direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Parapluherziening evenementen
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0599.BP1137PapluEvemnt-on01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding en doel van deze parapluherziening

In Rotterdam worden ieder jaar veel evenementen georganiseerd. Van straatfeest tot bruisend stadsspektakel, door zowel professionele organisatoren als bewoners zelf. Evenementen maken de stad aantrekkelijk om in te wonen en te bezoeken.

Bewoners ontmoeten elkaar op evenementen, vieren gezamenlijk belangrijke momenten, sporten in groepsverband en genieten van kunst en cultuur in de openlucht. Het evenementenaanbod weerspiegelt de identiteit van de stad met jaarlijks terugkerende evenementen als basis en daarbij steeds wisselende en nieuwe initiatieven. Rotterdam wil ruimte geven aan het initiatief uit de stad en stimuleert en faciliteert evenementen in de hele stad.

De gemeenteraad heeft op 9 juli 2019 het nieuwe 'Beleidskader Evenementen' vastgesteld. Rotterdam wil zijn positie als evenementenstad behouden en uitbouwen (met evenementen zoals het Eurovisie Songfestival en de Grand Départ). Daarnaast is één van de doelen in het nieuwe beleid een goede balans tussen levendigheid en leefbaarheid.

Vervolgens zijn er voor de belangrijkste evenementenlocaties locatieprofielen opgesteld. Met het opstellen van deze locatieprofielen is gestreefd om de balans te bewerkstelligen tussen levendigheid en leefbaarheid. Er is ingezet op een betere spreiding van evenementen over de stad en naar extra evenementenlocaties.

Met deze parapluherziening worden de ruimtelijke aspecten van evenementen in het openbaar toegankelijk gebied in een bestemmingsplan vastgelegd. In de kern komt de opzet neer op een regeling voor evenementen op evenemententerreinen, gebaseerd op de 'Locatieprofielen evenementenlocaties Rotterdam 2020' en een regeling voor evenementen buiten de evenemententerreinen verdeeld over de verschillende gebieden van Rotterdam.

1.2 Ligging plangebied

Het plangebied omvat het grootste deel van het gemeentelijk grondgebied van Rotterdam.

Deze parapluherziening geldt voor de gronden gelegen binnen de rode plancontouren.

Uitgezonderd zijn de volgende gebieden:

  • gebieden waar geen bestemmingsplan van kracht is (bijvoorbeeld Rotterdam Central District)
  • het gebied liggend binnen de veiligheidscontouren van het havenindustriegebied van Rotterdam (het blauw gearceerde gebied in de onderstaande afbeelding)
  • het gebied Hoek van Holland vanwege de het Natura 2000 gebied Solleveld en Kapittelduinen, Kapittelduinen ligt voor een groot deel binnen dit gebied
  • Bestemmingsplannen Merwe-Vierhavens is nog in procedure, in dit plannen wordt een op dit gebied toegeschreven evenementenregeling opgenomen.
  • Bestemmingsplan Rotterdam Central District is naar verwachting eerder klaar dan deze parapluherziening. Bij het vaststellen van de parapluherziening geldt de regeling dan ook voor het gebied Central District.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1137PapluEvemnt-on01_0002.png"

Hoofdstuk 2 Beleidskader

2.1 Rijks- en provinciaal beleid

Voor het onderhavig bestemmingsplan 'Parapluherziening evenementen' is geen rijks-, provinciaal of regionaal beleid van toepassing,

2.2 Gemeentelijk beleid

2.2.1 Beleidskader Evenementen 2019

Vastgesteld door de gemeenteraad op 9 juli 2019

In het Beleidskader Evenementen 2019 is aangegeven dat Rotterdam zeer in trek is als evenementenstad. Evenementen passen goed bij het dynamische karakter van de stad en trekken mede daardoor een groot en gevarieerd publiek. Het aanbod aan evenementen is de laatste jaren sterk gegroeid. Tegelijkertijd wordt de stad drukker en voller. De stad verdicht en ruimte wordt schaarser. Daarom zijn meer sturingsmiddelen nodig om het evenementenseizoen in goede banen te leiden. Meer sturing is vooral nodig om de balans tussen levendigheid en leefbaarheid in de hand te houden. Dat gebeurt door grenzen te stellen voor de meest gebruikte locaties en door betere spreiding van het aanbod aan evenementen over de stad. Het gewenste resultaat is dat Rotterdam een levendige evenementenstad blijft voor alle Rotterdammers, met meer mogelijkheden voor het bewaken/bewaren van de leefbaarheid en de draagkracht van locaties.

Het beleidskader gaat uit van 4 doelstellingen:

  • De Rotterdamse evenementen bieden samen een aantrekkelijk vrijetijdsaanbod voor álle Rotterdammers
  • We vinden een goede balans tussen leefbaarheid en levendigheid
  • Vergroten maatschappelijk en economisch rendement
  • Versterken (inter)nationale profiel van de stad
2.2.2 Locatieprofielen evenementenlocaties

Vastgesteld door B&W op 24 maart 2020

Om een goede balans tussen leefbaarheid en levendigheid te genereren, is er met betrekking tot evenemententerreinen het beleidskader 'Locatieprofielen evenementenlocaties' vastgesteld, zie Bijlage 1. Hierin staan voor 20 locaties spelregels en grenswaarden opgenomen, waaronder het aantal evenementen, het aantal bezoekers, de maximale geluidbelasting en de rust- en hersteltijden.

Door het vastleggen van spelregels is meer en betere sturing mogelijk door de gemeente, is verhelderd wat de mogelijkheden en onmogelijkheden zijn bij het organiseren en inrichten van een evenement (richtlijnen voor organisatoren) èn is duidelijk welke grenswaarden niet overschreden mogen worden (houvast voor omwonenden).

Op basis van de locatieprofielen geldt er voor parklocaties een rust- en herstelperiode. De rustperiode is er voor omwonenden en parkbezoekers om rust te kunnen ervaren. Wanneer het evenemententerrein in een park is, op onverhard terrein, geldt er tevens een herstelperiode. Deze periode bedraagt, op basis van de specifieke situatie per locatie, drie tot zes weken.

2.2.3 Algemene Plaatselijke Verordening

In de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam (APV) worden evenementen gecategoriseerd op basis van hun uitstraling op de openbare orde. Het risico van een 0-evenement is kleiner dan dat van een C-evenement.

  • 0-evenement: evenement met een laag risicoprofiel, waarvoor geen vergunning hoeft te worden aangevraagd. Het bezoekersaantal bedraagt maximaal 250 mensen en gaat om kleinschalige activiteiten die zich in de openbare ruimte afspelen met als doel vermaak en ontspanning te bieden;
  • A-evenement: laag risico-evenement, waarbij sprake is van een beperkte impact op de omgeving en het verkeer;
  • B-evenement: gemiddeld risico-evenement, waarbij sprake is van een grote impact op de directe omgeving en/of gevolgen voor het verkeer;
  • C-evenement: hoog risico-evenement, waarbij sprake is van een grote impact op de stad en/of regionale gevolgen voor het verkeer.

Op grond van de APV is het verboden zonder vergunning van de burgemeester een A-, B- of C-evenement te organiseren, toe te laten, feitelijk te leiden of daaraan deel te nemen. Aan deze vergunning kunnen ook nadere voorwaarden worden gesteld, o.a. met betrekking tot het geluids(niveau) en het verkeer dat het evenement veroorzaakt.

Het is verboden zonder kennisgeving aan de burgemeester een 0-evenement te organiseren, toe te laten, feitelijk te leiden of daaraan deel te nemen. De voorwaarden voor een 0-evenement staan in de APV onder artikel 2:25a. Hierin is opgenomen dat van een 0-evenement sprake is indien:

  • het een evenement in de openlucht betreft;
  • het aantal bezoekers niet meer bedraagt dan 250 personen;
  • het een evenement is dat plaatsvindt tussen 9.00 en 23.00 uur of op een zon- of feestdag tussen 13.00 uur en 23.00 uur;
  • het geluidsniveau op een afstand van 10 meter van enige geluidsbron niet meer bedraagt dan 80 dB(A);
  • het niet plaatsvindt op de rijbaan, een fiets-, bromfiets- of parkeergelegenheid of anderszins een belemmering vormt voor het verkeer en de hulpdiensten;
  • het geen extra politiecapaciteit vergt;
  • slechts kleine objecten worden geplaatst met een oppervlakte van maximaal 25 m² per object;
  • er geen ander evenement in de nabijheid plaatsvindt;
  • er een organisator is;
  • van een 0-evenementen is mede sprake indien het een huwelijksstoet van voertuigen op of aan de weg betreft.
2.2.4 Nota evenementenvergunningen 2019

Vastgesteld door B&W op 12 juni 2019

De Nota Evenementenvergunningen 2019 beschrijft de procedure vanaf de aanvraag tot en met de evaluatie van het (APV) vergunningstraject, wat de voorschriften zijn en wat alle betrokken partijen en belanghebbenden van elkaar mogen verwachten.

Naast de manier van indienen en het behandelen van vergunningaanvragen staan ook andere openbare orde- en veiligheidsafspraken in de nota. Op hoofdlijnen is de werkwijze per evenement dezelfde; de precieze uitvoering vergt maatwerk. De organisator is verantwoordelijk voor een goed en veilig verloop van het evenement en krijgt de ruimte voor het treffen van benodigde maatregelen. Afhankelijk van het evenement worden in het vergunningentraject verschillende gemeentelijke diensten en ketenpartners betrokken. Denk hierbij aan Verkeersregie, Stadsbeheer, RET, politie-eenheid Rotterdam, Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR), Bouw- en woningtoezicht en DCMR. Deze partijen toetsen de vergunningaanvraag en de bijbehorende plannen en geven advies aan de organisator. Zo kan de organisator komen tot een optimale planvorming van het evenement.

De burgemeester gaat pas over tot vergunningverlening wanneer alle plannen goedgekeurd zijn door de betrokken gemeentelijke diensten, hulpdiensten en ketenpartners. Ook tijdens grootschalige evenementen blijven de diensten en ketenpartners nauw betrokken en adviseren zij de burgemeester over het verloop van het evenement.

In de nota is uitgewerkt dat het verboden is om zonder APV-vergunning een evenement te organiseren (met uitzondering van de evenementen die vallen in de categorie 0-evenementen van de APV. Deze evenementen hebben een meldingsplicht). Een vergunning is bedoeld om de veiligheid van het publiek, de bezoekers en de omgeving zo veel mogelijk te waarborgen en om hinder en overlast te beperken. Een vergunning verplicht een organisator om de risico's zorgvuldig in kaart te brengen en te beheersen. Denk aan calamiteitenroutes, beveiliging en brandveiligheid. Vooraf wordt beoordeeld wat nodig is om een evenement veilig en goed te laten verlopen. Ook vormt de evenementenvergunning de basis voor bestuurlijk toezicht en handhaving op het evenement. Aan de vergunning zijn maatwerkvoorschriften verbonden met het oog op een veilig verloop van het evenement en het beperken van overlast door het evenement.

Het onderscheid in A/B/C evenementen is opgenomen in de Algemene plaatselijke verordening Rotterdam (APV), zie paragraaf 2.2.3.

Verder zijn er in de nota bepalingen opgenomen over de tijdsduur van evenementen.
Evenementen hebben een eindtijd van 23:00 uur tenzij anders bepaald in de evenementenvergunning. Evenementen moeten zoveel mogelijk tussen 8:00 en 23:00 uur worden op- en afgebouwd. Voor de zondag gelden afwijkende tijden. Tussen 23:00 en 8:00 uur mogen geen overlast veroorzakende opbouw-of afbouw activiteiten plaatsvinden in de buurt van woningen. De opbouw- en afbouwperiode voor alle A-evenementen, exclusief dag (-en) van het evenement, is maximaal vier dagen. De opbouw- en afbouwperiode van B/C-evenementen is zo kort mogelijk maar in beginsel niet meer dan zeven dagen, exclusief dag (-en) van het evenement. De opbouw- of afbouwperiode van B/C-evenementen in parken mag in beginsel niet langer dan tien dagen duren, exclusief dag (-en) van het evenement.

