Toelichting
Wijzigingsplan Buitengebied, Bankenstraat 17 Hoofdstuk 1 Inleiding De heer Strijbos heeft begin dit jaar met de gemeente een koopovereenkomst gesloten voor de locatie Bankenstraat 17. De locatie Bankenstraat 17 bestaat uit de percelen kadastraal bekend Gemeente Etten-Leur, Sectie O, nummers 2027 en 766, plaatselijk bekend respectievelijk Bankenstraat en Laakseweg, met een gezamenlijke oppervlakte van ca. 18 ha. Geldend bestemmingsplan Voor de locatie Bankenstraat 17 geldt het bestemmingsplan "Buitengebied", vastgesteld op 30 september 2013 en onherroepelijk voor voornoemde locatie. Ter plaatse gelden de bestemmingen 'Agrarisch', 'Agrarisch met waarden' en 'Water' en de dubbelbestemmingen 'Waarde-Archeologie 1', 'Waarde-Archeologie 2', 'Waarde-Archeologie 4' en 'Waterstaat-Waterkering'. Verder gelden de gebiedsaanduidingen 'zoekgebied glastuinbouw vestigingsgebied 1', 'luchtvaartverkeerzone' en 'beekdal'. Op de planverbeelding is een bouwvlak van ca. 1 ha opgenomen. Uitsnede planverbeelding bestemmingsplan Buitengebied Voorgenomen ontwikkeling De locatie Bankenstraat 17 was voorheen in gebruik als melkveebedrijf. De heer Strijbos is voornemens om de bestaande bebouwing te slopen en om te schakelen naar een glastuin- bouwbedrijf/kwekerij met bijbehorende gebouwen en voorzieningen. Het is de bedoeling dat er 8 ha kassen, 2 containervelden van respectievelijk 2,6 ha en 1,2 ha, 2 waterbassins, 3 watersilo's, een nieuwe woning, overige bedrijfsbebouwing en voorzieningen voor de huisvesting van (circa 30) seizoenarbeiders worden opgericht. Het bedrijf van de heer Strijbos richt zich op de productie van stekgoed dat na beworteling en opkweek wordt verkocht aan andere kwekers. Het betreft stekgoed voor een breed assortiment van hoofdzakelijk groenblijvende planten zoals buxussoorten, conifeersoorten, hortensia's en laurier. Ook vindt op het bedrijf de teelt van moederplanten plaats. Toekomstige bedrijfssituatie Bankenstraat 17 Om medewerking aan de plannen van de heer Strijbos te kunnen verlenen, dient het bestemmingsplan "Buitengebied" voor de locatie Bankenstraat 17 te worden gewijzigd. In het bestemmingsplan "Buitengebied" zijn wijzigingsbevoegdheden voor burgemeester en wethouders opgenomen. Voor de huisvesting van seizoenarbeiders bevat het bestemmingsplan "Buitengebied" een aantal afwijkingsmogelijkheden. De planregels van het bestemmingsplan "Buitengebied" , inclusief de regels met betrekking tot de huisvesting van seizoenarbeiders, zijn van overeenkomstige toepassing op voorliggend wijzigingsplan. Het is dan ook niet noodzakelijk om daarvoor in voorliggend wijzigingsplan specifieke planregels op te nemen (zie ook paragraaf 4.5). In hoofdstuk 2 zijn voornoemde artikelen opgenomen en in hoofdstuk 3 vindt toetsing aan de toe te passen wijzigingsbevoegdheden plaats. Hoofdstuk 2 Wijzigingsbevoegdheden uit bestemmingsplan "Buitengebied" Artikel 3.6.7 Wijzigen ten behoeve van omschakeling naar of nieuwvestiging van een glastuinbouwbedrijf Burgemeester en wethouders zijn bevoegd dit bestemmingsplan te wijzigen ten behoeve van de omschakeling naar of nieuwvestiging van een glastuinbouwbedrijf, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden: De wijziging is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding ‘zoekgebied glastuinbouw vestigingsgebied 1’. Aangetoond dient te zijn dat in geval van nieuwvestiging deze niet mogelijk is op een te beëindigen of reeds beëindigd agrarisch bedrijf en er geen sprake is van bestaande (voormalige / agrarische bedrijfs)bebouwing welke voor hergebruik in aanmerking komt. Bij omschakeling naar of nieuwvestiging van een glastuinbouwbedrijf wordt de oppervlakte van het bouwvlak afgestemd op de voorgenomen agrarische bedrijfsvoering en mag maximaal 9 ha bedragen waarvan maximaal 8 ha kassen. Er dient sprake te zijn van een volwaardig glastuinbouwbedrijf. Vooraf dient hieromtrent advies ingewonnen te worden bij een ter zake deskundige. De afstand van het nieuwe bouwvlak ten behoeve van het glastuinbouwbedrijf tot woningen / bedrijfswoningen van derden mag niet minder bedragen dan 30 m. De wijziging dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn. Omschakeling naar of nieuwvestiging van een glastuinbouwbedrijf is niet toegestaan indien dit leidt tot een toename van de stikstofemissie vanuit de betreffende inrichting, tenzij sprake is van: een bestaand gebruik zoals bedoeld in de Natuurbeschermingswet; bestaande activiteiten die stikstofemissie veroorzaken en vergund zijn; bestaande activiteiten waarvoor een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet is verleend; een vereveningseffect, zoals bedoeld in artikel 1. Er dient te worden voorzien in een zorgvuldige landschappelijke inpassing op basis van een door burgemeester en wethouders goedgekeurd beplantingsplan tot realisatie, beheer en instandhouding van de landschappelijke inpassing. Deze inspanning telt mee voor de invulling van het bepaalde onder h. Indien door de omschakeling of nieuwvestiging een bouwvlak ontstaat met de mogelijkheid voor meer dan 5 ha kassen, dient bovendien anderszins te worden voldaan aan het gestelde onder h. De wijziging gaat gepaard met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van de extensieve recreatieve mogelijkheden van het plangebied van dit bestemmingsplan. De verwezenlijking, het behoud en het beheer van (het zoekgebied voor) een ecologische verbindingszone, ter plaatse van de aanduiding ‘zoekgebied ecologische verbindingszone’ en / of een zoekgebied voor behoud en herstel van watersystemen ter plaatse van de aanduiding ‘zoekgebied behoud en herstel watersystemen’, worden niet belemmerd of aangetast. Artikel 3.6.10 Wijzigen ten behoeve van permanente teeltondersteunende voorzieningen, niet zijnde teeltondersteunende kassen Burgemeester en wethouders zijn bevoegd dit bestemmingsplan te wijzigen door de aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch - permanente teeltondersteunende voorzieningen’ te wijzigen en / of toe te voegen, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden: Het is niet mogelijk de permanente teeltondersteunende voorzieningen, niet zijnde teeltondersteunende kassen, binnen het bestaande bouwvlak en / of de bestaande aanduiding te realiseren. De situering dient plaats te vinden aansluitend aan het bestaande bouwvlak en / of de bestaande aanduiding. Indien situering aansluitend aan het bestaande bouwvlak en / of de bestaande aanduiding niet mogelijk is, mogen permanente teeltondersteunende voorzieningen, niet zijnde teeltondersteunende kassen, op afstand gerealiseerd worden waarbij een relatie wordt gelegd met de bedrijfslocatie waar de voorzieningen bijhoren en waarbij de oppervlakte van de aanduiding op afstand meetelt voor de maximale oppervlakte van de aanduiding per bedrijf (per bouwvlak) zoals genoemd onder d. De oppervlakte van de aanduiding mag niet meer bedragen dan 8 ha. