorm, zoals vastgelegd in het beleid, is gebaseerd op kencijfers van het Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek (verder: CROW). In deze kencijfers is een range aangegeven waarbinnen een parkeernorm kan worden gekozen. De parkeernota geeft aan hoe binnen de gemeente Noordwijk gekomen is tot de precieze normen en tot de precieze toerekening van bezettingsgraden, en de wijze waarop het laden en lossen moet worden vormgegeven etc. (zie daartoe de Parkeernota in bijlage 1). Ook het fietsparkeren bij winkels, scholen en andere voorzieningen maakt onderdeel uit van de regeling.
 
Het huidige gemeentelijke Parkeerbeleid is zo goed mogelijk afgestemd op de gemeentespecifieke situatie. Daarbij is onderscheid gemaakt naar drie verschillende gebieden met eigen normen (het centrum van Noordwijk, overige bebouwde kom en het buitengebied). De onderstaande afbeelding maakt dit inzichtelijk.
 
 
Zoals gebruikelijk wordt beleid na een bepaald aantal jaar geëvalueerd en geactualiseerd en zo nodig herzien. Mede vanwege de fusie met Noordwijkerhout staat een dergelijke herziening gepland voor 2018/2019. De eerste onderzoeken zijn daarvoor in 2017 gedaan. De beleidsherziening kent zijn eigen wettelijke procedure. 
 
Bestaande regelingen
In verschillende bestemmingsplannen zoals deze nu gelden binnen de gemeente zijn regelingen opgenomen t.b.v. het parkeren. Om tot één regeling te komen worden deze regelingen met dit bestemmingsplan 'buiten werking gesteld'. Op deze wijze gaat binnen de gemeente één regeling gelden.
 
Voorwaardelijke verplichting & gebruik
Het voorzien in de juiste en voldoende parkeervoorzieningen is een voorwaardelijke verplichting. Dat betekent dat het niet alleen getoetst wordt op het moment dat een vergunning wordt verleend maar dat daarna ook voorzien moet worden in de juiste instandhouding van de voorzieningen.
De behoefte aan parkeervoorzieningen komt voort uit het gebruik van gronden en opstallen. Het is daarmee een 'gebruiksregeling' en niet een bouwbepaling. Dat betekent dat er aan moet worden voldaan ongeacht of er (al dan niet vergunningplichtig) gebouwd wordt.
 
Verbeelding
Omdat dit bestemmingsplan uitsluitend bestaat uit regels, en geen bestemmingen, bestaat de verbeelding uit niet meer dan de bepaling van het plangebied.
 
Afwijken
Het kan door plan- en / of locatiespecifieke oorzaken zijn dat de norm te streng is. Daarom kan afgeweken worden van de norm. Het kan zijn dat gezien het specifieke gebruik de norm lager kan zijn, of dat er meer dan voldoende parkeerplaatsen in het openbaar gebied zijn die aangewend mogen worden (en dat het dus onnodig is om te eisen dat de parkeerplaatsen op eigen terrein aangelegd worden). Bij herontwikkelingsopgave kan het ook zo zijn dat op de planlocatie volgens de huidige parkeernormen al een tekort is. Het is lang niet altijd mogelijk om dat tekort bij de herontwikkeling volledig op te lossen. Ook dan kan afgeweken worden. 
Afwijken vraagt altijd maatwerk. Daarom is een goede motivering nodig op het moment dat afgeweken wordt. Uit deze motivering moet ondermeer blijken waarom afgeweken wordt van de normen en waarom de ruimtelijke kwaliteit per saldo niet in het geding is.
 
Het omgekeerde van afwijken van de norm is het strenger maken van de norm. Dat kan soms óók nodig zijn. Daarom voorziet dit plan ook in een dergelijke regeling.
 
Toekomstige bestemmingsplannen
Bestemmingsplannen die worden vastgesteld na het vaststellen van dit bestemmingsplan dienen zelf te voorzien in een regeling t.a.v. het eisen van voldoende parkeerplaatsen en de verwijzing naar de beleidsregels daarover. Nieuwe bestemmingsplannen vervangen immers van rechtswege de onderliggende bestemmingsplannen. Dit laatste geldt overigens niet voor thematische paraplubestemmingsplannen, waarbij onderliggende bestemmingsplannen van kracht blijven.
 
3 Procedure
3.1 Algemeen
Bij de voorbereiding van een (voor)ontwerp bestemmingsplan dient overleg te worden gevoerd als bedoeld in artikel 3.1.1 Bro. Op basis van het eerste lid van dit artikel wordt overleg gevoerd met waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. Voor wat kleinere plannen kan, in overleg, afgezien worden van dit overleg. Er is na overleg met de hoogheemraadschap en provincie besloten dit overleg over te slaan.
 
Het ontwerpbestemmingsplan heeft conform afdeling 3.4 Awb gedurende 6 weken van 6 december 2017 t/m 16 januari 2018 ter inzage gelegen. Er was de mogelijkheid voor een ieder om zienswijzen in te dienen op het plan. Er zijn twee zienswijzen binnengekomen, waarvan één weer is ingetrokken (zie toelichting paragraaf 3.4). Na vaststelling door de Raad wordt het vaststellingsbesluit bekend gemaakt. Het bestemmingsplan ligt na bekendmaking 6 weken ter inzage. Gedurende deze termijn is er de mogelijkheid voor belanghebbenden beroep in te dienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State. Het bestemmingsplan treedt vervolgens daags na afloop van de tervisielegging in werking als er geen beroep is ingesteld. Is er wel beroep ingesteld dan treedt het bestemmingsplan ook in werking, tenzij naast het indienen van een beroepschrift ook om een voorlopige voorziening is gevraagd. De schorsing van de inwerkingtreding eindigt indien de voorlopige voorziening wordt afgewezen. De beroepsprocedure eindigt met het besluit van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
3.2 Verslag vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro
Voor dit plan is geen vooroverleg nodig. Het plan voorziet uitsluitend in een juridische borging van de gemeentelijke parkeernormen. Er is na overleg met de hoogheemraadschap en provincie besloten dit overleg over te slaan.
3.3 Verslag inspraak ex artikel 3.1.6 Bro
De maatschappelijke haalbaarheid dient in het kader van artikel 3.1.6 Bro verslagen te worden. Voor dit plan is geen inspraak nodig. Het plan voorziet uitsluitend in een juridische borging van de gemeentelijke parkeernormen. Om deze reden is het plan direct als ontwerp ter inzage gelegd.
3.4 Verslag zienswijzen
Er zijn twee zienswijzen binnengekomen, waarvan één weer is ingetrokken. In bijlage 2 wordt deze zienswijze samengevat en beantwoord. De zienswijze heeft geleid tot aanpassingen in de toelichting. Alle wijzigingen zijn beschreven in de Nota van beantwoording, opgenomen in de bijlagen bij toelichting.