Evenementenoverzicht
Rotterdam is voor organisatoren een aantrekkelijke stad om evenementen te organiseren. Om te komen tot een goede spreiding en tot een divers en aantrekkelijk aanbod, wordt voor B/C-evenementen gewerkt met een evenementenoverzicht voor het aankomend jaar.

Goede spreiding in ruimte en tijd zorgt ervoor dat de stad de evenementen aan kan, hierbij is ook de capaciteit van de hulpdiensten van belang. Om te komen tot een afgewogen evenementenoverzicht brengen de diensten, ketenpartners en Stichting Rotterdam Festivals advies uit aan het college van B&W over het al dan niet plaatsen van evenementen op het evenementenoverzicht. Rotterdam Festivals beoordeelt de plannen en de meerwaarde van evenementen en kijkt naar een goede spreiding van evenementen in tijd en plaats. Ieder jaar stelt het college van B&W in november het evenementenoverzicht vast voor het jaar daarop en publiceren dit. Na vaststelling van het evenementenoverzicht dienen de organisatoren van evenementen die in het evenementenoverzicht staan voor 15 december van elk jaar een vergunningsaanvraag in bij de directie Veiligheid. Voor B/C-evenementen geldt dat een plek op het evenementenoverzicht een voorwaarde is om in aanmerking te komen voor een vergunning. Van ieder evenement wordt afzonderlijk de vergunningaanvraag beoordeeld tijdens het vergunningverleningstraject. Op basis van deze beoordeling neemt de burgemeester het besluit tot het wel/niet afgeven van een evenementenvergunning.

2.2.5 Coalitieakkoord 2018-2022 Nieuwe energie voor Rotterdam

Evenementen worden in het coalitieakkoord genoemd als motor voor een levendige stad. Een belangrijke ambitie is het verspreiden van meer evenementenlocaties over de stad. De binnenstad kan worden ontlast door Rotterdam zuid en de kleine kernen (Pernis, Rozenburg en Hoek van Holland) beter te betrekken. Er worden meer evenementenlocaties gezocht, ook voor tijdelijke horeca en initiatieven, waarbij wordt getracht de groene buitenruimte te ontzien.

2.2.6 Visie Toerisme, te gast in Rotterdam

Vastgesteld door B&W op 18 februari 2020

Sinds 2012 groeit het toerisme in Rotterdam. De toenemende drukte betekent dat er inspanningen nodig zijn om de aantrekkelijkheid te behouden en de stad een fijne plek te laten zijn voor wonen, werken, ontmoeten, verblijven en vermaak. Toerisme is van grote waarde voor de stad vanwege de daarbij behorende economische kansen. Bezoekers vragen om een gevarieerd aanbod van kunst, cultuur, winkels en evenementen. Evenementen voldoen aan een lokale behoefte maar iedereen is welkom om mee te genieten. Hierbij wordt gestreefd naar een goede balans tussen rust en reuring bijvoorbeeld door evenementen over de stad en in tijd te spreiden.

2.2.7 Programma Stadscultuur

Vastgesteld door B&W op 18 februari 2020

Stadscultuur staat voor alle facetten die bijdragen aan het levendig maken van de stad of de wijk voor de bewoners van Rotterdam. Onder Stadscultuur wordt verstaan: het ontwikkelen van de stad (wijk) als een vitale kwaliteitsplek voor ontmoeting, verblijf en vermaak om zodoende een essentiële bijdrage te leveren aan de Rotterdamse quality of life, met oog voor een goede balans tussen rust en reuring. De gebieden Delfshaven, Afrikaanderwijk, Oude Noorden en Hoek van Holland zijn aangewezen voor verlevendiging.
Ook is, op basis van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid vanwege de pijler Cultuur, voor het betreffende gebied ingezet op verlevendiging. Het Programma Stadscultuur en ook de uitwerking van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid houdt rekening met de doelen uit de horecagebiedsplannen, de Visie Toerisme en het Beleidskader Evenementen 2019.

Hoofdstuk 3 Juridische planbeschrijving

Binnen de ruimtelijke ordening staat het beschermen van een goed woon- en leefklimaat centraal. Evenementen kunnen voor overlast zorgen en hebben daarmee invloed op het woon- en leefklimaat. Om evenementen te mogen houden, dient dat geregeld te zijn in het bestemmingsplan. In deze parapluherziening is het ruimtelijk kader aangegeven waarbinnen evenementen kunnen plaatsvinden met oog voor de leefkwaliteit van de omwonenden en dat tevens recht doet aan de ambities van de gemeente om door middel van evenementen Rotterdam aantrekkelijk te houden voor bewoners en bezoekers.Uit het Coalitieakkoord, het gemeentelijke beleid en de jurisprudentie blijkt dat er een balans dient te zijn tussen rust en reuring.

Bij de wijze van bestemmen is gestreefd naar een evenwicht tussen de verschillende belangen rondom een evenement. Door het aantal evenementen, de duur van evenementen, de omvang van evenementen en de geluidbelasting te begrenzen (inclusief de toegestane tijd voor op- en afbouw) is er meer en betere sturing mogelijk op de balans tussen leefbaarheid en levendigheid (rust en reuring).

3.1 Juridische regeling

In deze 'Parapluherziening evenementen' is een regeling opgenomen voor evenementen in de buitenruimte van het openbaar toegankelijk gebied. Het gaat daarbij om de publieke ruimte in de open lucht, onderdeel van de gebiedbestemmingsplannen onder: groenbestemmingen, verkeersbestemmingen, recreatieve bestemmingen of waterbestemmingen.

Met deze parapluherziening wordt door middel van het opnemen van specifieke functieaanduidingen op de verbeelding de functie 'evenementen' toegevoegd aan genoemde bestemmingen. Bestemmingen met doorgaans een particuliere eigenaar als 'Wonen' of 'Tuin' zijn hiervan dus uitgesloten. Locaties waar evenementen gehouden worden, die toegestaan zijn door middel van een vergunning en verbonden zijn aan een, in een bestemmingsplan bestemde, (horeca)inrichting, vallen ook niet onder deze parapluherziening.

Per evenemententerrein/gebied is tegelijkertijd een onderverdeling gemaakt in evenementcategorieën op basis van het maximaal aantal bezoekers met een daarbij behorende geluidsbelasting (groot, middel, klein). Dit is een ruimtelijk onderscheid en wijkt af van het onderscheid dat gemaakt wordt op grond van de APV. De APV gaat uit van een onderscheid op basis van de verwachte verstoring van de openbare orde en veiligheid als gevolg van een evenement (A, B, C- evenementen).

Voor de goede orde wordt opgemerkt dat, om een evenement daadwerkelijk te kunnen houden, naast de ruimtelijke aspecten ook de regels op grond van de openbare orde dienen te worden afgewogen. Dit laatste blijft plaats vinden in het kader van de procedure voor een evenementenvergunning op grond van de APV. De parapluherziening geeft het ruimtelijk kader voor evenementen waarbinnen een flexibel vergunningen- en handhavingsapparaat op basis van de APV kan functioneren.

3.1.1 Definitie evenement

De definitie van het begrip 'evenement' is opgenomen in de regels, bij begripsbepalingen, zie onder artikel 2, lid 1.8 van dit plan.

Een evenement is in dit plan gedefinieerd als: "Een voor het publiek toegankelijke verrichting van vermaak, zoals een feest of muziekvoorstelling in de buitenruimte van het openbaar toegankelijk gebied.

Voor dit bestemmingsplan zijn uitgezonderd:

  • Kleinschalige evenementen
    Het zijn evenementen met minder dan 250 personen, die maximaal 1 dag mogen duren en waarbij de geluidbelasting maximaal 60 dB(A) en 70 dB(C) ter plaatse van de gevel van de dichtstbijzijnde Geluidgevoelige objecten mag zijn. Dit type evenement heeft geen tot weinig impact op de omgeving (komt overeen met regulier gebruik). In de definitie van het begrip 'evenement', zoals opgenomen in artikel 1.8 van dit plan zijn dergelijke evenementen uitgesloten.
    Voor dit soort kleinschalige evenementen is in de APV, afdeling 7, een vergelijkbare regeling opgenomen genaamd 0-evenementen.
  • Dit plan regelt niet de evenementen die plaatsvinden in de buitenruimte van een openbare inrichting op basis van artikel 2:28 APV (Exploitatievergunning), wat tevens een milieu-inrichting is op grond van de Wet Milieubeheer. Daarbij geldt dat de buitenruimte als behorend bij de inrichting dient te zijn bestemd (of aangeduid) in het gebiedsbestemmingsplan vallend onder deze parapluherziening. In dat geval telt een evenement op het terras van een horeca-inrichting niet mee voor deze parapluherziening.
  • Dit plan is verder niet van toepassing op markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet en markten die vallen onder de “Beleidsregel Evenementenmarkten: Braderieën, Rommelmarkten en Themamarkten Rotterdam 2018”.
  • uitgezonderd zijn ook betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties en activiteiten als bedoeld in artikel 2:9 (straatartiest) van de APV.
  • Verder zijn uitgezonderd optochten (niet zijnde betogingen als hiervoor genoemd), sportwedstrijden en wandeltochten op openbare wegen en paden zonder parcoursafzetting, tribunes en/of versterkt geluid.

Wanneer, optochten (niet zijnde een betogingen als hiervoor genoemd) sportwedstrijden, wandeltochten op openbare wegen plaatsvinden met gedeeltelijke parcoursafzettingen waaronder start, finish en eventuele locaties langs de weg met podiumopstelling, versterkt muziek of tribunes worden alleen deze locaties meegerekend als evenement. Wanneer het gehele parcours is afgezet, telt de locatie mee als evenement voor het betreffende gebied waarin de route ligt.

Naar aanleiding van het opstellen van deze parapluherziening is het voornemen om de APV te wijzigen voor wat betreft het geluidsniveau van een 0-evenement. De eis dat het geluidsniveau van een 0-evenement niet meer mag bedragen dan 80 dB(A) op 10 meter van de bron, wordt aangevuld met een maximaal toegestane geluidwaarde ter plaatse van de dichtstbijzijnde geluidgevoelige bestemming; 60 dB(A) en 70 dB(C). Tevens wordt aangevuld dat naast de maximale waarde van 80 dB(A) een maximale waarde van 90 dB(C) geldt.

3.1.2 Evenemententerreinen en gebieden

Bij het regelen van de functie 'evenementen' is een tweedeling gemaakt tussen de evenementen die op evenemententerreinen georganiseerd worden en de evenementen die buiten de evenemententerreinen plaatsvinden. Voor evenementen die op een evenemententerrein worden georganiseerd, is het beleidsdocument Locatieprofielen evenementenlocaties opgesteld.

Het ruimtelijk kader voor het exploiteren van evenementen op deze terreinen is op dit beleid gebaseerd. Voor de overige evenementen die buiten deze evenementenlocaties plaatsvinden, is een vergelijkbare regeling opgenomen per gebied waar de evenementen geclusterd zijn. Hierbij is uitgegaan van de gebiedsindeling van Rotterdam.

De evenemententerreinen en evenementengebieden zijn op de verbeelding ruimtelijk begrensd en genummerd, in de regels is aangegeven om welk terrein of gebied het gaat.

De rust- en hersteltijdenregeling, die opgenomen is in de Locatieprofielen evenementenlocaties, is niet overgenomen in dit bestemmingsplan. Het instrument bestemmingsplan is onvoldoende flexibel om de regeling aan te passen bijvoorbeeld na een, op basis van de locatieprofielen, te houden evaluatie. De afweging omtrent de rust- en hersteltijden zal bij de evenementenvergunningprocedure worden gemaakt.

3.1.2.1 Overige zone - evenemententerrein

De evenementenlocaties worden op de verbeelding aangegeven met de functieaanduiding 'overige zone - evenemententerrein'.