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4 m. De wijziging dient noodzakelijk te zijn voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering en / of -ontwikkeling van het agrarisch bedrijf. Vooraf dient hieromtrent advies ingewonnen te worden bij een ter zake deskundige. Er dient te worden voorzien in een passende landschappelijke inpassing op basis van een door burgemeester en wethouders goedgekeurd beplantingsplan tot realisatie, beheer en instandhouding van de landschappelijke inpassing. Deze inspanning telt mee voor de invulling van het bepaalde onder h. De wijziging gaat gepaard met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van de extensieve recreatieve mogelijkheden van het plangebied van dit bestemmingsplan. De verwezenlijking, het behoud en het beheer van (het zoekgebied voor) een ecologische verbindingszone, ter plaatse van de aanduiding ‘zoekgebied ecologische verbindingszone’ en / of een zoekgebied voor behoud en herstel van watersystemen ter plaatse van de aanduiding ‘zoekgebied behoud en herstel watersystemen’, worden niet belemmerd of aangetast. Artikel 3.6.11 Wijzigen ten behoeve van voeder- en watervoorzieningen Burgemeester en wethouders zijn bevoegd dit bestemmingsplan te wijzigen door de aanduiding ‘specifieke vorm van agrarisch - voeder- en watervoorzieningen’ te wijzigen en / of toe te voegen, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden: Het is niet mogelijk de voeder- en watervoorzieningen binnen het bestaande bouwvlak en / of de bestaande aanduiding te realiseren. De situering dient plaats te vinden aansluitend aan het bestaande bouwvlak en / of de bestaande aanduiding. De oppervlakte van de aanduiding mag niet meer bedragen dan 5.000 m². De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m. De verwezenlijking, het behoud en het beheer van (het zoekgebied voor) een ecologische verbindingszone, ter plaatse van de aanduiding ‘zoekgebied ecologische verbindingszone’ en / of een zoekgebied voor behoud en herstel van watersystemen ter plaatse van de aanduiding ‘zoekgebied behoud en herstelwatersystemen’, worden niet belemmerd of aangetast. uit nader onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeologische waarden aanwezig zijn; het wordt niet meer noodzakelijk geacht dat het bestemmingsplan voorziet in bescherming van deze waarden. Artikel 38.1 Wijzigen naar 'Bos', 'Groen', 'Groen-Houtsingel', 'Natuur' en 'Water' Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in het kader van natuur- en landschapsbeleid dit bestemmingsplan te wijzigen in die zin dat de bestemmingen ‘Agrarisch’ en / of ‘Agrarisch met waarden’ worden gewijzigd in de bestemming ‘Bos’, ‘Groen‘, ‘Groen - Houtsingel’, ‘Natuur’ en / of ’Water’ ten behoeve van behoud en / of ontwikkeling van bos, ecologische verbindingszones, landschapselementen, natuur en / of water, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden: De wijziging leidt niet tot onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van de naastgelegen percelen. De wijziging vindt pas plaats nadat de aankoop/overdracht in voldoende mate verzekerd is of al heeft plaatsgevonden of de realisatie anderszins verzekerd is. Hoofdstuk 3 Toets aan wijzigingsbevoegdheden Artikel 3.6.7 Wijzigen ten behoeve van omschakeling naar of nieuwvestiging van een glastuinbouwbedrijf Ad b. en c. Ad d. Ad e. Ad h. Op grond van artikel 3.2 van de Verordening ruimte 2014 dient invulling te worden gegeven aan kwaliteitsverbetering van het landschap. Hiervoor is in regionaal verband een "Afsprakenkader Kwaliteits- verbetering van het landschap in de regio West-Brabant" opgesteld. Dit afsprakenkader is vastgesteld in het Ruimtelijk Regionaal Overleg van december 2014. Op grond van dit regionale afsprakenkader kan de omschakeling naar glastuinbouwbedrijf op de locatie Bankenstraat 17 worden aangemerkt als een categorie 2-ontwikkeling: "Alle glastuinbouwontwikkelingen in vestigingsgebieden en doorgroeigebieden voor glastuinbouw als bedoeld in de Verordening ruimte, tenzij het valt onder categorie 1 (binnen rechtstreekse mogelijkheden geldend bestemmingsplan). Boven per gemeente bepaalde maatvoering kan gemeente aanvullende verplichtingen opleggen (categorie 3)". Bestemmingswinst Vlak/aanduiding voor voeder- en watervoorzieningen: 5000 m2 (5) x € 1,50 (6) = € 7.500,- + Bestemmingswinst: € 284.500,- (1): oppervlakte bouwvlak boven 5 ha (= 4 ha) Bestemmingsverlies Bestemmingsverlies: € 167.860,- (1): oppervlakte landschappelijke inpassing Totale bestemmingswinst: € 284.500,- - € 167.860,- = € 116.640,-. Te leveren (financiële) bijdrage kwaliteitsverbetering landschap: 20% van € 116.640,- = € 23.328,-. Op grond van de 'Beleidsregels landschappelijke inpassing gemeente Etten-Leur' dient de oppervlakte aan landschappelijke inpassing 18.080 m2 te bedragen. In voorliggend wijzigingsplan bedraagt de oppervlakte van de daadwerkelijke landschappelijke inpassing (inclusief onderhoudspad) 17.510 m2 . Deze oppervlakte en de situering daarvan zijn uit oogpunt van landschappelijke inpassing van de objecten acceptabel. Echter, op basis van de 'Beleidsregels landschappelijke inpassing gemeente Etten-Leur' betekent dit een tekort van 570 m2. Hiervoor dient een extra storting van 570 x € 10,- = € 5.700,- in het gemeentelijk fonds voor kwaliteitsverbetering landschap te worden gedaan. De totale storting in het gemeentelijk fonds voor kwaliteitsverbetering landschap bedraagt € 29.028,- (€ 23.329,- + € 5.700,-). Ad i. Artikel 3.6.10 Wijzigen ten behoeve van permanente teeltondersteunende voorzieningen, niet zijnde teeltondersteunende kassen Ad a. Ad b. Ad f. Ad g. Ad h. Ad i. 3.6.11 Wijzigen ten behoeve van voeder- en watervoorzieningen Ad a. Ad e. Op grond van de op 26 januari 2016 vastgestelde 'Beleidsregels landschappelijke inpassing gemeente Etten- Leur' dienen de watervoorzieningen landschappelijk te worden ingepast. Hiermee wordt tevens voldaan aan de verplichting tot kwaliteitsverbetering landschap ingevolge de provinciale Verordening ruimte. Voor de landschappelijke inpassing van de watervoorzieningen geldt het beplantingspakket 'Struweelhaag'. 