Plan: | Buitengebied, West Maas en Waal correctie 2014 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0668.BUIcorrectie2014-BVA1 |
Bij besluit van 28 juni 2013 stelde de gemeenteraad van West Maas en Waal voor een groot deel van gebied buiten de kernen het bestemmingsplan "Buitengebied West Maas en Waal" vast. In dit bestemmingsplan is een aantal onvolkomenheden en/of onduidelijkheden geconstateerd. Door middel van deze correctieve herziening worden deze omissies hersteld.
Het voorliggende bestemmingsplan biedt het juridisch-planologische kader voor de huidige ruimtelijke en functionele situatie. Daarbij zijn tevens de bestaande rechten zo goed mogelijk gerespecteerd. Het bestemmingsplan heeft gezien het voorgaande een conserverend karakter. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen binnen de planhorizon (tien jaar) mogelijk gemaakt.
Dit bestemmingsplan sluit qua inhoud, methodiek en mogelijkheden aan op het bestemmingsplan "Buitengebied West Maas en Waal".
Het nieuwe bestemmingsplan voldoet aan de doelstelling van actuele en digitale bestemmingsplannen conform de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2012 die op 1 juli 2013 in werking is getreden waaronder de SVBP 2012 (zie verder onder hoofdstuk 2).
Deze herziening betreft aanpassingen in de toelichting, de verbeelding, de regels en bijlage 5 Rijksmonumenten van het bestemmingsplan "Buitengebied West Maas en Waal". Het plangebied van dit correctieplan omvat het gehele plangebied van het vastgestelde bestemmingsplan "Buitengebied West Maas en Waal". Binnen het plangebied worden tevens enkele percelen herzien. In paragraaf 2.4 wordt verder ingegaan op de details omtrent deze wijzigingen.
In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de juridische aspecten van dit bestemmingsplan. Er wordt een verklaring gegeven over de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen, de opzet van de bestemmingsregeling en de verbeelding en de inhoud van deze herziening.
In hoofdstuk 3 wordt de economische uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan behandeld.
Hoofdstuk 4 gaat in op de maatschappelijke uitvoerbaarheid, dat wil zeggen op welke wijze wordt omgegaan met overleg, inspraak en zienswijzen.
Vergelijkbare bestemmingsplannen
De Wet ruimtelijke ordening (inwerking getreden op 1 juli 2008) en de op grond van deze wet tot stand gekomen Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (hierna SVBP 2008) geeft bindende standaarden voor de opbouw en de verbeelding van het bestemmingsplan, zowel digitaal als analoog, dit om de gewenste vergelijkbaarheid zeker te stellen. Met ingang van 1 juli 2013 zijn de nieuwe standaarden van de SVBP 2012 in werking getreden.
De standaarden hebben geen betrekking op de toelichting van het bestemmingsplan. De toelichting maakt immers - strikt juridisch gezien - geen deel uit van het bestemmingsplan.
De verbeelding van het bestemmingsplan bestaat uit een verzameling geografisch bepaalde objecten, die zijn opgeslagen in een digitaal ruimtelijk informatiesysteem. De objecten zijn voorzien van bestemmingen met bijbehorende doeleinden en regels. Er wordt uitdrukkelijk op gewezen dat de standaarden geen betrekking hebben op de inhoud van een bestemmingsplan.
Bestemmingen en aanduidingen
Het centrale onderdeel van een bestemmingsplan is de bestemming. Ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening worden aan de in het plan begrepen grond bestemmingen toegewezen met bijbehorende doeleinden.
Aan de bestemmingen zijn regels gekoppeld over het gebruik van de grond en de bouwwerken die zich binnen de bestemmingen bevinden. Kenmerk van bestemmingen is dat het gehele plangebied ermee is bedekt.
Een bestemmingsplan kan ook dubbelbestemmingen bevatten. Deze overlappen bestemmingen en geven eigen regels, waarbij sprake is van een rangorde tussen de bestemmingen en de dubbelbestemmingen. De dubbelbestemmingen hoeven niet het gehele plangebied te bedekken.
Aanduidingen worden gebruikt om bepaalde zaken binnen een bestemming of dubbelbestemming nader of specifieker te regelen. Het gaat hierbij om specificaties met betrekking tot het gebruik of de bouwmogelijkheden. De aanduidingen hebben daardoor juridische betekenis en komen ook altijd in de regels van het bestemmingsplan voor.
Verbeelding
De verbeelding heeft een belangrijke rol bij het bepalen van de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden in het buitengebied. Daartoe zijn op de verbeelding bestemmingsvlakken en aanduidingen opgenomen.