Voor de op de verbeelding aangegeven aanduiding is in de regel van dit plan (artikel 5.1 Evenemententerreinen) aangegeven (per evenementenlocatie) hoeveel evenementen inclusief het aantal evenementendagen zijn toegestaan, het aantal bezoekers dat gelijktijdig aanwezig mag zijn en de maximale geluidsbelasting gemeten ter plaatse van de gevel van het dichtstbijzijnde geluidsgevoelig object, per evenementencategorie groot – middel – klein.

3.1.2.2 Overige zone - gebied

De overig gebieden worden op de verbeelding aangegeven met de functieaanduiding 'overige zone - gebied'. Hiermee worden de evenementen geregeld voor de verschillende gebieden in de stad met uitzondering van de evenemententerreinen.

Voor de op de verbeelding aangegeven aanduiding is in de regel van dit plan (artikel 5.2 Evenementen per gebied) aangegeven (per gebied) hoeveel evenementen inclusief het aantal evenementendagen in het openbaar toegankelijk gebied zijn toegestaan, het aantal bezoekers dat gelijktijdig aanwezig mag zijn en de maximale geluidsbelasting gemeten ter plaatse van de gevel van het dichtstbijzijnde geluidsgevoelig object, per evenementencategorie groot – middel – klein.

3.1.3 Maximaal aantal evenementen

Bij het bepalen van de mogelijkheden op de evenementenlocaties is het beleidsdocument Locatieprofielen evenementenlocaties als uitgangspunt genomen. In elk locatieprofiel is een maximum aantal evenementen en evenementendagen in verschillende evenementencategorieën per jaar opgenomen. Voor meer informatie over de evenemententerreinen zie paragraaf 3.2. In deze paragraaf wordt ingegaan op de afzonderlijke terreinen.

Bij het bepalen van het aantal evenementen en evenementendagen in de gebieden is gekeken naar het aantal evenementen dat is georganiseerd in de voorgaande jaren en de gewenste spreiding van evenementen uit het Coalitieakkoord. Het uitgangspunt is een goede balans tussen leefbaarheid en levendigheid te bewerkstelligen. Door deze methodiek kan het aantal toegestane evenementen op sommige locaties afwijken van het aantal dat in voorgaande jaren heeft plaatsgevonden.

Het aantal evenementendagen per jaar ligt in de meeste gevallen hoger dan het aantal evenementen, om meerdaagse evenementen mogelijk te maken. Het aantal evenementendagen betekent het aantal dagen waarop het evenement voor publiek toegankelijk is, dus zonder de op- en afbouwdagen. Voor meer informatie over de gebieden zie paragraaf 3.3. In deze paragraaf wordt ingegaan op de afzonderlijke gebieden.

Het maximum aantal evenementen dat vermeld wordt per evenementenlocatie is niet cumulatief. Als er 3 evenementendagen in een bepaalde evenementencategorie staat, dan betekent dit dat er jaarlijks maximaal 3 evenementendagen in die categorie plaats kunnen vinden. Als er 2 evenementen en 3 evenementendagen in een evenementencategorie is opgenomen, betekent dit jaarlijks maximaal 1 evenement van 1 dag en 1 evenement van 2 dagen.

Sinds het voorjaar van 2020 geldt in Rotterdam een verbod op het afsteken van vuurwerk. Om alternatieve vieringen in verband met oud en nieuw mogelijk te maken, wordt er per gebied één viering met een beperkt aantal uren mogelijk met een beperkte op- en afbouwregeling, zie artikel 4.1.7. Dit is bovenop het genoemde aantal in de regels voor Evenemententerreinen en de Evenementen per gebied, zie art 5.2.

3.1.4 Maximaal aantal bezoekers

Per evenemententerrein/gebied is aangegeven wat het maximale aantal bezoekers is dat gelijktijdig per evenement is toegestaan. Daarvoor is een onderverdeling gemaakt in 3 evenementencategorieën:

  • Categorie Groot: evenementen met bezoekersaantal meer dan 2500 bezoekers tot en met het bepaalde maximum aantal bezoekers van het evenemententerrein of gebied;
  • Categorie Middel: evenementen met een bezoekersaantal tussen de 501 en 2500;
  • Categorie Klein: evenementen met bezoekersaantal tot en met 500.

In artikel 4.1.6 gebruiksruimte categorie Groot en Middel is verder geregeld dat de gebruiksruimte van een 'Groot' of 'Middel' evenement gebruikt mag worden door een 'Middel' respectievelijk 'Klein' evenement indien blijkt dat ruimte resteert binnen de categorie 'Groot' of 'Middel'. Dit onder de voorwaarde dat vastgehouden wordt aan de maximale geluidsbelasting en op- en afbouwperiode van de oorspronkelijke categorie.

3.1.5 Maximale geluidbelasting

In de regels zijn de maximaal toegestane geluidgrenswaarden opgenomen, gemeten ter plaatse van de buitenzijde van de gevel van omringende geluidsgevoelige objecten. Voor de onderbouwing van deze geluidwaarden, zie 4.1 Geluid. Dit laat overigens onverlet dat op grond van andere wet- en regelgeving (bijvoorbeeld de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) aanvullende, strengere regulering kan plaatsvinden.

De geluidbelasting is uitgedrukt in dB(A) en dB(C). De eenheid waarin de sterkte
van het geluid wordt weergegeven is dB(A). Laagfrequent geluid zoals bastonen in muziek wordt uitgedrukt in dB(C).
De maximale geluidbelasting geldt ter plaatse van de gevel van Geluidgevoelige objecten, dit zijn voor dit bestemmingsplan onder andere woningen en verpleeghuizen. Voor ziekenhuizen zijn strengere geluidgrenswaarden opgenomen om geluidhinder bij patiënten te voorkomen, zie geluidgrenswaarden ziekenhuizen. Aanvullende voorwaarden kunnen worden vastgelegd in de evenementenvergunning.

3.1.6 Begin- en eindtijden

De begin- en eindtijden zijn gebaseerd op de Nota evenementenvergunningen 2019. Een evenement mag plaatsvinden tussen 09.00 uur en 23.00 uur, en op zon- en feestdagen tussen 13.00 - 23.00 uur, zie artikel 4.1.4 begin- en eindtijden van evenementen. In dit artikel is 1 uitzondering opgenomen waarbij voor evenementen vanwege de viering van oud- en nieuwjaar een eindtijd van 01.00 uur geldt.

3.1.7 Op- en afbouwperiode

De regeling voor de op- en afbouwperiode is gebaseerd op de regeling zoals opgenomen in de Nota evenementenvergunningen 2019. Er geldt één periode voor de op- en afbouwperiode. Algemeen kan gesteld worden dat de opbouw langer duurt dan de afbouw, meestal factor 1,5 - 2.

In een park zijn de omstandigheden om een evenement op- en af te bouwen lastiger dan op een plein of een straat. In een park is de ondergrond doorgaans onverhard, dat maakt de aan- en afvoer van materialen moeilijker. Tegelijkertijd moet er rekening worden gehouden met de aanwezige natuur. Daarom geldt er een langere op- en afbouwperiode voor parken.

Er wordt in de evenementenvergunning gestreefd naar een zo kort mogelijke op- en afbouwperiode waarbij aandacht voor de bescherming van de buitenruimte blijft. Vanwege een grote diversiteit aan evenementen en de daarbij benodigde middelen (tenten, podia, hekken, audioapparatuur etc.) is niet in generieke zin aan te geven hoelang de op- of afbouw afzonderlijk mag duren. Ook de locatie van het te houden evenement is zeer bepalend in de duur van de op- en afbouw.

Voor de op- en afbouw zijn in artikel 4.1.5 op- en afbouwperiode de volgende maxima opgenomen:

Categorie Klein   4 dagen  
Categorie Middel binnen parken   10 dagen  
Categorie Middel buiten de parken   7 dagen  
Categorie Groot binnen parken   15 dagen  
Categorie Groot buiten de parken   7 dagen  

Bij de op- en afbouwperiode in de categorie 'Groot binnen parken' gaat het om een maximum periode zonder ontheffingsmogelijkheid voor een langere (onbepaalde) periode, hetgeen afwijkt van de regeling in de Nota evenementenvergunningen. Opgemerkt wordt dat het om een maximale periode gaat en het streven blijft om de periode zo kort mogelijk te laten zijn.

Om eventuele geluidshinder te voorkomen is het niet toegestaan om de op- en afbouw voor 8.00 uur en na 23.00 uur plaats te laten vinden. Op zondag is het vanwege de Zondagswet niet toegestaan voor 12.00 uur en na 23.00 uur. Uitsluitend wanneer het geluidsarme activiteiten betreft, kan hiervan worden afgeweken, bijvoorbeeld voor het veiligstellen van apparatuur en het opbergen van bederfelijke waren. Verder kan op grond van andere wet- en regelgeving (bijvoorbeeld de APV) aanvullende, strengere regulering met betrekking tot de op- en afbouw plaatsvinden.

3.1.8 Risicobronnen externe veiligheid

Binnen het plangebied Parapluherziening evenementen liggen verschillende risicobronnen met betrekking tot externe veiligheid. Rondom deze bronnen liggen zones waarin bezoekers aan een evenement een hoger risico lopen om slachtoffer te worden van een incident dan elders in de stad.

De zones zijn op de verbeelding opgenomen met de gebiedsaanduiding 'Plasbrandaandachtsgebied/vrijwaringszone' en 'Effectgebied externe veiligheid'. Regels hierover zijn opgenomen in artikel 5.3. Zie verder paragraaf 4.3.1 Externe veiligheid.

3.2 Evenemententerreinen

In het beleidskader 'Locatieprofielen evenemententerreinen 2020' wordt voor 20 evenementenlocaties in Rotterdam aangegeven hoe de terreinen voor evenementen gebruikt mogen worden. In dit bestemmingsplan zijn de ruimtelijk relevante aspecten uit deze locatieprofielen overgenomen voor de betreffende 20 locaties.

Het gaat om de volgende evenemententerreinen:

'Afrikaanderplein en - park', 'Coolsingel - Weena- Hofplein', 'Grotekerkplein', 'Het Park', 'Kralingse Bos Oostzijde', 'Kralingse Bos Westzijde', 'Lloyd Multiplein', 'Museumpark', 'Noordplein', 'Oeverpark Nesselande', 'Park de Twee Heuvels', 'Plein 1940', 'Roel Langerakpark', 'Schouwburgplein', 'Sidelingepark', 'Stadhuisplein', 'Vroesenpark', 'Wijkpark het Oude Westen', 'Willemsplein en Willemskade', 'Zuiderpark -Vaanweidezijde'.

In onderstaande paragrafen worden alle evenemententerrein nader toegelicht zoals nu opgenomen in dit bestemmingsplan.

3.2.1 Afrikaanderplein- en park

Gebied Feijenoord, buurt Afrikaanderwijk.

Het Afrikaanderplein maakt deel uit van de stedelijke hoofdstructuur en is het belangrijkste stadsplein 'op Zuid'. Het bestaat uit een groen parkdeel omsloten door een hekwerk met daarbuiten aan twee zijden een brede, L-vormige verharde zone. Het verharde deel wordt gebruikt als weekmarkt. Het parkdeel sluit aan op wijkvoorzieningen als sportvelden en een heemtuin. Op zonnige dagen in de zomer is het een door de buurt zeer druk gebruikte plek. Tijdens marktdagen zijn evenementen niet gewenst (woensdag en zaterdag).

De evenementen die jaarlijks ruimtelijk worden mogelijk gemaakt, zijn opgenomen onder artikel 5.1.1 evenemententerreinen 1. Verlevendiging op deze locatie is gewenst. Ook uit de participatie is de wens naar voren gekomen meer kleine evenementen mogelijk te maken, 30 evenementendagen, waarvan 20 evenementdagen met een lage geluidsbelasting, worden aanvaardbaar geacht op deze locatie.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1137PapluEvemnt-on01_0003.png"

3.2.2 Coolsingel, Weena, Hofplein

Gebied Centrum, buurt, Stadsdriehoek.