38.1 Wijzigen naar 'Bos', 'Groen', 'Groen-Houtsingel', 'Natuur' en 'Water' Hoofdstuk 4 Ruimtelijke aanvaardbaarheid 4.1 Aspecten ruimtelijke aanvaardbaarheid Overige verantwoording buiten de voorwaarden van de wijzigingsbevoegdheden. In overeenstemming met regionale afspraken voor woningbouw: Er wordt geen extra woning toegevoegd. De voormalige agrarische bedrijfswoning wordt vervangen door een nieuwe bedrijfswoning. In overeenstemming met de regionale afspraken mbt kwaliteitsverbetering van het landschap: Zie de verantwoording in hoofdstuk 3. Luchtkwaliteit: Gelet op het geringe aantal vrachtwagens van en naar het bedrijf en het ontbreken van een stookinstallatie in de kas (geen uitstoot fijnstof en stikstof) is de regelgeving luchtkwaliteit niet van toepassing op dit project. Bodemkwaliteit: Er is een verkennend bodemonderzoek voor de locatie Bankenstraat 17 uitgevoerd. Conclusie is dat het onderzoek op een juiste wijze is uitgevoerd, er geen vervolgonderzoek noodzakelijk is en er geen belemmeringen zijn voor de voorgestane ontwikkeling. Wel zijn er enkele aandachtspunten waar rekening mee moet worden gehouden. Zo moet het gebruik van freatisch grondwater voor beregening van voedingsgewassen en/of menselijke consumptie worden vermeden. Eventueel vrijkomende grond kan niet zondermeer overal worden toegepast. Voor eventuele afvoer van grond moet de bodemkwaliteitskaart en het grondstromenbeleid van de gemeente geraadpleegd worden. Archeologie: Het plangebied ligt grotendeels in een gebied met een hoge verwachting. In principe kunnen hier archeologische resten voorkomen uit de periode vanaf de landbouwers. Het plangebied ligt ook in een overgangsgebied van de hoger gelegen rug naar het beekdal in het westen. Dit kan mogelijk een aantrekkelijke plaats zijn geweest voor jagers en verzamelaars. Het naastgelegen perceel is mogelijk verstoord geraakt in het verleden. Alleen middels archeologisch onderzoek kan een dergelijke verstoring worden aangetoond. Verkeer en parkeren: Het aantal vrachtwagenbewegingen is zeer gering. Tijdens het leverseizoen (eind maart-eind juni) gaat het om 1 tot 3 vrachtwagens per dag. Buiten het leverseizoen (eind maart-eind juni) is sprake van 1 vrachtwagen per 2 dagen. De Bankenstraat is op dergelijke aantallen berekend. Parkeren geschiedt op eigen terrein. Tevens dient er een nieuwe in-/uitrit aan de Bankenstraat te worden aangelegd. Flora en fauna: Het is de bedoeling dat de huidige loodsen en het woonhuis worden gesloopt. Er is een quickscan natuurtoets voor de locatie Banken- straat 17 uitgevoerd. Conclusie is dat aanvullend onderzoek of het aanvragen van een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet niet noodzakelijk is voor de sloop van de loodsen en de bouw van de kas. Voor de te slopen huidige woning is nader onderzoek nood- zakelijk naar huismus, kerkuil, steenuil en vleermuizen. Dit onderzoek moet worden uitgevoerd vóór sloop van de huidige woning. Externe veiligheid: In de omgeving van de locatie Bankenstraat 17 liggen geen risicovolle bronnen. De regelgeving externe veiligheid is niet van toepassing op dit project. Economische uitvoerbaarheid: Wanneer met een bestemmings- of wijzigingsplan een bouwplan, zoals gedefinieerd in artikel 6.2.1 Besluit ruimtelijke ordening, mogelijk wordt gemaakt, dient conform artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening een exploitatieplan te worden opgesteld om gemeentelijke kosten te kunnen verhalen. Het opstellen van een exploitatieplan is niet nodig als het kostenverhaal anderszins (via een anterieure overeenkomst) is verzekerd. Besluit milieueffectrapportage: In bijlage D9 van het Besluit MER wordt gesproken over ontwikkeling van glastuinbouwgebieden groter dan 50 ha. Dat is hier niet aan de orde. Geluid: Gelet op het geringe aantal vrachtwagens van en naar het bedrijf en het ontbreken van een stookinstallatie voor de kas is nader akoestisch onderzoek niet noodzakelijk. In het Activiteitenbesluit op grond van de Wet milieubeheer zijn eisen met betrekking tot geluid opgenomen. Luchtvaartverkeerzone: Op en rond vliegveld Seppe gelden, op grond van regels van de International Civil Aviation Organisation, obstakelvlakken in verband met de veiligheid van het luchtvaartverkeer. Doel hiervan is het luchtruim op en rond luchthavens vrij te houden van (hoge) objecten om zodoende de vliegtuigbewegingen van en naar de luchthaven veilig te kunnen uitvoeren. Voor het zuidwestelijk deel van het plangebied met de gebiedsaanduiding 'luchtvaartverkeerzone' geldt een hoogtebeperking van 100 m (boven het maaiveld van de luchthaven). Dit levert geen problemen op voor de planontwikkeling op de locatie Bankenstraat 17. De gebiedsaanduiding 'luchtvaartverkeerzone' wordt op de planverbeelding van voorliggend wijzigingsplan opgenomen. Electriciteitsleiding: Aan de westzijde van het plangebied ligt een electriciteitsleiding van Enexis. Hiervoor geldt een belemmerende strook van 2 meter, vanuit het hart van de leiding aan weerszijden 1 meter. Aan weerszijden van de leiding moet 1 meter vrij blijven van bebouwing en beplanting. In voorliggend plan wordt hieraan voldaan. 4.2 Waterparagraaf • Gebruik van gietwater • Grondgebruik in kas en op de containervelden • Retentie in verband met verhard oppervlak Voor het opkweken van stekmateriaal is de aanwezigheid van voldoende en goed gietwater van belang. Als gietwater kan gebruik worden gemaakt van water uit de omliggende watergangen, grondwater of opgevangen hemelwater. Daarnaast kan er ook gekozen worden voor het hergebruik van water. Het opkweken van stekmateriaal gaat voor het grootste deel gebeuren in de teeltkas. De inrichting van deze kas kan op verschillende manieren gerealiseerd worden. Er kan gekozen worden voor een teelt op anti-worteldoek, teelt op betonvloeren of teelt op tafels. Voor de uiteindelijke keuze van het teeltsysteem worden verschillende factoren afgewogen. Daarbij spelen het product, de gestelde eisen maar ook de economische factor een belangrijke rol. Door het realiseren van een teeltkas met een oppervlakte van 8 ha wordt op dit moment onbebouwde grond verhard. De afvoer van hemelwater gaat daarbij een rol spelen. In onbebouwde grond kan het hemelwater rustig wegzakken, bij het optreden van verharding van de oppervlakte moet het hemelwater eerst worden opgevangen, waarna het in een langzamer tempo naar een watergang wordt afgevoerd. Indien deze opvang niet gerealiseerd is, ontstaat er bij een stortbui een te snelle aanvoer naar de watergangen die hier niet op ingericht zijn. Voor het opkweken van stekmateriaal is de aanwezigheid van voldoende en goed gietwater van belang. Als gietwater kan gebruik worden gemaakt van water uit de omliggende watergangen, grondwater of opgevangen hemelwater. Daarnaast kan er ook gekozen worden voor het hergebruik van water. Oppervlaktewater Indien er gebruik gemaakt gaat worden van oppervlakte water, dan is er bij het onttrekken van meer dan 100 m³ water een watervergunning nodig. In geval van droogte kan er op bepaalde locaties en/of in bepaalde periodes een algeheel onttrekkingsverbod gelden. In dat geval mag er geen oppervlaktewater worden onttrokken. Indien er gebruik gemaakt wordt van grondwater is het van belang om te weten dat de