Aan de ondergrondgegevens op de verbeelding, zoals ingetekende gebouwen, kunnen geen rechten worden ontleend. Daar staat tegenover dat het ontbreken van dergelijke ondergrondgegevens ook niet leidt tot een beperking van rechten. De ondergrondgegevens hebben dus uitsluitend een illustratief karakter. Deze gegevens zijn een hulpmiddel voor het bepalen van bestemmingsvlakken en bouwvlakken.
Het voorliggende bestemmingsplan voorziet in een correctieve herziening op onderdelen van het bestemmingsplan "Buitengebied West Maas en Waal". Dit betekent dat de regels van het bestemmingsplan "Buitengebied West Maas en Waal" van toepassing worden verklaard op deze correctieve herziening, zij het dat de regels op onderdelen worden aangepast, zoals beschreven in de regels van deze correctieve herziening.
Opzet regels
De opbouw van de regels is gelijk aan Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012. De opbouw is als volgt:
Deze correctieve herziening betreft zowel aanpassingen van de verbeelding als enkele regels van het bestemmingsplan "Buitengebied West Maas en Waal".
Met deze herziening worden de volgende ambtshalve correcties doorgevoerd in het bestemmingsplan "Buitengebied West Maas en Waal".
Correcties op de toelichting
De voorwaarden voor herbouw bij recht als vermeld in 'Bestemmingsregeling' onder paragraaf 6.4.5 worden vervangen door:
Correcties op de verbeelding
Correcties in de regels en bijlage
In de artikel 1 is een tweetal begrippen opgenomen. Het eerste begrip 'plan' vermeldt de naam van plan en het identificatienummer. In het tweede begrip is een omschrijving van het bestemmingsplan opgenomen en de toepassingverklaring van de regels van het bestemmingsplan Buitengebied West Maas en Waal, vastgesteld bij besluit van de raad van de gemeente West Maas en Waal d.d. 27 juni 2013 op het voorliggende correctieplan, voorzover daarin niet van afgeweken wordt.
A. In artikel 2 'Agrarisch - Oeverwal' worden de volgende wijzigingen doorgevoerd:
4.8.8 Wijziging glastuinbouwbedrijf in agrarisch bedrijf
Burgemeester en wethouders kunnen de functie-aanduiding 'glastuinbouw' verwijderen en ter plaatse een agrarisch bedrijf toestaan onder de volgende voorwaarden:
B. In artikel 3 'Agrarisch met waarden - Komgebied' wordt de volgende wijziging doorgevoerd:
C. In artikel 4 'Agrarisch met waarden - Uiterwaard' wordt de volgende wijziging doorgevoerd:
D. In artikel 5 'Bedrijf' wordt de volgende regeling opgenomen:
E. In artikel 6 'Sport' wordt de volgende wijziging doorgevoerd:
F. In artikel 7 'Wonen' wordt de volgende wijziging doorgevoerd:
G. In artikel 9 is in de Algemene bouwregels een wijziging opgenomen.
H. Aanpassing huisnummer in bijlage 5 Rijksmonumenten.
Er is geen sprake van een bouwplan conform artikel 6.2.1. Besluit ruimtelijke ordening, waarvoor op basis van artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening een exploitatieplan dient te worden vastgesteld. Het opstellen van een exploitatieplan is derhalve niet nodig.
Met de het ten uitvoering brengen van dit bestemmingsplan zijn geen gemeentelijke middelen gemoeid. De economische uitvoerbaarheid staat dan ook niet ter discussie.
Het voorliggende bestemmingsplan betreft een correctieve herziening van het geldende bestemmingsplan Buitengebied West Maas en Waal. De ambtshalve aanpassingen zijn ondergeschikt en de ruimtelijke relevantie hiervan is beperkt.
Bij de voorbereiding van het bestemmingsplan Buitengebied West Maas en Waal zijn alle bewoners van het buitengebied, andere belanghebbenden en de betrokken overheidsinstanties gevraagd een reactie te geven op het voorontwerp. Vanwege deze eerdere uitgebreide inspraak- en consultatieronde wordt daar nu van afgezien en wordt direct het ontwerp van het bestemmingsplan ter inzage gelegd.
Het ontwerpbestemmingsplan heeft met ingang van 10 april 2014 tot en met 21 mei 2014 ter inzage gelegen.Gedurende deze periode heeft een ieder de mogelijkheid gehad om een zienswijze naar voren te brengen. Tijdens deze inzageperiode zijn 3 reacties ontvangen.
Deze reacties hebben geleid tot aanpassingen van het bestemmingsplan. Voor de inhoud hiervan wordt verwezen naar de bijlage Nota beantwoording zienswijzen bestemmingsplan Buitengebied, West Maas en Waal correctie 2014, van het Raadsbesluit.