Locatieprofiel Coolsingel betreft het Weena, Hofplein en Coolsingel met het stadhuis. De evenementenlocatie maakt deel uit van de stedelijke hoofdstructuur. Het is een dynamisch gebied. De Coolsingel is mede vanwege het stadhuis een belangrijke locatie voor grote evenementen. Na de herinrichting krijgt de Coolsingel een boulevardfunctie.

De evenementen die jaarlijks ruimtelijk worden mogelijk gemaakt, zijn opgenomen onder onder artikel 5.1.2 evenemententerreinen 2.

De categorie groot is onderverdeeld in I en II om aan te geven dat jaarlijks slechts twee evenementen mogelijk worden gemaakt met een maximale geluidbelasting van 85 dB(A) en 95 dB(C) op de dichtstbijzijnde gevel van een geluidgevoelig object. De Coolsingel is een belangrijke plek voor iconische evenementen. Na de herinrichting krijgt de Coolsingel een boulevardfunctie en daarom worden kleine evenementen mogelijk gemaakt. Vier grote evenementen en maximaal 13 evenementendagen op de Coolsingel zijn maatschappelijk aanvaardbaar.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1137PapluEvemnt-on01_0004.png"

3.2.3 Grotekerkplein

Gebied Centrum, buurt Stadsdriehoek.

Het Grotekerkplein is een relatief klein plein en park (grasveld) in het centrum. Het ligt tussen de Grote of St. Laurenskerk en de Rotte en beslaat het stadspodium, een grasveld en een waterpodium. Op het Stadspodium vindt programmering van evenementen plaats door Stichting Stadspodium. Stichting Stadspodium heeft een exploitatievergunning voor de (Wm) inrichting 'Stadspodium'. Strikt genomen vallen de evenementen die binnen deze inrichting mogelijk worden gemaakt buiten de parapluherziening. In dit specifieke geval is hierop een uitzondering gemaakt en geldt dat binnen het totaal aantal mogelijk gemaakte evenementen op het Grotekerkplein, ook de evenementen van Stichting Stadspodium vallen.

De toegang tot de Laurenskerk dient altijd vrij te zijn. Op het evenemententerrein mogen maximaal 5000 bezoekers aanwezig zijn, daarbij geldt dat op basis van de Locatieprofielen dat op het grasveld maximaal 4000 bezoekers aanwezig mogen zijn.

De evenementen die jaarlijks ruimtelijk worden mogelijk gemaakt, zijn in de regels opgenomen onder artikel 5.1.3 evenemententerreinen 3. In het kader van verlevendiging is jarenlang ingezet op kleinschalige programmering op het Grotekerkplein, daarom worden hier relatief veel kleinschalige evenementen mogelijk gemaakt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1137PapluEvemnt-on01_0005.png"

3.2.4 Het Park

Gebied Centrum, buurt Nieuwe Werk.

Het Park is een stadspark uit ca 1850 (rijksmonument) ontworpen door vader en zoon Zocher. Twee delen zijn geschikt voor evenementen: de Velden en de Kievitsweide. In verband met de aanwezigheid van het Erasmus medisch centrum geldt er een lagere maximale geluidswaarde ter plaatse van de buitengevel van dat ziekenhuis. In het park bevindt zich de Noorse Kerk aan de Westzeedijk.

De evenementen die jaarlijks ruimtelijk worden mogelijk gemaakt, zijn in de regels opgenomen onder artikel 5.1.4 evenemententerreinen 4. In Het Park vinden weinig evenementen plaats waardoor de incidentele hogere geluidsbelasting op de gevel van de omringende woningen aanvaardbaar is.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1137PapluEvemnt-on01_0006.png"

3.2.5 Kralingse Bos Oostzijde

Gebied Kralingen-Crooswijk, buurt Kralingse Bos.

Het stadspark is in 1925 aangelegd op basis van het ontwerp van Bijhouwer. Naast de gebruikelijke parkactiviteiten zijn er ook watersportactiviteiten en is er een ruiterpad. Tijdens de op- en afbouw van grootschalige evenementen is een combinatie van werkverkeer en fietsverkeer op de fietspaden niet toegestaan.

De evenementen die jaarlijks ruimtelijk worden mogelijk gemaakt, zijn in de regels opgenomen onder artikel 5.1.5 evenemententerreinen 5.

De categorie groot is onderverdeeld om aan te geven dat jaarlijks één langdurig evenement is toegestaan met een hoge geluidbelasting en één evenement met een lage geluidbelasting, vergelijkbaar aan de geluidsbelasting van een evenement in de categorie klein. In totaal zijn er 25 evenementdagen mogelijk gemaakt waarvan maximaal 5 dagen met een hoge geluidbelasting. De overige evenementdagen hebben een lage maximale geluidgrenswaarde. Dit is maatschappelijk aanvaardbaar op deze locatie.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1137PapluEvemnt-on01_0007.png"

3.2.6 Kralingse Bos Westzijde

Gebied Kralingen-Crooswijk, buurt Kralingse Bos.

De westzijde van het Kralingse Bos bestaat uit open terrein, waar de meeste evenementen plaatsvinden. Tijdens de op- en afbouw van grootschalige evenementen is een combinatie van werkverkeer en fietsverkeer op de fietspaden niet toegestaan. Het voet- en fietspad aan het Langepad mag niet gebruikt worden als aan- en afvoerroute tijdens de op- en afbouw.

De evenementen die jaarlijks ruimtelijk worden mogelijk gemaakt, zijn in de regels opgenomen onder artikel 5.1.6 evenemententerreinen 6. Kralingse Bos Westzijde is één van de weinige plekken in Rotterdam waar veel bezoekers tegelijk aanwezig kunnen zijn en daarom is het evenemententerrein uniek voor het organiseren van grote evenementen. De 4 grootschalige evenementen die hier plaatsvinden worden voorafgaand aan het kalenderjaar aangekondigd. De geluidbelasting van 70 dB(A) en 88 dB(C) is hoog maar omdat dit maximaal 4 dagen per jaar voorkomt van de in totaal 18 evenementdagen is dit maatschappelijk aanvaardbaar.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1137PapluEvemnt-on01_0008.png"

3.2.7 Lloyd Multiplein

Gebied Delfshaven, buurt Schiemond.

Het Lloyd Multiplein is een verhard plein en is ontworpen als evenementenlocatie met behorende voorzieningen. Het plein ligt buitendijks en is gescheiden van het autoverkeer op de Westzeedijk door een dijk die deel uitmaakt van de primaire waterkering. De ligging aan de Maas geeft het plein een bijzondere kwaliteit. Op het Lloyd Multiplein is tweemaal per jaar de kermis, gedurende 39 dagen, die een lagere maximale geluidswaarde heeft dan andere grote evenementen.

De volgende evenementen die jaarlijks die jaarlijks ruimtelijk worden mogelijk gemaakt, zijn in de regels opgenomen onder artikel 5.1.7 evenemententerreinen 7.

In de categorie 'Groot' is een onderverdeling gemaakt ten behoeve van de kermis die op deze locatie gehouden wordt en een lagere geluidsbelasting heeft. Hoewel de kermis veel bezoekers trekt, is aan deze periode slechts een maximale geluidbelasting toegekend van 62 dB(A) en 75 dB(C). Daarnaast zijn er twee evenementdagen waarbij een hogere geluidgrenswaarde is toegestaan. Uit de participatie is de wens naar voren gekomen om meer kleine evenementen mogelijk te maken, dit is gehonoreerd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1137PapluEvemnt-on01_0009.png"

3.2.8 Museumpark

Gebied Centrum, buurt Dijkzigt.

Hert Museumpark is nu een stadspark maar was ooit onderdeel van het landgoed van de familie Van Hoboken. Het park wordt omringd door de belangrijkste culturele voorzieningen van Rotterdam. Tevens ligt het naast het Erasmus medisch centrum waar het fysiek mee is verbonden. Evenementen mogen worden gehouden op het deel boven de parkeergarage en het voorplein.

De evenementen die jaarlijks ruimtelijk worden mogelijk gemaakt, zijn in de regels opgenomen onder artikel 5.1.8 evenemententerreinen 8. In het museumpark vinden jaarlijks veel evenementen plaats, maar met een relatief lage geluidbelasting. Er wordt in de geluidbelasting rekening gehouden met de nabijheid van het ziekenhuis. Daarom zijn 53 evenementendagen per jaar met deze relatief lage geluidbelasting maatschappelijk aanvaardbaar.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1137PapluEvemnt-on01_0010.png"

3.2.9 Noordplein

Gebied Noord, buurt Oude Noorden.

Het Noordplein wordt gebruikt als marktplein en vanwege de verkeersfunctie van het plein is er veel reuring. Naast het gebruik als marktplein vinden er kleinschalige en middelgrote (meerdaagse) evenementen plaats.

De evenementen die jaarlijks ruimtelijk worden mogelijk gemaakt, zijn in de regels opgenomen onder artikel 5.1.9 evenemententerreinen 9.

De categorie Klein en Middel zijn onderverdeeld in I en II. Binnen Middel zijn 4 evenementen mogelijk en maximaal 8 evenementendagen. Binnen Klein zijn 20 evenementen mogelijk en maximaal 35 evenementendagen. Het verschil in categorie I en II bestaat uit de toegestane geluidbelasting zodoende is het mogelijk om evenementen met een muziekprogramma mogelijk te maken. Uit de participatie is gebleken dat verlevendiging van het plein door middel van evenementen gewenst is. Het totaal van 43 evenementendagen op deze locatie is maatschappelijk aanvaardbaar.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1137PapluEvemnt-on01_0011.png"

3.2.10 Oeverpark Nesselande

Gebied Prins Alexander, buurt Nesselande.

Het Oeverpark markeert de overgang van woonwijk Nesselande naar de Zevenhuizerplas met recreatiegebied de Rottemeren. De locatie is aangrenzend aan de gemeente Zuidplas. Het park wordt vooral gebruikt om te sporten, skaten. Aansluitend aan het evenemententerrein, de Zevenhuizerplas is een locatie voor watersport (waterskibaan, jachthaven).


De evenementen die jaarlijks ruimtelijk worden mogelijk gemaakt, zijn in de regels opgenomen onder artikel 5.1.10 evenemententerreinen 10. Deze grote evenementenlocatie is van belang voor de hele stad en dat maakt dat maximaal 5 dagen een groot evenement aanvaardbaar is. De kleinere evenementen hebben een lagere geluidbelasting. Uit de participatie is naar voren gekomen dat verlevendiging gewenst is, dit is mogelijk gemaakt door het toekennen van ruimte voor middelgrote en kleine evenementen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1137PapluEvemnt-on01_0012.png"

3.2.11 Park de Twee Heuvels

Gebied IJsselmonde, buurt Groot IJsselmonde.

Het park is opgebouwd rond twee verhoogde plekken en bestaat uit beboste delen onderbroken door open velden en water. In het kader van de spreiding van evenementen over de stad is het park geschikt gemaakt voor evenementen en worden hier dus evenementen mogelijk gemaakt. In totaal 8 evenementdagen per jaar, dit is maatschappelijk aanvaardbaar.

De evenementen die jaarlijks ruimtelijk worden mogelijk gemaakt, zijn in de regels opgenomen onder artikel 5.1.11 evenemententerreinen 11.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1137PapluEvemnt-on01_0013.png"

3.2.12 Plein 1940

Gebied Centrum, buurt Stadsdriehoek.

Het plein ligt aan de Blaak en de Leuvehaven. In het midden van het plein staat het beeld 'De Verwoeste Stad' van Zadkine. Het gebruik bestaat uit herdenkingsactiviteiten, evenementen en voor de tijdelijke ijsbaan waarvoor apart lage geluidswaarden van toepassing zijn.

De evenementen die jaarlijks ruimtelijk worden mogelijk gemaakt, zijn in de regels opgenomen onder artikel 5.1.12 evenemententerreinen 12.