locatie aan de Bankenstraat 17 te Etten-Leur buiten het door het waterschap Brabantse Delta vastgestelde beschermd gebied gelegen is. Het beleid van het waterschap biedt daarmee flexibele mogelijkheden voor het gebruik van grondwater. Hemelwater Indien er gebruik gemaakt gaat worden van hemelwater, dan moet dit in voldoende mate aanwezig zijn. Echter de teelt van stekmateriaal vraagt een beperkte hoeveelheid water, waardoor een kleine opvang hiervoor al voldoende is. Grondgebruik in kas en op containerveld Bij de teelt in de kas wordt gebruik gemaakt van anti-worteldoek met daaronder plastic. Hierdoor kan het water niet de grond in zakken. Het drainwater wordt opgevangen in goten, waarna het afgevoerd gaat worden naar een opvangbak. Anti-worteldoek met of zonder plastic onderlaag Anti-worteldoek is een kunststofdoek dat wel water doorlaat, maar geen licht en wortelgroei. Bij het gebruik van anti-worteldoek in een kas wordt gesproken van “in verbinding staan met de ondergrond”. Op het moment dat er onder het anti-worteldoek een plastic laag wordt aangelegd, is er sprake van een systeem dat “niet in verbinding staat met de ondergrond”. Voor de eisen die gesteld worden met betrekking tot drainwater is dit een zeer groot verschil. Aangezien er op deze locatie gebruik gemaakt gaat worden van een anti-worteldoek met plastic onderlaag worden alleen deze regels vermeld. De definitie van drainwater is als volgt: Teeltwater dat in de kas bij het gewas wordt gedoseerd, maar niet wordt opgenomen. Dit water wordt bovengronds weer opgevangen of stroomt uit naar de grond. Voor de juiste eisen en regelgeving is gekeken naar het Activiteitenbesluit milieubeheer en naar de regels die het Waterschap Brabantse Delta stelt. Telen of kweken van gewassen in een kas. Regels Activiteitenbesluit. Bij een substraat teelt in de kas (dit is een teelt die niet in verbinding staat met de ondergrond (dus anti-worteldoek met plastic) gelden onder andere de volgende regels: Voor het recirculeren van drainwater is een recirculatiesysteem aanwezig en in gebruik; Voor de gietwatervoorziening is een hemelwateropvangvoorziening van ten minste 500 kubieke meter per hectare teeltoppervlak aanwezig en in gebruik of wordt water met een natriumgehalte gebruikt dat gelijkwaardig is aan dat van hemelwater; Indien bij het lozen van drainwater de hoeveelheid totaal stikstof niet meer bedraagt dan 25 kilogram per hectare per jaar zijn de twee bovenstaande bullits niet van toepassing; Uiteraard moet een en ander gemeten of berekend kunnen worden. Telen van gewassen in de open lucht Ook hier moet weer een onderscheid gemaakt worden in teelten die met de ondergrond in verbinding staan (anti-worteldoek) of teelten die niet met de ondergrond in verbinding staan (anti-worteldoek met plastic of betonvelden). Niet-doorlatende ondergrond en in de open lucht. Het lozen van afvalwater afkomstig van de teelt van gewassen op een niet-doorlatende ondergrond is toegestaan, indien bij een teeltoppervlak van meer dan 500 vierkante meter Hemelwater en drainwater worden opgevangen in een opvangvoorziening van ten minste 1200 m3 per ha teeltoppervlak; Het water uit de opvangvoorziening wordt gebruikt als eerste gietwaterbron, en De bedrijfsvoering erop is gericht om na bemesting de eerste 50 kubieke meter hemelwater per hectare teeltoppervlak te allen tijde op te kunnen vangen in de opvangvoorziening. In afwijking van het genoemde onder nummer 1 kan worden volstaan met een opvangvoorziening met een capaciteit van ten minste 500 kubieke meter per hectare teeltoppervlak, indien aanvullend gietwater wordt gebruikt met een natriumgehalte dat gelijkwaardig is aan dat van hemelwater. Retentie in verband met verhard oppervlak Met betrekking tot de regels voor het verharden van oppervlak in verband met de bouw van de teeltkas, is er gekeken naar de specifieke regels van het Waterschap Brabantse Delta zoals dit in de Keur Waterschap Brabantse Delta is vastgelegd en de opgestelde beleidsregels. Afvoeren van hemelwater bij toename van verhard oppervlak Wanneer er sprake is van een toename van verhard oppervlak van meer dan 10.000 m² wordt de beleidsregel van het waterschap Brabantse Delta toegepast. De kassen van een glastuinbouwbedrijf worden beschouwd als verhard oppervlak. Wanneer er sprake is van een plan met een toename van verhard oppervlak groter dan 10.000 m² komt men in het vergunningentraject terecht. Bij glastuinbouwbedrijven worden regenwaterbassins aangelegd met het doel dit regenwater te gebruiken in de kas. Vanwege de aanwezigheid van deze regenwaterbassins is het mogelijk om de vereiste compensatie voor de afvoer van hemelwater van verhard oppervlak daarmee als volgt te combineren: In de periode oktober t/m februari moet in het bassin altijd een compensatie van 600 m³ per ha aan worden gehouden. Hiervoor dient een lozingsconstructie in de vorm van een pijpje of pomp te worden aangelegd met een maximale afvoer van 2l/s/ha bij een volledig gevulde voorziening; In de periode maart t/m september geldt deze eis niet, omdat het gebruik in de kassen dan zorgt voor voldoende compensatie. Omdat er vele verschijningsvormen van containerteelt zijn, is het niet mogelijk vooraf aan te geven of er sprake is van verhard oppervlak. Gezien de eisen die er gesteld worden aan de opvang van drainwater en hemelwater, wordt er van uit gegaan dat een containerveld met anti-worteldoek en een plastic onderlaag, waarbij het drain en hemelwater opgevangen wordt in goten voldoende is om niet te worden beschouwd als verhard oppervlak. Locatie specifiek De plannen op de locatie Bankenstraat 17 hebben met betrekking tot de watertoets de volgende kenmerken: Retentie in verband met verhard oppervlak Aangezien er een teeltkas gerealiseerd gaat worden met een oppervlak van 8 ha moet er voldaan worden aan de Beleidsregels die gesteld worden door het Waterschap Brabantse Delta. Aangezien de kassen van 8 ha als verhard oppervlak worden aangeduid, moet er compensatie worden gerealiseerd voor in totaal 8 ha. De compensatienorm bedraagt 600 m3/ha zodat er in de periode oktober t/m februari opvang in het bassin van in totaal 4.800 m³ nodig is. Drainwater De productie en opkweek van stekmateriaal voor de boomteelt vindt plaats op anti-worteldoek met daaronder een plastic laag. Hierdoor is sprake van een teelt die niet in verbinding staat met de ondergrond. Het drainwater kan niet in de bodem wegzakken en wordt via goten opgevangen en afgevoerd naar een opvangvoorziening. Eén van de eisen uit het Activiteitenbesluit geeft aan dat er bij een substraat (dit kan ook potgrond zijn) in de kas voor het recirculeren van drainwater een recirculatiesysteem aanwezig en in gebruik moet zijn. Echter indien bij het lozen van drainwater de hoeveelheid stikstof per hectare teeltoppervlak per jaar niet meer bedraagt dan 25 kilogram is de verplichting tot het hebben en gebruiken van een recirculatiesysteem niet van toepassing. Hiervoor moet het drainwater wel kunnen worden bemonsterd. Bij de teelt op een niet-doorlatende ondergrond en in de open lucht moet het hemelwater en drainwater opgevangen kunnen worden in een opvangvoorziening. Het water uit de opvangvoorziening moet gebruikt worden als eerste gietwaterbron. Aangezien er aanvullend gietwater wordt gebruikt in de vorm van hemelwater is een minimale opvang van 500 m³ per ha teeltoppervlak voldoende. Daarnaast moet de bedrijfsvoering erop gericht zijn dat na bemesting de eerste 50 m³ hemelwater per hectare teeltoppervlak te allen tijde kan worden opgevangen in de opvangvoorziening. Op de locatie Bankenstraat 17 komen een tweetal containervelden. Het eerste containerveld krijgt een oppervlakte van 1,2 ha. Hiervoor moet een opvangvoorziening komen van minimaal 500 m³/ha * 1,2 ha = 600 m³. Het water uit deze opvangvoorziening moet als eerste gietwaterbron gebruikt gaan worden. Er is hier geen eis tot recirculatie maar dit kan teelttechnisch wel van belang zijn. Het tweede containerveld krijgt een oppervlak van 2,6 ha. Hier moet de opvangvoorziening een inhoud van 2,6 ha * 500 m³/ha = 1.300 m³ hebben. Gietwater Voor het gietwater van de containervelden moet in eerste instantie gebruik gemaakt worden van de opvangvoorziening van drainwater en hemelwater zoals hierboven beschreven is. Voor een eventuele aanvulling van gietwater kan gebruik worden gemaakt van de hemelwateropvang die nodig is in verband met de aanwezigheid van verhard oppervlak in de vorm van de teeltkas van 8 ha. Voor het gietwater in de kas kan gebruik gemaakt worden van de aanwezigheid van de bassins voor de hemelwateropvang. De noodzakelijke inhoud van de bassins voor de hemelwateropvang van het verharde oppervlak van de kas bedraagt 4.800 m³. Voor het gebruik van gietwater uit het bassin moet het bassin groter zijn dan deze 4.800 m³, omdat de capaciteit van 4.800 m³ benodigd is voor de opvang van hemelwater, in de periode oktober t/m februari en daarna afgevoerd moet worden met een snelheid van maximaal 2 l/seconde/ ha. Bij het glastuinbouwbedrijf/kwekerij aan de Bankenstraat 17 komen 2 waterbassins met een inhoud van respectievelijk 1000 m3 en 5000 m3 en 3 watersilo's bij de containervelden met een gezamenlijke inhoud van 1900 m3 . Conclusie Voor het realiseren van een nieuw bedrijf aan de Bankenstraat 17 te Etten-Leur moet gekeken worden naar het waterplan; In dit waterplan moet rekening gehouden worden met de aan/afwezigheid van verhard oppervlak en of de teelt al dan niet in verbinding staat met de ondergrond; Het nieuwe bedrijf bestaat uit een kas met een oppervlakte van 8 ha. Daarnaast komen er een tweetal containervelden met een oppervlakte van respectievelijk 1,2 en 2,6 ha. Voor het realiseren van de kas van 8 ha moet er opvang van hemelwater gerealiseerd worden. Indien er gebruik gemaakt wordt van regenwater als gietwater, stelt het waterschap Brabantse Delta hier alleen in de periode oktober tot en met februari een norm van 600 m³ per ha voor vast. In deze periode moet er dus ruimte in het bassin zijn om minimaal 4.800 m³ water te kunnen bergen, dat vervolgens met een maximale snelheid van 2l/s/ha afgevoerd mag worden naar het oppervlakte water; Indien er uit het bassin ook regenwater als gietwater gebruikt gaat worden moet het bassin dus groter zijn dan 4.800 m³; Indien de hoeveelheid totaal stikstof in het te lozen drainwater meer dan 25 kilogram per ha teeltoppervlak bedraagt, moet er voor het recirculeren van drainwater een recirculatiesysteem aanwezig en in gebruik zijn. Advies waterschap Brabantse Delta 4.3 Conclusie Uit het vorenstaande kan geconcludeerd worden dat voldaan wordt aan de voorwaarden om, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening en de artikelen artikel 3.6.7, 3.6.10, 3.6.11, 26.4.1 en 38.1 van het bestemmingsplan "Buitengebied", het bestemmingsplan "Buitengebied" voor de locatie Bankenstraat 17 te wijzigen, een en ander zoals aangegeven in de planregels en op de planverbeelding. 4.4 Juridische aspecten Op de planverbeelding van voorliggend wijzigingsplan zijn een bouwvlak van 9 ha, 2 vlakken met de functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - permanente teeltondersteunende voorzieningen' en 3 vlakken met de functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - voeder- en watervoorzieningen' voor de watervoorzieningen opgenomen. Ook de verplichte landschappelijke inpassing is op de planverbeelding opgenomen met de bestemming 'Groen-Houtsingel'. Verder zijn de gebiedsaanduidingen 'zoekgebied glastuinbouw vestigingsgebied 1', 'luchtvaartverkeerzone' en 'beekdal' , de functieaanduidingen 'specifieke vorm van agrarisch - voorwaarde landschappelijke inpassing' en 'glastuinbouw' en de bestemmingen 'Agrarisch', 'Agrarisch met waarden' en 'Water' alsmede de dubbelbestemmingen 'Waarde-Archeologie 2', 'Waarde-Archeologie 4' en 'Waterstaat-Waterkering' op de planverbeelding opgenomen. In voorliggende toelichting heeft toetsing aan de wijzigingsbevoegdheden plaatsgevonden. Het wateradvies van waterschap Brabantse Delta en de vooroverlegreactie van de provincie Noord-Brabant zijn als bijlage aan de toelichting toegevoegd. 4.5 Procedure Over het voorontwerp-wijzigingsplan is wettelijk vooroverleg gevoerd met de provincie Noord-Brabant en waterschap Brabantse Delta. Het ontwerp-wijzigingsplan heeft gedurende de periode 10 november 2016 tot en met 21 december 2016 ter inzage gelegen in het gemeentelijk informatiecentrum in het stadskantoor. Daarnaast was het ontwerp- wijzigingsplan digitaal raadpleegbaar op de gemeentelijke website en de landelijke website www.ruimtelijkeplannen.nl. De bekendmaking hierover heeft plaatsgevonden in het weekblad 'Etten-Leurse Bode', de landelijke website www.overheid.nl, de gemeentelijke website en het gemeentelijk publicatiebord. De omwonenden van Bankenstraat 17 zijn persoonlijk geïnformeerd over de ter inzage legging. Ook de provincie Noord-Brabant, waterschap Brabantse Delta en Enexis zijn geïnformeerd over de ter inzage legging. 4.5.1 zienswijzen PM 4.5.2 Vaststelling PM
In voorliggend geval dienen de volgende wijzigingsbevoegdheden te worden toegepast:
artikel 3.6.7: wijzigen ten behoeve van omschakeling naar of nieuwvestiging van een glastuin- bouwbedrijf;
artikel 3.6.10: wijzigen ten behoeve van permanente teeltondersteunende voorzieningen, niet zijnde teeltondersteunende kassen;
artikel 3.6.11: wijzigen ten behoeve van voeder- en watervoorzieningen;
artikel 26.4.1: verwijderen dubbelbestemming 'Waarde-Archeologie 1';
artikel 38.1: wijzigen naar o.a. 'Groen-Houtsingel'.