In de categorie Groot is een onderverdeling in I en II gemaakt om binnen II maximaal 4 evenementen met in totaal maximaal 6 evenementendagen een hogere geluidsbelasting mogelijk te maken. In totaal zijn er jaarlijks maximaal 50 evenementdagen op een heel centrale plek in de stad. Daarvan zijn 30 dagen beschikbaar voor een middelgroot evenement, maar met een lage geluidsbelasting.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1137PapluEvemnt-on01_0014.png"

3.2.13 Roel Langerakpark

Gebied Noord, buurt Blijdorpsepolder.

Het Roel Langerakpark is een 18,3 hectare groot stadsdeelpark en grenst aan Diergaarde Blijdorp, een volkstuinencomplex en sportverenigingen. De ondergrond van het park is geschikt gemaakt voor evenementen.

De evenementen die jaarlijks ruimtelijk worden mogelijk gemaakt, zijn in de regels opgenomen onder artikel 5.1.13 evenemententerreinen 13. In totaal zijn er jaarlijks 14 evenementendagen, dat is een relatief laag aantal en daarmee maatschappelijk aanvaardbaar.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1137PapluEvemnt-on01_0015.png"

3.2.14 Schouwburgplein

Gebied Centrum, buurt Cool.

Het Schouwburgplein is een stadsplein in het centrum. Het ligt boven een parkeergarage en is ontworpen als 'stadspodium' met banken, fontein en verlichting. Er worden jaarrond 'low impact' activiteiten georganiseerd om het gebruik van de ruimte te stimuleren. De programmering op Schouwburgplein wordt gecoördineerd door Vereniging Verenigd Schouwburgplein.
De evenementen die jaarlijks ruimtelijk worden mogelijk gemaakt, zijn in de regels opgenomen onder artikel 5.1.14 evenemententerreinen 14.

In de categorie Groot is een onderverdeling in I en II gemaakt om binnen I een evenement van maximaal 2 evenementendagen een maximale geluidsbelasting van 82 dB(A) en 92 dB(C) mogelijk te maken. Door de centrale ligging vinden hier jaarlijks veel evenementen plaats waar publiek uit de hele stad op af komt. Dit is een van de belangrijkste evenementenpleinen van de stad. Daarom zijn 37 evenementendagen per jaar maatschappelijk aanvaardbaar.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1137PapluEvemnt-on01_0016.png"

3.2.15 Sidelingepark

Gebied Overschie, buurt Kleinpolder.

Het Sidelingepark ligt tussen Overschie en de geluidschermen van de snelweg A13. Het park bestaat uit twee delen, noord en zuid die van elkaar zijn gescheiden door de Baanweg. Het noordelijke deel is het evenemententerrein. De woningen zijn van het park gescheiden door een ruime, groene singel. Het park is een belangrijke plek voor de directe omgeving, voor spel, sport, skate, rusten, wandelen, zitten, ontmoeten en activiteiten. Daarnaast wordt het park gebruikt voor diverse, stedelijke, evenementen.
De evenementen die jaarlijks ruimtelijk worden mogelijk gemaakt, zijn in de regels opgenomen onder artikel 5.1.15 evenemententerreinen 15. Het aantal kleine evenementen is mede op basis van de participatie gesteld op maximaal 20 dagen per jaar. Een totaal van maximaal 24 evenementdagen per jaar is daarom maatschappelijk aanvaardbaar.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1137PapluEvemnt-on01_0017.png"

3.2.16 Stadhuisplein

Gebied Centrum, buurt Cool.

Het Stadhuisplein is een belangrijke centrale locatie in de stad. Het plein ligt tegenover het Stadhuis Rotterdam aan de Coolsingel. Aan de westzijde sluit het aan op de Lijnbaan. Het is te karakteriseren als 'het uitgaansplein' van het stadscentrum.

De evenementen die jaarlijks ruimtelijk worden mogelijk gemaakt, zijn in de regels opgenomen onder artikel 5.1.16 evenemententerreinen 16. Het aantal kleine evenementen is mede op basis van de participatie gesteld op maximaal 14 evenementendagen per jaar. Een totaal van maximaal 18 evenementdagen per jaar is maatschappelijk aanvaardbaar.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1137PapluEvemnt-on01_0018.png"

3.2.17 Vroesenpark

Gebied Noord, buurt Blijdorp.

Het Vroesenpark is een stadspark dat in 1929 is aangelegd tegenover Diergaarde Blijdorp. In de zomer wordt vooral het zuidelijke veld intensief gebruikt als barbecueplek.

De evenementen die jaarlijks ruimtelijk worden mogelijk gemaakt, zijn in de regels opgenomen onder artikel 5.1.17 evenemententerreinen 17. In het Vroesenpark vinden jaarlijks maximaal 14 evenementendagen per jaar plaats, waarvan 2 dagen met een hoge geluidbelasting. Dat is maatschappelijk aanvaardbaar.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1137PapluEvemnt-on01_0019.png"

3.2.18 Wijkpark het Oude Westen

Gebied Centrum, buurt Oude Westen.

Het Wijkpark Oude Westen is een groene plek midden in de binnenstad van Rotterdam. De locatie is vooral in gebruik als wijkpark. Er zijn verschillende bewonersinitiatieven zoals het dierenhof en de bewonerstuin en wordt daarom ook gebruikt voor buurtactiviteiten.

De evenementen die jaarlijks ruimtelijk worden mogelijk gemaakt, zijn in de regels opgenomen onder artikel 5.1.18 evenemententerreinen 18.

In de categorie Groot is een onderverdeling gemaakt in I en II om binnen I maximaal 1 evenement voor maximaal 1 dag een hogere geluidsbelasting toe te staan. Ondanks de centrale ligging van het park zijn er maar 14 evenementendagen mogelijk gemaakt vanwege de directe nabijheid van woningen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1137PapluEvemnt-on01_0020.png"

3.2.19 Willemsplein en Willemskade

Gebied Centrum, buurt Nieuwe Werk / Stadsdriehoek.

De Willemskade en het Willemsplein is een openbaar gebied aan de noordzijde van de Maas. Aansluitend ligt het Scheepvaartkwartier, een historisch buitendijks woongebied. Het evenemententerrein bestaat uit het voetgangersgebied en enkele autoluwe delen. De locatie is niet duidelijk afgebakend. De ligging aan de Maas met zicht op de Erasmusbrug en Wilhelminapier geeft plein en kade een bijzondere kwaliteit.

De evenementen die jaarlijks ruimtelijk worden mogelijk gemaakt, zijn in de regels opgenomen onder artikel 5.1.19 evenemententerreinen 19. Op deze grote centrale locatie zijn 19 evenementdagen per jaar maatschappelijk aanvaardbaar.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1137PapluEvemnt-on01_0021.png"

3.2.20 Zuiderpark Vaanweidezijde

Gebied Charlois.

Het Zuiderpark in Rotterdam-Zuid is een van de grootste stadsparken van Rotterdam. Het park is in 1952 aangelegd en bestaat uit bos, gras, sportvelden en volkstuinen. De Vaanweidezijde is het deel van het park dat specifiek is ingericht voor evenementen. Naast regulier parkgebruik is het gericht op sport- en dagrecreatie. Aangrenzend aan het evenemententerrein liggen sportterreinen en aan de westzijde ligt het AHOY-complex. In verband met de aanwezigheid van het Ikazia ziekenhuis gelden er lagere maximale geluidswaarden ter plaatse van de buitengevel van het ziekenhuis.

Maximaal 20 evenementdagen per jaar is aanvaardbaar. Dit is een van de weinige locaties in Rotterdam waar zoveel bezoekers gelijktijdig aanwezig kunnen zijn, daarom worden 5 grote evenementen en maximaal 5 evenementendagen acceptabel geacht.

De evenementen die jaarlijks ruimtelijk worden mogelijk gemaakt, zijn in de regels opgenomen onder artikel 5.1.20 evenemententerreinen 20.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1137PapluEvemnt-on01_0022.png"

3.3 Gebieden

Er vinden in Rotterdam een fors aantal evenementen buiten de evenemententerreinen plaats. Veelal zijn dit kleinschalige evenementen, zoals buurtfeesten maar er zijn ook grote festiviteiten zoals bijvoorbeeld de Wereldhavendagen. In deze parapluherziening worden ook de evenementen buiten de evenemententerreinen mogelijk gemaakt. De stad is onderverdeeld in gebieden. En binnen deze gebieden wordt een aantal evenementen ruimtelijk mogelijk gemaakt, gemaximeerd in aantal, omvang en geluidbelasting. Er is geen onderscheid gemaakt naar locatie van de evenementen binnen de gebieden.

Voor deze bestemmingsregeling is vooral gekeken naar aantal (en soort) evenementen dat de afgelopen jaren plaats heeft gevonden. Het uitgangspunt voor deze parapluherziening is dat zoveel mogelijk getracht wordt om het aantal evenementen mogelijk te maken dat in de afgelopen jaren heeft plaatsgevonden. Het meerjaarsgemiddelde aantal evenementen en de omvang hebben geleid tot een maximum aantal evenementen dat is toegestaan per gebied.

Vanwege beleidsmatige gewenste spreiding van evenementen, zoals opgenomen in de paragrafen: 2.2.5, 2.2.6 en 2.2.7 en vanwege de gewenste flexibiliteit (het daadwerkelijk aantal vergunde evenementen varieerde in sommige gebieden sterk over de afgelopen jaren), is het maximum aantal evenementen per gebied beperkt verhoogd. Dit geldt met name in de gebieden waar bleek dat er behoefte is aan meer evenementen. Voor grootschalige evenementen wordt spreiding in datum en plaats bewerkstelligd bij de samenstelling van het evenementenoverzicht. Voor kleinschalige evenementen wordt spreiding in datum en plaats in het proces van de verlening van de evenementenvergunning gewaarborgd. Tenslotte is er per gebied 1 evenement toegevoegd. Hiermee wordt geanticipeerd op het nieuwe beleid waarbij per gebied een (nader te bepalen) vuurwerkzone wordt aangewezen.

3.3.1 Gebied Centrum

Het gebied centrum is het hart van de stad en telt circa 34.000 inwoners. Het is een gemengd gebied waar naast wonen, bedrijven, winkels, ook uitgaansgelegenheden zijn. Het centrum kent de meeste festivals die vooral plaatsvinden binnen de evenemententerreinen. Buiten de evenemententerreinen zijn er een aantal grote evenementen met een groot maatschappelijk belang voor de stad, zoals de Havendagen, zomercarnaval en Koningsdag. Om deze evenementen mogelijk te maken, is voor een aantal evenementendagen per jaar een hoge geluidsgrenswaarde toegestaan. De hoge geluidsgrenswaarden voor de categorieën Groot I en II worden aanvaardbaar geacht omdat deze evenementen over het algemeen al vele jaren achtereen plaatsvinden met geen of weinig overlastmeldingen.

In artikel 5.2.1 gebied Centrum is opgenomen hoeveel evenementen binnen het gebied Centrum, buiten de evenemententerreinen in dit gebied, ruimtelijk zijn toegestaan. De aantallen evenementen, evenementendagen en de maximale geluidbelasting worden aanvaardbaar geacht, mits voldoende spreiding in datum en plaats bewerkstelligd wordt. Spreiding van evenementen in datum en plaats vindt plaats op basis van het afwegingskader van de evenementenvergunning en het evenementenoverzicht.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1137PapluEvemnt-on01_0023.png"

3.3.2 Gebied Charlois

Gebied Charlois is gelegen op de zuidoever van de Maas en bestaat uit 9 voor- en naoorlogse wijken. Het Zuidplein is het centrale voorzieningengebied met het gelijknamige winkelcentrum en theater. In Charlois ligt verder het evenementencomplex Ahoy, evenemententerrein Zuiderpark Vaanweidezijde en het Ikazia ziekenhuis. Verder worden er diverse kleine en middelgrote evenementen gehouden.