(NB deze voorwaarde is door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 25 februari 2015 vernietigd).
Artikel 26.4.1 Wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd dit bestemmingsplan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde-Archeologie 1' geheel of gedeeltelijk te verwijderen, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
Ad a.
Het nieuwe bouwvlak komt in zijn geheel binnen de aanduiding 'zoekgebied glastuinbouw vestigingsgebied 1' te liggen.
Over de plannen van de heer Strijbos voor omschakeling naar een glastuinbouwbedrijf/kwekerij aan de Bankenstraat 17 is advies ingewonnen bij de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen (AAB). De AAB heeft op 7 april 2016 een advies uitgebracht. "De AAB is van oordeel dat de gevraagde omvang van 8 ha kassen is afgestemd op de omvang van de bedrijfsvoering. Deze omvang zal resulteren in de vestiging van een volwaardig agrarisch bedrijf ter plaatse" (einde citaat).
Aangezien de overige bedrijfsbebouwing, de nieuwe woning, voorzieningen voor de huisvesting van seizoenarbeiders en verharding ook binnen het bouwvlak moeten worden gesitueerd, is een bouwvlak van 9 ha noodzakelijk, maar gelijktijdig ook de maximaal toegestane oppervlakte voor een bouwvlak.
De afstand tussen het nieuwe bouwvlak op de locatie Bankenstraat 17 en omliggende woningen/ bedrijfs- woningen van derden bedraagt in alle gevallen meer dan 30 m.
Het glastuinbouwbedrijf van de heer Strijbos zal moeten voldoen aan de bepalingen uit het Activiteitenbesluit ingevolge de Wet milieubeheer. Het Activiteitenbesluit bevat voorschriften voor de sector glastuinbouw, o.a. op het gebied van energie, geluid, lucht, lichthinder, bodem, lozen en veiligheid. Al deze aspecten zijn gericht op het voorkomen van overlast naar de omgeving. Overigens zijn niet alle aspecten relevant voor de voorgenomen bedrijfsvoering op de locatie Bankenstraat 17. Zo wordt geen gebruik gemaakt van assimilatieverlichting in de kas en is er -gelet op het aantal vrachtwagenbewegingen- geen geluidoverlast te verwachten. Tijdens het leverseizoen (eind maart-eind juni) gaat het om 1 tot 3 vrachtwagens per dag. Buiten het leverseizoen (eind maart-eind juni) is sprake van 1 vrachtwagen per 2 dagen. De Bankenstraat is op dergelijke aantallen berekend.
Gelet op de voorgenomen bedrijfsvoering aan de Bankenstraat 17 kan aan de voorwaarden van het Activiteitenbesluit worden voldaan en is de wijziging milieuhygiënisch inpasbaar.
Zie verder paragraaf 4.1 Aspecten ruimtelijke aanvaardbaarheid.
Ad f.
Er wordt bij het nieuwe glastuinbouwbedrijf geen gebruik gemaakt van stookinstallaties om de kas mee te verwarmen. Er is dan ook geen sprake van stikstofemissie. De kas wordt nauwelijks verwarmd en de daarvoor benodigde warmte wordt verkregen door middel van warmtepompen. Ook voor het verwarmen van de personeelsruimten, het kantoor en de kantine wordt gebruik gemaakt van warmtepompen. De energie daarvoor wordt op het bedrijf zelf geproduceerd door middel van zonnepanelen. Stikstofemissie is in dit geval niet aan de orde, waardoor voorwaarde sub f geen belemmering vormt voor de voorgenomen nieuwvestiging.
Ad g.
In verband met de verplichte landschappelijke inpassing is een beplantingsplan opgesteld door het Coördinatiepunt Landschapsbeheer van het Brabants Landschap. Daarbij zijn de op 26 januari 2016 door burgemeester en wethouders vastgestelde 'Beleidsregels landschappelijke inpassing gemeente Etten-Leur' van toepassing. Voor de landschappelijke inpassing van het glastuinbouwbedrijf geldt het beplantingspakket 'Houtsingel'. De inrichtings- en onderhoudseisen en het beoogde eindbeeld zijn exact omschreven. De landschappelijke inpassing wordt met een passende bestemming ‘Groen - Houtsingel’ op de planverbeelding opgenomen. Hiervoor wordt de wijzigingsbevoegdheid ex artikel 38.1 toegepast. Tevens wordt in de planregels een voorwaardelijke verplichting opgenomen. Daarmee zijn de realisering, het onderhoud en de instandhouding van de landschappelijke inpassing publiekrechtelijk gewaarborgd. Daarnaast is met de initiatiefnemer een overeenkomst gesloten over o.a. het realiseren, het beheer en de instandhouding van de landschappelijke inpassing.
Categorie 2-ontwikkelingen zijn ruimtelijke ontwikkelingen die van nature aan het buitengebied zijn gebonden of plaatsvinden in hiervoor aangewezen gebieden. De kwaliteitsverbetering vindt in voorliggend geval plaats in de vorm van een landschappelijke inpassing, overeenkomstig de eisen die gesteld worden aan categorie 2-ontwikkelingen van het regionale afsprakenkader én de voorwaarde sub g.
Categorie 3-ontwikkelingen hebben over het algemeen een beduidende invloed op de omgeving door vergroting van de bouwmassa/-oppervlakte, vergroting van het bestemmings- of bouwvlak en/of substantiële bestemmingswijziging. Bij categorie 3-ontwikkelingen wordt de omvang van de kwaliteitsverbetering bepaald door 20% van de totale bestemmingswinst (= bestemmingswinst - bestemmingsverlies). De bestemmingswinst heeft in voorliggend geval betrekking op het verschil in waarde tussen het bouwvlak glastuinbouw, de aanduidingen/vlakken voor permanente teeltondersteunende voorzieningen en watervoorzieningen en agrarische grond zonder bouwvlak. Het bestemmingsverlies betreft de waardedaling van de bestemming 'Agrarisch' naar de bestemming 'Groen-Houtsingel' inclusief aanleg en onderhoud gedurende 10 jaar. In de op 26 januari 2016 door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde 'Beleidsregels landschappelijke inpassing gemeente Etten-Leur' is bepaald dat de bestemmingswinst wordt berekend over de oppervlakte bouwvlak boven de 5 ha. Dit komt overeen met het regionale afsprakenkader dat "boven per gemeente bepaalde maatvoering kan gemeente aanvullende verplichtingen opleggen". In voorliggend geval dient voor de berekening van de bestemmingswinst van 4 ha te worden uitgegaan.
Initiatiefnemer dient dus niet alleen zorg te dragen voor een landschappelijke inpassing van de ontwikkeling (overeenkomstig categorie 2 van het regionale afsprakenkader), maar ook een financiële bijdrage te storten in het gemeentelijk fonds voor kwaliteitsverbetering landschap (overeenkomstig categorie 3 van het regionale afsprakenkader).
De financiële bijdrage voor het gemeentelijk fonds voor kwaliteitsverbetering landschap wordt als volgt berekend:
NB bij deze berekening wordt tevens rekening gehouden met de verplichting tot kwaliteitsverbetering voor de permanente teeltondersteunende voorzieningen en de watervoorzieningen (zie hierna bij artikel 3.6.10 en 3.6.11).