In artikel 5.2.2 gebied Charlois is opgenomen hoeveel evenementen binnen het gebied Charlois, buiten het evenemententerrein in dit gebied, ruimtelijk zijn toegestaan. De aantallen evenementen, evenementendagen en de maximale geluidbelasting worden aanvaardbaar geacht, mits voldoende spreiding in datum en plaats bewerkstelligd wordt. Spreiding van evenementen in datum en plaats vindt  plaats op basis van het afwegingskader van de evenementenvergunning en het evenementenoverzicht.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1137PapluEvemnt-on01_0024.png"

3.3.3 Gebied Delfshaven

Delfshaven bestaat uit de vooroorlogse wijken Bospolder/Tussendijken, Spangen, Oud en Nieuw Mathenesse, het Nieuwe Westen en Middelland. Het oorspronkelijke Delfshaven is een gemengd gebied met vele kleine winkels, cafés en woningen. In Delfthaven ligt het evenemententerrein Lloyd Multiplein waar o.a de kermis is. Daarbuiten vinden in het gebied voornamelijk kleine evenementen plaats.

In artikel 5.2.3 gebied Delfshaven is opgenomen hoeveel evenementen binnen gebied Delfshaven, buiten het evenemententerrein in dit gebied, ruimtelijk zijn toegestaan. De aantallen evenementen, evenementendagen en de maximale geluidbelasting worden aanvaardbaar geacht, mits voldoende spreiding in datum en plaats bewerkstelligd wordt. Spreiding van evenementen in datum en plaats vindt  plaats op basis van het afwegingskader van de evenementenvergunning en het evenementenoverzicht.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1137PapluEvemnt-on01_0025.png"

3.3.4 Gebied Feijenoord

Het gebied op de zuidoever van de Nieuwe Maas bestaat uit de wijken: Feijenoord, Afrikaanderwijk, Bloemhof, Hillesluis, Katendrecht-Wilhelminapier, Kop van Zuid-Entrepot, Noordereiland en Vreewijk. Wijk 'Kop van Zuid-entrepot', is in tegenstelling tot overige vooroorlogs wijken een nieuwe gemengde wijk met een centrumfunctie. De aansluitende wijk Katendrecht wordt gerenoveerd naar een moderne woonwijk. In het gebied ligt het evenemententerrein Afrikaanderplein en -park.
Bekend zijn de jaarlijkse grote en luidruchtige evenementen: Nacht van de Kaap en de Wereldhavendagen. Ten behoeve van deze evenementen zijn 5 dagen per jaar hogere geluidgrenswaarden toegestaan. De hoge geluidgrenswaarden voor de categorie Groot I worden aanvaardbaar geacht omdat deze evenementen over het algemeen al vele jaren achtereen plaatsvinden met geen of weinig overlastmeldingen. Naast deze grote evenementen zijn een aantal middelgrote en kleine evenementen toegestaan.

In artikel 5.2.4 gebied Feijenoord is opgenomen hoeveel evenementen binnen gebied Feijenoord, buiten het evenemententerrein in dit gebied, ruimtelijk zijn toegestaan. De aantallen evenementen, evenementendagen en de maximale geluidbelasting worden aanvaardbaar geacht, mits voldoende spreiding in datum en plaats bewerkstelligd wordt. Spreiding van evenementen in datum en plaats vindt  plaats op basis van het afwegingskader van de evenementenvergunning en het evenementenoverzicht.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1137PapluEvemnt-on01_0026.png"

3.3.5 Gebied Hillegersberg-Schiebroek

Het gebied, gelegen in het noorden van de stad, bestaat uit de voormalige gemeenten Hillegersberg en Schiebroek en Terbregge. Ook Nieuw Terbregge en Molenlaankwartier maken onderdeel uit van het gebied. In het gebied is geen evenemententerrein. Een bekend evenement is het Jazzfestival met verschillende podia. Ten behoeve van een muziekevenement is het jaarlijks toegestaan om 4 dagen een hogere geluidsbelasting te veroorzaken. De hoge geluidgrenswaarden voor categorie Groot I worden aanvaardbaar geacht omdat een dergelijk evenement al vele jaren achtereen plaatsvindt met over het algemeen geen of weinig overlastmeldingen.

In artikel 5.2.5 gebied Hillegersberg-Schiebroek is opgenomen hoeveel evenementen binnen gebied Hillegersberg-Schiebroek ruimtelijk zijn toegestaan. De aantallen evenementen, evenementendagen en de maximale geluidbelasting worden aanvaardbaar geacht, mits voldoende spreiding in datum en plaats bewerkstelligd wordt. Spreiding van evenementen in datum en plaats vindt  plaats op basis van het afwegingskader van de evenementenvergunning en het evenementenoverzicht.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1137PapluEvemnt-on01_0027.png"

3.3.6 Gebied Hoogvliet

Het voormalige dorp Hoogvliet ligt aan de zuidkant van Rotterdam, tussen het Botlekgebied en de oevers van de Oude Maas. De bebouwing is verspreid over acht buurten. In het gebied is geen evenemententerrein. Evenementen worden voornamelijk gehouden in en rond het winkelcentrum.

In artikel 5.2.6 gebied Hoogvliet is opgenomen hoeveel evenementen binnen gebied Hoogvliet ruimtelijk mogelijk zijn. De aantallen evenementen, evenementendagen en de maximale geluidbelasting worden aanvaardbaar geacht, mits voldoende spreiding in datum en plaats bewerkstelligd wordt. Spreiding van evenementen in datum en plaats vindt  plaats op basis van het afwegingskader van de evenementenvergunning en het evenementenoverzicht.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1137PapluEvemnt-on01_0028.png"

3.3.7 Gebied IJsselmonde

IJsselmonde aan de monding van de Hollandse IJssel en op de zuidoever van de Nieuwe Maas. In het gebied ligt het evenemententerrein Park de Twee Heuvels. In de publieke ruimte van het gebied zijn een paar grote en middelgrote evenementen toegestaan.

In artikel 5.2.7 gebied IJsselmonde is opgenomen hoeveel evenementen binnen gebied IJsselmonde, buiten het evenemententerrein in dit gebied, ruimtelijk zijn toegestaan. De aantallen evenementen, evenementendagen en de maximale geluidbelasting worden aanvaardbaar geacht, mits voldoende spreiding in datum en plaats bewerkstelligd wordt. Spreiding van evenementen in datum en plaats vindt  plaats op basis van het afwegingskader van de evenementenvergunning en het evenementenoverzicht.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1137PapluEvemnt-on01_0029.png"

3.3.8 Gebied Kralingen-Crooswijk

Kralingen-Crooswijk ligt aansluitend aan de oostzijde van het centrum en bestaat uit de wijken Kralingen (oost en west), Crooswijk, Rubroek, Struisenburg en De Esch. In het gebied liggen de evenemententerreinen Kralingse Bos - West en - Oost.

In artikel 5.2.8 gebied Kralingen-Crooswijk is opgenomen hoeveel evenementen binnen gebied Kralingen-Crooswijk, buiten de evenemententerreinen in dit gebied, ruimtelijk zijn toegestaan. De aantallen evenementen, evenementendagen en de maximale geluidbelasting worden aanvaardbaar geacht, mits voldoende spreiding in datum en plaats bewerkstelligd wordt. Spreiding van evenementen in datum en plaats vindt  plaats op basis van het afwegingskader van de evenementenvergunning en het evenementenoverzicht.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1137PapluEvemnt-on01_0030.png"

3.3.9 Gebied Noord

Het gebied Noord bestaat uit de eind 19e eeuwse wijk Oude Noorden en de vooroorlogse woonwijken Liskwartier, Agniesebuurt, Provenierswijk Blijdorp Blijdorpse Polder en Bergpolder. In het gebied liggen de evenemententerreinen Roel Langerakpark, Vroesenpark en het Noordplein.
Buiten genoemde evenemententerreinen zijn er een aantal evenementen mogelijk zoals bijvoorbeeld het Bluegrassfestival op het Pijnackerplein. Ten behoeve van een muziekevenement is 3 dagen per jaar een hogere geluidrenswaarde toegestaan. Dit wordt aanvaardbaar geacht omdat een dergelijk evenement al jaren achtereen plaatsvindt met geen tot weinig overlastmeldingen.

In artikel 5.2.9 gebied Noord is aangegeven hoeveel evenementen in gebied Noord, buiten de evenemententerreinen in dit gebied, ruimtelijk zijn toegestaan. De aantallen evenementen, evenementendagen en de maximale geluidbelasting worden aanvaardbaar geacht, mits voldoende spreiding in datum en plaats bewerkstelligd wordt. Spreiding van evenementen in datum en plaats vindt  plaats op basis van het afwegingskader van de evenementenvergunning en het evenementenoverzicht.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1137PapluEvemnt-on01_0031.png"

3.3.10 Gebied Overschie

Overschie is een van de meest uitgestrekte gebieden in het noordwesten van de stad, net buiten de stadsring. Het gebied is relatief dun bevolkt. Naast de historische dorpskern Overschie, hoort ook oa Kleinpolder, Kandelaar, Zweth en de nieuwbouwlocatie Zestienhoven (en luchthaven) tot het gebied. Evenementen vinden vooral plaats op het nieuwe evenemententerrein Sidelingepark. Hiernaast zijn er evenementen voor de buurt.

In artikel 5.2.10 gebied Overschie is opgenomen hoeveel evenementen in gebied Overschie, buiten het evenemententerrein in dit gebied, ruimtelijk zijn toegestaan. De aantallen evenementen, evenementendagen en de maximale geluidbelasting worden aanvaardbaar geacht, mits voldoende spreiding in datum en plaats bewerkstelligd wordt. Spreiding van evenementen in datum en plaats vindt  plaats op basis van het afwegingskader van de evenementenvergunning en het evenementenoverzicht.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1137PapluEvemnt-on01_0032.png"

3.3.11 Gebied Pernis

Pernis is een klein gebied en omsloten door de Nieuwe Maas en de industrie in de haven. In het gebied is geen evenemententerrein. Het minimum aantal aan evenementen met meerdere evenementendagen, zoals opgenomen in pararaaf 3.3 is in dit gebied toegestaan.

In artikel 5.2.11 gebied Pernis is opgenomen hoeveel evenementen in gebied Pernis ruimtelijk zijn toegestaan. De aantallen evenementen, evenementendagen en de maximale geluidbelasting worden aanvaardbaar geacht, mits voldoende spreiding in datum en plaats bewerkstelligd wordt. Spreiding van evenementen in datum en plaats vindt  plaats op basis van het afwegingskader van de evenementenvergunning en het evenementenoverzicht.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1137PapluEvemnt-on01_0033.png"

3.3.12 Gebied Prins Alexander

Met zo'n 95.000 inwoners heeft het gebied Prins Alexander de meeste inwoners. Het gebied kent één evenemententerrein: Oeverpark Nesselande aan de Zevenhuizerplas. In het gebied zijn verder een beperkt aantal kleine en middelgrote evenementen mogelijk die vooral plaatsvinden bij de diverse winkelcentra. De evenementen hebben regelmatig een sportief karakter.

In artikel 5.2.12 gebied Prins Alexander is opgenomen hoeveel evenementen in gebied Prins Alexander, buiten het evenemententerrein, ruimtelijk zijn toegestaan. De aantallen evenementen, evenementendagen en de maximale geluidbelasting worden aanvaardbaar geacht, mits voldoende spreiding in datum en plaats bewerkstelligd wordt. Spreiding van evenementen in datum en plaats vindt  plaats op basis van het afwegingskader van de evenementenvergunning en het evenementenoverzicht.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1137PapluEvemnt-on01_0034.png"

3.3.13 Gebied Rozenburg

Rozenburg maakt sinds 2010 deel uit van de Rotterdam. Het voormalige dorp is omringd door de industrie van het Botlekgebied en de Nieuwe Maas. Rozenburg kent een actief verenigingsleven met vooral kleinschalige, niet ruimtelijk relevante evenementen. In het gebied is geen evenemententerrein. Het minimumaantal aan evenementen met evenementendagen, zoals opgenomen in pararaaf 3.3 is hier mogelijk.