Bouwvlak glastuinbouw: 40.000 m2 (1) x € 5,50 (2) = € 220.000,-
Vlak/aanduiding voor permanente teeltonder- 38.000 m2 (3) x € 1,50 (4) = € 57.000,-
steunende voorzieningen:
(2): verschil in waarde tussen bouwvlak glastuinbouw en agrarisch zonder bouwvlak
(3): oppervlakte vlak/aanduiding voor permanente teeltondersteunende voorzieningen (TOV) (= 3,8 ha)
(4): verschil in waarde tussen vlak/aanduiding voor permanente TOV en agrarisch zonder bouwvlak
(5): oppervlakte vlak/aanduiding voor voeder- en watervoorzieningen (= 5000 m2)
(6): verschil in waarde tussen vlak/aanduiding voor voeder- en watervoorzieningen en agrarisch zonder bouwvlak
Landschappelijke inpassing: 15.700 m2 (1) x € 10,- (2) = € 157.000,-
Onderhoudspad: 1.810 m2 (3) x € 6,- (4) = € 10.860,- +
(2): € 6,-/m2 waardedaling van bestemming 'Agrarisch' naar bestemming 'Groen-Houtsingel' en € 4,-/m2 aanleg beplanting en onderhoud gedurende 10 jaar
(3): oppervlakte onderhoudspad (wordt niet beplant)
(4): € 6,-/m2 waardedaling van bestemming 'Agrarisch' naar bestemming 'Groen-Houtsingel' (wordt niet beplant, dus exclusief € 4,- zoals genoemd onder 2)
Binnen het plangebied zijn geen gronden met de aanduidingen 'zoekgebied ecologische verbindingszone' en/of 'zoekgebied behoud en herstel watersystemen' aanwezig.
Voor het glastuinbouwbedrijf met 8 ha kassen is een bouwvlak van 9 ha nodig. Temeer daar alle overige (bedrijfs)bebouwing en verharding ook binnen het bouwvlak dienen te worden gesitueerd. Daardoor is het niet mogelijk de permanente teeltondersteunende voorzieningen, niet zijnde teeltondersteunende kassen, binnen het bouwvlak te situeren.
De containervelden worden aansluitend aan het bouwvlak gesitueerd.
Ad c.
Deze voorwaarde is op 25 februari 2015 door de Afdeling besuursrechtspraak van de Raad van State vernietigd en daarmee niet van toepassing. Overigens is in voorliggend geval geen sprake van permanente teeltondersteunende voorzieningen op afstand. De containervelden worden aansluitend aan het bouwvlak gesitueerd.
Ad d.
De oppervlakte van de containervelden bedraagt respectievelijk 2,6 ha en 1,2 ha. Op de planverbeelding worden twee aanduidingen 'specifieke vorm van agrarisch - permanente teeltondersteunende voorzieningen' met een oppervlakte van respectievelijk 2,6 ha en 1,2 ha opgenomen. De gezamenlijke oppervlakte van de aanduidingen bedraagt 3,8 ha. Dit is beduidend minder dan de toegestane oppervlakte van maximaal 8 ha.
Ad e.
De stek- of plantgoedtrays komen niet op stellages, maar op de grond op zwart anti-worteldoek te staan.
De maximale bouwhoogte van 4 m wordt dan ook niet overschreden.
De Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen (AAB) heeft op 7 april 2016 een advies uitgebracht, o.a. over de aanleg van het containerveld. Het advies van de AAB luidt als volgt: "Het aan te leggen containerveld betreft in totaal 3,80 ha. Het containerveld zal gebruikt worden voor het afharden van het bewortelde stekgoed en voor de opkweek gedurende een beperkt tijdsbestek tot verkoopbaar plantgoed. Het containerveld zal ten dienste staan van de bedrijfsvoering van het stekbedrijf. Om die reden is de aanleg van een containerveld en de wijziging van de bestemming daartoe naar permanente teeltondersteunende voorzieningen noodzakelijk voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering".
In verband met de verplichte landschappelijke inpassing is een beplantingsplan opgesteld door het Coördinatiepunt Landschapsbeheer van het Brabants Landschap. Daarbij zijn de op 26 januari 2016 door burgemeester en wethouders vastgestelde 'Beleidsregels landschappelijke inpassing gemeente Etten-Leur' van toepassing. Voor de landschappelijke inpassing van de containervelden (lage permanente teeltondersteunende voorzieningen) geldt het beplantingspakket 'Struweelhaag'.
Omdat het plangebied reeds wordt omzoomd met houtsingels, danwel grenst aan kassen of een bestaande landschappelijke inpassing, is het niet nodig om de containervelden afzonderlijk landschappelijk in te passen met een struweelhaag. Wel zijn de containervelden meegeteld bij het berekenen van de vereiste oppervlakte aan landschappelijke inpassing (zie hoofdstuk 3, onder 3.6.7 ad h).
De landschappelijke inpassing wordt met een passende bestemming ‘Groen - Houtsingel’ op de plan- verbeelding opgenomen. Hiervoor wordt de wijzigingsbevoegdheid ex artikel 38.1 toegepast. Tevens wordt in de planregels een voorwaardelijke verplichting opgenomen. Daarmee zijn de realisering, het onderhoud en de instandhouding van de landschappelijke inpassing publiekrechtelijk gewaarborgd. Daarnaast is met de initiatiefnemer een overeenkomst gesloten over o.a. het realiseren, het beheer en de instandhouding van de landschappelijke inpassing.
Het toevoegen van vlakken met de functie-aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - permanente teeltondersteunende voorzieningen' is een categorie 3-ontwikkeling volgens het "Afsprakenkader Kwaliteitsverbetering in de regio West-Brabant". Voor de berekening van de financiële bijdrage voor het gemeentelijk fonds voor kwaliteitsverbetering landschap wordt verwezen naar hoofdstuk 3, onder 3.6.7 ad h.
Binnen het plangebied zijn geen gronden met de aanduidingen 'zoekgebied ecologische verbindingszone' en/of 'zoekgebied behoud en herstel watersystemen' aanwezig.
De gevraagde omvang van 8 ha kassen is blijkens advies van de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen afgestemd op de omvang van de bedrijfsvoering. De overige bedrijfsbebouwing, de nieuwe woning, voorzieningen voor de huisvesting van seizoenarbeiders en verharding moeten ook binnen het bouwvlak moeten worden gesitueerd. Daarvoor is een bouwvlak van 9 ha nodig, waarmee tevens de maximale omvang van het bouwvlak is bereikt. Het is dan ook niet mogelijk om de watervoorzieningen binnen het bouwvlak te realiseren.
Ad b.
De waterbassins ten westen en ten zuiden van de kas worden aansluitend aan het bouwvlak gesitueerd.
Ad c.
De waterbassins en de watersilo's hebben een gezamenlijke oppervlakte van maximaal 5000 m2 .. De aanduiding op de planverbeelding heeft een oppervlakte van 5000 m2.
Ad d.
De maximale bouwhoogte van 3 m voor de watervoorzieningen wordt niet overschreden.
Binnen het plangebied zijn geen gronden met de aanduidingen 'zoekgebied ecologische verbindingszone' en/of 'zoekgebied behoud en herstel watersystemen' aanwezig.
Omdat het plangebied wordt omzoomd met houtsingels, danwel grenst aan kassen of een bestaande landschappelijke inpassing, is het niet nodig om de watervoorzieningen afzonderlijk landschappelijk in te passen met een struweelhaag. Wel zijn de watervoorzieningen meegeteld bij het berekenen van de vereiste oppervlakte aan landschappelijke inpassing (zie hoofdstuk 3, onder 3.6.7 ad h).
Het toevoegen van vlakken met de functie-aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - voeder- en watervoorzieningen' is een categorie 3-ontwikkeling volgens het "Afsprakenkader Kwaliteitsverbetering in de regio West-Brabant". Voor de berekening van de financiële bijdrage voor het gemeentelijk fonds voor kwaliteitsverbetering landschap wordt verwezen naar hoofdstuk 3, onder 3.6.7 ad h.
26.4.1 Wijzigingsregels
Ad a en b.
Voor het plangebied is door Archeodienst een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek verkennende fase uitgevoerd. Op basis van dit onderzoek wordt o.a. voor het gedeelte van het plangebied met de dubbelbestemming 'Waarde-Archeologie 1' geen archeologisch vervolgonderzoek geadviseerd. Dit is bevestigd door de regioarcheoloog. Het is dan ook niet nodig de dubbelbestemming 'Waarde-Archeologie 1' nog langer voor het betreffende gedeelte van het plangebied te handhaven. De dubbelbestemming 'Waarde-Archeologie 1' kan derhalve worden verwijderd.
Ad a.
Door de landschappelijke inpassing een passende bestemming 'Groen-Houtsingel' te geven, worden de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van de naastgelegen percelen op geen enkele wijze aangetast.
Ad b.
De aankoop/overdracht van het plangebied is door de koopovereenkomst in voldoende mate verzekerd. Daarnaast wordt de realisering, het onderhoud en de instandhouding van de landschappelijke inpassing publiekrechtelijk gewaarborgd door in de planregels een voorwaardelijke verplichting op te nemen.
Met in acht name van het bovenstaande is voor het plangebied een gecombineerd archeologisch onderzoek uitgevoerd in de vorm van een bureauonderzoek in combinatie met een verkennend en karterend booronderzoek. Uit het gecombineerd archeologisch onderzoek is gebleken dat er vervolgonderzoek dient plaats te vinden in de vorm van proefsleuven in combinatie met Archeologische Begeleiding. Het proefsleuvenonderzoek geldt voor het meest oostelijke deel van het plangebied waarvan ca. 8 tot 10% middels proefsleuven onderzocht moet worden. Uit dit onderzoek dient te blijken of er behoudenswaardige archeologische resten aanwezg zijn en of deze in of ex situ behouden kunnen worden. De Archeologische Begeleiding dient uitgevoerd te worden tijdens de aanleg van het waterbassin aan de westzijde van het plangebied. Voor een groot gedeelte van het plangebied waar de nieuwe kas komt, hoeft geen vervolgonderzoek te worden uitgevoerd. Dit geldt ook voor het meest zuidwestelijk deel van het plangebied met de dubbelbestemming 'Waarde-Archeologie 1'. Deze bestemming kan voor het betreffende gedeelte van het plangebied van de planverbeelding verwijderd worden (zie hoofdstuk 3).
De dubbelbestemmingen 'Waarde-Archeologie 2' en 'Waarde-Archeologie 4' blijven vooralsnog gehandhaafd voor het plangebied.
Er is sprake van een planwijziging op verzoek/particulier initiatief. Legeskosten in verband met het opstellen en vaststellen van het wijzigingsplan en de verplichte financiële bijdrage voor kwaliteitsverbetering landschap, komen voor rekening van de initiatiefnemer. Met initiatiefnemer is een anterieure overeenkomst gesloten, waarin voornoemde zaken zijn geregeld. Doordat het kostenverhaal anderszins is geregeld, hoeft er geen exploitatieplan te worden opgesteld.
Door rentmeesterskantoor Noordanus & Partners is een wateradvies opgesteld in verband met de planvorming op de locatie Bankenstraat 17.
In het wateradvies zijn de volgende onderwerpen nader beschreven.
Gebruik van gietwater
Grondwater
Het profiel van vrije ruimte langs de Laakse Vaart blijft vrij van bebouwing en beplanting.
De plannen voor de locatie Bankenstraat 17 zijn in het kader van het wettelijk vooroverleg voorgelegd aan Waterschap Brabantse Delta. Het waterschap heeft bij brief van 18 april 2016 onder voorbehoud een positief wateradvies gegeven. Het voorbehoud heeft betrekking op: een uitgebreide omschrijving hoe er met de waterhuishoudkundige zaken rondom het plan wordt omgegaan en een tekening waaruit blijkt dat er geen werkzaamheden plaatsvinden in het profiel van vrije ruimte van de regionale kering Laaksche Vaart.
Met bovenstaande waterparagraaf is voldaan aan het verzoek om een uitgebreide omschrijving hoe er met de waterhuishoudkundige zaken wordt omgegaan. De tekst heeft de instemmming van het waterschap. Verder wordt het profiel van vrije ruimte vrijgehouden van bebouwing en beplanting. Het wateradvies is als bijlage bij de toelichting opgenomen.
In de planregels is een voorwaardelijke verplichting opgenomen voor de realisatie, beheer en instandhouding van de landschappelijke inpassing. In verband daarmee is het beplantingsplan als bijlage bij de planregels opgenomen. De inleidende regels (hoofdstuk 1), de bestemmingsregels 'Agrarisch', 'Agrarisch met waarden', 'Groen-Houtsingel', 'Water', de dubbelbestemmingen 'Waarde- Archeologie 2', 'Waarde- Archeologie 4' en 'Waterstaat-Waterkering', de algemene regels (hoofdstuk 3) en de overgangs- en slotregels (hoofdstuk 4) uit het bestemmingsplan "Buitengebied" zijn van overeenkomstige toepassing verklaard.
De provincie Noord-Brabant heeft bij brief van 8 april 2016 gereageerd. De provincie constateert (nog) strijdigheid met de Verordening ruimte 2014 op 2 onderdelen: enerzijds moet de wijze waarop invulling wordt gegeven aan artikel 3.2 van de Verordening ruimte 2014 (Kwaliteitsverbetering landschap) nog worden uitgewerkt. Anderzijds moet het plan ten aanzien van de huisvesting van seizoenarbeiders waarborgen bevatten die een permanente bewoning moet voorkomen (bijvoorbeeld door de aanduiding logies, een verbodsbepaling in de voorwaarden en het voeren van een registratie). De reactie van de provincie is als bijlage bij de toelichting opgenomen.
In hoofdstuk 3 is uiteengezet op welke wijze invulling wordt gegeven aan kwaliteitsverbetering landschap.
Voor de huisvesting van seizoenarbeiders zijn binnen de bestemming 'Agrarisch' een aantal afwijkings- mogelijkheden opgenomen. De bij deze bestemming behorende planregels uit bestemmingsplan "Buitengebied" worden van overeenkomstige toepassing verklaard op voorliggend wijzigingsplan. Daarmee wordt tegemoet gekomen aan de vooroverlegreactie van de provincie en is het opnemen van specifieke regels met betrekking tot de huisvesting van seizoenarbeiders in voorliggend wijzigingsplan niet nodig.
Waterschap Brabantse Delta heeft bij brief van 19 april 2016 een wateradvies afgegeven. In 4.2 Waterparagraaf is ingegaan op de wateraspecten en het wateradvies van waterschap Brabantse Delta.
Gedurende de periode van ter inzage ligging kon een ieder mondeling of schriftelijk een zienswijze indienen bij burgemeester en wethouders. Er zijn wel/geen (PM) zienswijzen ingediend.