In artikel 5.2.13 gebied Rozenburg is opgenomen hoeveel evenementen in gebied Rozenburg ruimtelijk zijn toegestaan. De aantallen evenementen, evenementendagen en de maximale geluidbelasting worden aanvaardbaar geacht, mits voldoende spreiding in datum en plaats bewerkstelligd wordt. Spreiding van evenementen in datum en plaats vindt  plaats op basis van het afwegingskader van de evenementenvergunning en het evenementenoverzicht.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1137PapluEvemnt-on01_0035.png"

Hoofdstuk 4 Milieu- en omgevingsaspecten

In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de milieu-en omgevingsaspecten die van belang zijn voor de evenementen en de omgeving daarvan zoals geluid, verkeer, fysieke veiligheid en ecologie.

Voor dit bestemmingsplan hoeft geen m.e.r. en geen m.e.r.-beoordeling te worden opgesteld omdat er geen sprake is van een stedelijk ontwikkelingsproject. In de Nota van toelichting bij het Besluit m.e.r. staat hierover het volgende: “Bij een stedelijk ontwikkelingsproject kan het gaan om bouwprojecten als woningen, parkeerterreinen, bioscopen, theaters, sportcentra, kantoorgebouwen en dergelijke of een combinatie daarvan.” Het toestaan van evenementen op een bestaand terrein - zonder transformatie, bouw, of aanleg van een gebouw of terrein - valt hier dus niet onder.

4.1 Geluid

Geluid speelt een bijzondere rol bij evenementen aangezien veel muziekevenementen, sportevenementen, etc. versterkt geluid nodig hebben om het publiek te bereiken. Ook ander geluid dan muziek bijvoorbeeld helicopters, sirenes, motoren of vuurwerk kunnen tijdens het evenement tijdelijk een hoge geluidbelasting veroorzaken. De geluiduitstraling van deze geluidbronnen is moeilijker te reguleren doordat er niet (zoals bij versterkte muziek) een volumeknop op zit. De aanvaardbaarheid van het geluid van deze bronnen moet worden afgewogen bij het verlenen van de evenementenvergunning.

Deze parapluherziening voorziet in een regeling met geluidsgrenswaarden voor de belangrijkste geluidsbron bij evenementen, namelijk versterkte muziek.

Er is geen wetgeving die voorziet in harde geluidgrenswaarde waaraan evenementen moeten voldoen ter bescherming van een goed woon- en leefklimaat. Uit uitspraken van de Raad van State blijkt dat de gemeenteraad bij evenementen zelf moet aangegeven welke geluidwaarden bij de aangrenzende woningen en ziekenhuizen een aanvaardbaar woon- en leefklimaat opleveren. Een goed woon- en leefklimaat ten aanzien van evenementen is volgens de Raad van State niet alleen afhankelijk van een aanvaardbaar geluidniveau maar ook van hoe vaak deze geluidniveaus zich voordoen, alsmede de begin- en eindtijden van de evenementen.

4.1.1 Balans tussen leefbaarheid en levendigheid

Uit jurisprudentie blijkt dat de Raad van State de geluidgrenswaarden in de nota 'Evenementen met een luidruchtig karakter' uit 1996 een goed aanknopingspunt vindt voor het borgen van een goed woon- en leefklimaat. De gemeente heeft aansluiting gezocht bij deze nota waarbij gestreefd is naar evenwicht tussen een realistische geluidgrenswaarde voor het organiseren van evenementen en een aanvaardbare geluidbelasting voor omwonenden. Anders dan bij de nota, is het Rotterdamse stedelijk gebied het uitgangspunt en is het Rotterdamse beleid als evenementenstad bij de balans tussen Leefbaarheid en levendigheid betrokken. Daarbij is de nota uit 1996 enigszins gedateerd. Dit blijkt onder andere uit recente jurisprudentie waarbij voor het stedelijk gebied bij evenementen een hogere geluidsbelasting toelaatbaar wordt geacht (oa ECLI:NL:RVS:2019:3720).

De kern van de nota 'Evenementen met een luidruchtig karakter' is het voorkomen van de aantasting van de persoonlijke levenssfeer door een evenement. Als het geluidniveau in de woning stijgt als gevolg van een evenement, moeten mensen met stemverheffing gaan spreken in huis en wordt de nachtrust verstoord.

Om een evenement te kunnen organiseren en tot een succes te maken is soms veel geluid nodig, bijvoorbeeld bij een muziekevenement. Een hogere geluidgrenswaarde is meestal acceptabel als een evenement duidelijk en tijdig bekend gemaakt is, niet te lang duurt, niet 's avonds laat of 's nachts of vele malen per jaar plaatsvindt en maatschappelijk breed gedragen wordt.

4.1.2 Maatschappelijke aanvaardbaarheid

Maatschappelijke aanvaardbaarheid is een moeilijk definieerbaar begrip. Maatschappelijke aanvaardbaarheid is van veel factoren afhankelijk, waaronder een aantal subjectieve factoren. Deze factoren zijn onder andere de typering van de verschillende Rotterdamse stedelijke leefmilieu's (is het een rustige woonwijk of de binnenstad met gemengde functies?), de mate van inbreuk op het leefmilieu van omwonenden door geluidoverlast of parkeerproblemen, de frequentie en de tijdsduur van evenementen, de omvang van het evenement en de communicatie en bekendheid rondom het evenement.

In de parapluherziening wordt uitgegaan dat een maximale geluidbelasting van 75 dB(A) en 85 dB(C) ter plaatse van de gevel enkele dagen per jaar aanvaardbaar is. Toch zijn er vele evenementen waarbij een maximale geluidbelasting van 75 dB(A)/85 dB(C) niet realistisch is omdat deze evenementen relatief dicht bij woningen plaatsvinden. Een maximale geluidbelasting van 75 dB(A)/85 dB(C) is in die gevallen vaak te laag om op een realistische manier een muziekevenement te kunnen organiseren. In deze parapluherziening is een enkele keer een hogere geluidbelasting ter plaatse van de gevel toegestaan. De wens om op sommige locaties een hogere geluidwaarde toe te staan vloeit voort uit ervaringen met de in de afgelopen jaren gehouden evenementen. Op basis van verleende vergunningen van zeer wenselijke evenementen die vrijwel jaarlijks plaatsvinden, en de wens om bepaalde (zeer wenselijke) evenementen op een bepaalde plaats te laten plaatsvinden, werd duidelijk dat de 75 dB(A) grens niet overal toereikend is om het evenement te kunnen organiseren.

4.1.3 Evenementenoverzicht

B&W stelt elk jaar een evenementenoverzicht vast met grote maatschappelijk relevante evenementen op basis van door de gemeenteraad vastgestelde beoordelingscriteria. De procedure van de totstandkoming van het evenementenoverzicht is vastgelegd in de 'Beleidsregel B/C Evenementenoverzicht'. De gemeente Rotterdam streeft naar een divers en aantrekkelijk evenementenaanbod voor zoveel mogelijk verschillende Rotterdammers. De evenementen vertellen samen het verhaal van de stad en dragen zo bij aan het (inter)nationale imago van de stad. Met het vaststellen van het evenementenoverzicht draagt het College zorg voor spreiding van evenementen in tijd en ruimte, balans tussen rust en levendigheid en de benodigde inzet van veiligheids- en hulpdiensten.

Het evenementenoverzicht wordt opgebouwd rondom zes thema’s: Rotterdam als maritieme stad, jonge stad, multiculturele stad, moderne architectuurstad, (inter)nationale cultuurstad en (inter)nationale sportstad. Hiermee wordt getracht zoveel mogelijk verschillende doelgroepen te bedienen en een groot maatschappelijk draagvlak te creeëren. Voorafgaand aan het evenementenseizoen stelt de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling samen met Rotterdam Festivals het evenementenoverzicht in concept op. In overleg met de relevante gemeentelijke en regionale diensten wordt een definitief evenementenoverzicht opgesteld. Hierbij worden door spreiding in datum en plaats en ervaringen met (soortgelijke) evenementen uit het verleden de veiligheids- en operationele aspecten en de maatschappelijke aanvaardbaarheid van de evenementen zoveel mogelijk gewaarborgd. Een hoge geluidbelasting komt slechts incidenteel voor en uitsluitend bij evenementen die ruim van tevoren zijn aangekondigd middels het evenementenoverzicht. Grote luidruchtige evenementen worden ten behoeve van de vergunningverlening door de DCMR Milieudienst Rijnmond voorzien van geluidvoorschriften. Dit is maatwerk vanwege de grote geluidsaspecten of complexe situaties.

4.1.4 Geluidgrenswaarden

In deze parapluherziening worden evenementen mogelijk gemaakt. De evenementen worden per evenemententerrein en per gebied gelimiteerd in omvang, aantal en duur. Door dit kader, gecombineerd met de zorgvuldige toekenning van grote evenementen met een hoge geluidbelasting, zijn op enkele locaties hoge geluidbelastingen toegestaan. Over het algemeen wordt aan grote evenementen de maximale geluidbelasting op de gevel van 75 dB(A) en 85dB(C) toegestaan. Voor middelgrote en kleine evenementen zijn de geluidwaarden respectievelijk 70 dB(A) en 80 dB(C), en 65 dB(A) en 75 dB(C) ter plaatse van de gevel. Bij de evenementenlocaties en gebieden is telkens een afweging over de aanvaardbaarheid van de aantallen evenementen, evenementendagen en de maximale geluidbelasting opgenomen. Bij de gebieden is hier telkens de voorwaarde van voldoende spreiding in datum en plaats opgenomen. Hiermee wordt voorkomen dat meerdere, kort op elkaar volgende evenementen op dezelfde locatie plaatsvinden, wat tot een maatschappelijk onaanvaardbare situatie kan leiden. Evenementen mogen niet langer duren dan 23:00 uur behalve bij de viering van oud- en nieuwjaar om verstoring van de nachtrust te voorkomen.

4.2 Verkeer

Evenementen kunnen grote consequenties hebben voor het verkeer in de directe omgeving. Omwille van een evenement kunnen wegen met een verkeersbesluit worden afgesloten en kan het verkeer worden omgeleid. Ook kan een groot aantal bezoekers de verkeersdoorstroming stremmen of tot parkeerdruk leiden. De verkeersaantrekkende werking van evenementen wordt mede bepaald door de lokale of landelijke uitstraling van een evenement. De verkeersbewegingen die het evenement genereert, hebben een tijdelijk effect op de geluidbelasting in de omgeving en de verslechtering van de luchtkwaliteit.

4.2.1 Verkeer en parkeren

Rotterdam streeft naar verduurzaming van de evenementen. Het verduurzamen van de mobiliteit is een belangrijk doel. Het merendeel van de evenementen is goed bereikbaar met openbaar vervoer (voornamelijk tram en metro en dus emissieloos) en fiets. Er wordt vanuit gegaan dat het grootste deel van de bezoekers deels met openbaar vervoer en deels met de fiets komt. Autobereikbaarheid wordt niet gestimuleerd en parkeren in aanliggende wijken wordt ontmoedigd.

Conform de Nota evenementenvergunningen 2019 maakt een verkeers- en mobiliteitsplan onderdeel uit van de voorschriften van een evenementenvergunning. Het verkeersplan wordt beoordeeld op bijvoorbeeld: hoeveel bezoekers worden er verwacht, wat de vervoerswijze is, waar geparkeerd moet worden en hoe de bereikbaarheid wordt geregeld van het evenement en belangrijke omringende locaties. De inzet is altijd om zo weinig mogelijk hinder te veroorzaken in de omgeving tijdens het evenement .

4.2.2 Verkeer en milieu-effecten

In het verkeersplan van elk evenement wordt de verkeersaantrekkende werking van een evenement beoordeeld en waar mogelijk verkleind. Dit neemt niet weg dat zeker evenementen met een landelijke uitstraling verkeer genereren. Autoverkeer heeft een negatief effect op de luchtkwaliteit rondom de wegen en zorgt voor een hogere geluidbelasting op de omringende woningen. Evenementen vinden incidenteel plaats en zorgen dus ook voor een incidentele verhoging van het verkeersaanbod in de directe omgeving van het evenement en de daarmee gepaard gaande verslechtering van de luchtkwaliteit en geluidbelasting. Op jaarbasis zijn deze incidentele verkeerspieken niet waarneembaar in het verkeersmodel en vertonen daarmee in de rekenmodellen voor geluid en luchtkwaliteit op jaargemiddelde basis geen nadelige invloed op geluid en lucht. Dit neemt niet weg dat er lokale hinder kan worden ondervonden door het verkeer op dagen dat er een evenenemt plaatsvindt. Omdat in deze parapluherziening de evenementen zijn gelimiteerd in omvang, aantal en duur is kortstondige plaatselijke hinder aanvaardbaar.

4.3 Fysieke veiligheid

Onder fysieke veiligheid wordt zowel externe veiligheid als brandveiligheid verstaan. Wat betreft externe veiligheid worden er voorwaarden gesteld aan evenementen die in het plasbrandaandachtsgebied en/of invloedsgebied van een bron liggen. Met betrekking tot brandveiligheid is het onder andere van belang dat de bereikbaarheid voor hulpdiensten geborgd is, iets dat ook voor externe veiligheid relevant is.

4.3.1 Externe veiligheid

In de (gebieds)bestemmingsplannen die vallen onder de 'Parapluherziening evenementen' zijn reeds de planologisch relevante risicobronnen bestemd en vastgelegd. De verschillende risicobronnen zijn: het vervoer van gevaarlijke stoffen over weg en spoor (Basisnetroutes), het water (Basisnetroutes) en door buisleidingen, LPG-tankstations, bedrijven waar sprake is van op- en/of overslag van gevaarlijke stoffen en de aanvliegroutes van luchthaven Rotterdam the Hague Airport.

Deze bronnen veroorzaken een externe veiligheidsrisico waarbij wordt uitgegaan van drie verschillende effecten; warmtestraling, warmtestraling/overdruk (explosie) en een toxische wolk. Binnen de 1% letaliteitsgrens moeten maatregelen worden getroffen om de deelnemers van een evenement zo snel en efficiënt mogelijk te evacueren.

Omdat op voorhand onbekend is waar evenementen exact gehouden worden, is voor de duidelijkheid gekozen om het plasbrandaandachtsgebied van de Basisnetroutes en het effectgebied van alle EV-bronnen in beeld te brengen op de verbeelding en vast te leggen in de regels, in artikel 5.3.

Plasbrandaandachtsgebied
Het plasbrandaandachtsgebied is het gebied aan weerszijden van transportroutes waarover grote hoeveelheden zeer brandbare vloeistoffen worden vervoerd.

  • de vrijwaringszone naast de basisnetroute Water is in dit bestemmingsplan 10 meter (gemeten vanaf de oever)
  • het plasbrandaandachtsgebied naast de basisnetroute Spoor is 30 meter (gemeten vanaf de buitenste spoorstaaf)
  • het plasbrandaandachtsgebied naast de basisnetroute Weg is 30 meter (gemeten vanaf de buitenste rijbaan)

Op de verbeelding is de vrijwaringszone langs de Maas aangegeven als "Vrijwaringszone", de plasbrandaandachtsgebieden langs het spoor en de weg zijn aangegeven als "overige zone-Plasbrandaandachtsgebied". Binnen deze zones zijn in principe geen evenementen mogelijk tenzij na overleg met de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR) en het nemen van maatregelen het risico en/of het effect van een incident beheersbaar blijft, zie artikel 5.3.1.

De vrijwaringszone voor water is in deze parapluherziening 10 meter breed vanaf de oever en dit wijkt af van de verordening Ruimte van de Provincie Zuid-Holland (25/40meter). De afstand is in overleg met de VRR gekozen en is gebaseerd op de ruimte die hulpdiensten minimaal nodig hebben om zich langs het water te verplaatsen. Dit is een risicogerichte afweging waarbij ook gekeken is naar de praktische haalbaarheid. Een plasbrand op het water is van een afstand waarneembaar en dan is er tijd om goed te handelen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1137PapluEvemnt-on01_0036.png"

Plasbrandaandachtsgebieden en vrijwaringszone

Effectgebied

De 1% letaliteitsgrens bepaalt het effectgebied vanaf de bron. In geval van een incident zal binnen de 1 % letaliteitsgrens 1% van de aanwezige personen overlijden. De 1% letaliteitsgrens van een toxisch scenario ligt op een veel grotere afstand dan de 1% letaliteitsgrens van een warmtestralingsscenario zoals een brand. Er is in overleg met de VRR voor gekozen om het toxisch scenario te nemen voor het bepalen van de grootte van het effectgebied. Bij een evenement verblijven de aanwezigen in de buitenlucht en is de bescherming dus kleiner dan in een gebouw. Tegelijkertijd is de kans op het optreden van een effect kleiner doordat het evenement incidenteel is en dus niet permanent plaatsvindt.

Het effectgebied is een afstand uitgedrukt in meters vanaf de risicobron en is op de verbeelding aangegeven als 'overige zone- Effectgebied externe veiligheid'.

  • Het effectgebied naast de basisnetroute Water is 800 meter (gemeten vanaf het midden van de vaarweg)
  • Het effectgebied naast de basisnetroute Spoor is 750 meter (gemeten vanaf de middelste spoorbaan)
  • Het effectgebied naast de basisnetroute Weg is 400 meter (gemeten vanaf het midden van de weg)
  • Het effectgebied vanaf hogedrukaardgasleidingen en olieleidingen is 140 meter
  • Het effectgebied vanaf een LPG-tankstation is 230 meter
  • Het effectgebied vanwege het vliegveld komt overeen met het verantwoordingsgebied


Naast de bovenstaande risicobronnen zijn in Rotterdam ook nog Bevi-inrichtingen gevestigd (Besluit externe veiligheid inrichtingen). De meeste Bevi-inrichtingen liggen in de haven en op industrieterreinen maar ook enkelen liggen verspreid over de stad. De effectafstanden verschillen per bedrijf en kunnen ook weer veranderen als de bedrijfsvoering wijzigt of de bedrijvigheid verplaatst. Dit maakt het onmogelijk om generieke regels op te stellen met betrekking tot het effectgebied rond deze bedrijven. In de regels is opgenomen dat de VRR altijd adviseert over de gewenste afstand en/of voorwaarden tot Bevi-inrichtingen bij de evenementenvergunningverlening, zie artikel 4.1.3. Op deze manier kan maatwerk worden geboden afhankelijk van waar en in welke omvang het evenement plaatsvindt.

Binnen het effectgebied dient de organisator van een evenement op voorhand, vanwege het risico op een incident, de aanwezigen (ook artiesten en personeel) te informeren over een mogelijke brand, explosie en/of toxische wolken met de daarbij behorende handelingsperspectieven. Dit tenzij in overleg met de VRR de nodige maatregelen zijn genomen waardoor het risico en/of het effect van een incident beheersbaar blijft, zie artikel 5.3.1.

afbeelding "i_NL.IMRO.0599.BP1137PapluEvemnt-on01_0037.png"

Effectgebieden externe veiligheid

Hiernaast geldt dat op grond van het burgerlijk recht dat in het geval van een incident de organisator de aanwezigen en hulpdiensten dient te alarmeren. Hierbij is van belang dat men weet waar men kan schuilen en/of via welke route gevlucht kan worden. Ook dient de bedrijfshulpverlening (BHV) van het organiserende evenement van de risico's op de hoogte te zijn en te weten hoe het moet handelen in geval van een incident. Daarbij geldt dat in het kader van de aanvraag voor een evenementenvergunning op basis van de APV de VRR altijd om advies wordt gevraagd en op de hoogte moet zijn van een evenement binnen het effectgebied van een risicobron.

4.3.2 Brandveiligheid

Daarvoor gelden de volgende eisen voor de (calamiteiten)routes voor de inrichting van evenemententerreinen waar in het kader van de evenementenvergunning op basis van de APV op wordt getoetst:

  • Een breedte van ten minste 4,5 meter.
  • Een verharding over een breedte van ten minste 3,25 meter, die geschikt is voor motorvoertuigen met een massa van ten minste 14.600 kilogram.
  • Een vrije hoogte boven de kruin van de weg van ten minste 4,2 meter en een doeltreffende afwatering.

Overige eisen met betrekking tot de brandveiligheid zijn te vinden in het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen (BGBOP). De Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR) adviseert bij de vergunningverlening voor alle grote evenementen.

4.4 Ecologie

De Wet natuurbescherming (Wnb) schrijft voor dat iedereen voldoende zorg in acht moet nemen voor in het wild levende dieren en planten en hun directe leefomgeving. De zorgplicht brengt met zich mee dat wanneer een evenement gevolgen voor natuurwaarden zou kunnen hebben, de organisator zich voorafgaand op de hoogte moet stellen van de aanwezige natuurwaarden, de kwetsbaarheid ervan en de mogelijke gevolgen daarvoor van het handelen. In de parken van Rotterdam kunnen evenementen negatieve effecten veroorzaken op de natuur door: licht, (versterkt) geluid, optische verstoring (bv. bezoekersstromen en -aantallen) en bodemverdichting. In de locatieprofielen voor de evenementenlocaties in de parken is nader ingegaan op de specifieke kenmerken van het betreffende park. Bij de uitvoering van een evenement moeten negatieve effecten zoveel mogelijk worden voorkomen, dan wel worden beperkt of ongedaan gemaakt.

Omliggende Natura 2000-gebieden liggen op meerdere kilometers afstand van de locaties en terreinen waar dit bestemmingsplan evenementen mogelijk maakt. Uit de Voortoets Natura 2000 (Bijlage 2) blijkt dat op een dergelijke afstand de evenementen geen effecten veroorzaken.”

In het beleidskader Locatieprofielen evenementenlocaties is bij elk evenententerrein nader ingegaan op de aanwezige flora en fauna. Daarbij zijn er per locatieprofiel, met name voor de parken, zones aangegeven van kwetsbare gebieden waar mogelijk en afhankelijk van het evenement aanvullende voorwaarden voor moeten worden genomen ter bescherming van aanwezige flora en fauna.

Bureau Stadsnatuur beschikt, in opdracht van het cluster Stadsbeheer van de gemeente Rotterdam, over data van flora en fauna die door middel van monitoring zijn verkregen van alle gebieden waar beheer van de openbare ruimte op van toepassing is. Deze open data kunnen door iedereen worden geraadpleegd (http://www.bureaustadsnatuur.nl).

Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid

5.1 Economische uitvoerbaarheid

Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) in de plantoelichting minimaal inzicht te worden gegeven in de economische uitvoerbaarheid van het plan. Ook moeten, indien sprake is van ontwikkelingen waarvoor de gemeente redelijkerwijs kosten moet maken, deze kosten worden verhaald op de initiatiefnemer c.q. ontwikkelaar.

Dit bestemmingsplan voorziet in een wijziging van de planregels van vastgestelde bestemmingsplannen binnen de gemeente Rotterdam, maar daarmee wordt niet een bouwplan als bedoeld in artikel 6.2.1 van het Bro mogelijk gemaakt. Het is daarom niet noodzakelijk een exploitatieplan op te stellen.

Via dit bestemmingsplan worden geen ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk gemaakt. De kosten voor het opstellen en in procedure brengen van het bestemmingsplan worden gedragen door de gemeente Rotterdam. Gezien het bovenstaande is de economische uitvoerbaarheid van het plan voldoende gewaarborgd.

5.2 Handhavingsaspecten

Het bestemmingsplan is bindend voor zowel de overheid als de burger. De primaire verantwoordelijkheid voor controle en handhaving ligt bij de gemeente. Handhaving kan worden omschreven als elke handeling die erop gericht is de naleving van regelgeving te bevorderen of een overtreding te beëindigen. Het doel van handhaving is om de duurzame bescherming van mens en omgeving te waarborgen.

Via het voorliggende bestemmingsplan worden de ruimtelijk relevante aspecten van het gemeentelijke evenementenbeleid juridisch vastgelegd en kan ook handhavend worden opgetreden tegen situaties waarbij de opgenomen regels niet worden nageleefd.