direct naar inhoud van 2.2 Stedenbouwkundige planopzet
Plan: Steenbergen Buiten de Veste 2
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0851.sbgBPbdveste2-ON99

2.2 Stedenbouwkundige planopzet

Structuuropzet en programma Buiten de Veste

Structuuropzet

De hoofdopzet voor het plangebied Buiten de Veste volgt uit de stedenbouwkundige visie van juni 2004, die ook in het bestemmingsplan voor de eerste fase is opgenomen vastgelegd. De volgende elementen van de stedenbouwkundige visie voor het gebied zijn van betekenis voor Buiten de Veste 2:

  • versterking van de Oosthavendijk als zelfstandig lint langs de Steenbergse haven;
  • een open strook in noord-zuidrichting centraal in het gebied die zicht biedt op de stadsrand;
  • een compact ("stedelijk") woongebied tussen de dijk en de centrale as;
  • losse bebouwingsclusters aan de oostzijde van de as met een in principe open bebouwingspatroon en een oost-westelijke hoofdrichting;
  • herstel van de oude linie of schans aan de oostrand met watergang en wandelpad;
  • een ecologische verbindingszone langs de oostelijke buitenrand;
  • verzelfstandiging van de zuidelijke punt met veel openheid in samenhang met de veste waarin het gemeentehuis is gesitueerd als autonoom gebouw;
  • realiseren van de doorspoeling van de Breede watergang en in de noordelijke veste door een inlaat en afkoppeling van hemelwater;
  • voorzien in voldoende waterberging;
  • verbijzondering van de toegang van het gebied op de kruising Lindenburghlaan-veste (is reeds uitgevoerd bij de reconstructie van de lindenburghlaan);
  • verbetering van de Lindenburghlaan als belangrijke toegangsroute (is reeds uitgevoerd bij de reconstructie van de lindenburghlaan).

Programma

Het woningbouwprogramma voor de tweede fase van Buiten de Veste gaat uit van circa 220 woningen. Deze fase wordt in 2 perioden gerealiseerd. Voor de periode 2015 zijn 100 woningen gepland. Voor de periode 2015-2020 zijn dit er 120. Voorts is er behoefte aan een brede school met een vloeroppervlak van circa 2600 m2 en een terreinoppervlak van 4000 m2. De school krijgt ook een gymzaal. De bebouwing kan in 2 of 3 lagen worden gerealiseerd. Het concrete programma is nog niet uitgekristalliseerd. Enige flexibiliteit wordt nagestreefd. Het woningbouwprogramma voor de tweede fase is vertaald in het stedenbouwkundig ontwerp en kent de volgende verdeling:

  • grondgebonden, seniorenwoningen, (huur) levensloopbestendige, woningen 40%;
  • vrijstaande woningen vrije sector 40%;
  • twee onder één kap vrije sector 20%.

Deze verdeling is een afspiegeling van de woonvisie en draagt bij aan een evenwichtige opbouw van de woningvoorraad in Steenbergen. Er is namelijk rekening gehouden met het gegeven dat vrijstaande woningen en grondgebonden seniorenwoningen in andere plannen onvoldoende worden gebouwd. Twee onder een kapwoningen worden al vrij veel gebouwd in Couveringepark en 't Hof van Steenbergen. Derhalve is gekozen voor een kleiner percentage twee onder een kapwoningen in Buiten de Veste 2. Ook maken starterswoningen geen onderdeel uit van het plan, omdat er binnen de bestaande woningvoorraad voldoende mogelijkheden aanwezig zijn om starters te huisvesten. Hetzelfde geldt voor appartementen, deze zijn of worden op andere locaties al voldoende gebouwd.

Stedenbouwkundig ontwerp tweede fase (Buiten de Veste 2)

Ten behoeve van de realisering van de tweede fase van het woongebied Buiten de Veste is een stedenbouwkundig ontwerp ontwikkeld dat naadloos aansluit op de eerste fase van het woongebied (zie figuur 2.2) en het beoogde woningbouwprogramma.

afbeelding "i_NL.IMRO.0851.sbgBPbdveste2-ON99_0002.jpg"

Figuur 2.2. Stedenbouwkundig ontwerp Buiten de Veste (indicatief)

Een centrale groene as verdeelt het woongebied Buiten de Veste in twee delen: een compact deel aan de westzijde en een meer open deel aan de oostzijde. In het westelijke compacte deel is het merendeel van het programma ondergebracht. Het oostelijk deel kent een lagere dichtheid met veel vrijstaande bebouwing gegroepeerd in bastions. Tussen de bastions liggen groene stroken die het woongebied in oostelijke richting open maken naar de polder. Aan de oostrand tussen de veste en het natuurgebied komt een ecologische verbindingszone met een wandelpad. De westelijke grens bestaat uit de Oosthavendijk. Het bestaande lintpatroon wordt ook aan de landzijde van de dijk doorgezet, waarbij het geleidelijk aflopende hoogteverschil van de dijk wordt benut voor een specifiek woningtype.

Het westelijk compacte deel kan in drie segmenten worden verdeeld. Tussen deze segmenten zijn er kortsluitingen voor autoverkeer tussen de groene as en de Oosthavendijk. Binnen de segmenten is gestreefd naar een kleine groene pleinruimte of waar een bijzondere woonvorm kon komen, zoals bijvoorbeeld een seniorencomplex in de vorm van een hofje in het noordelijk deel.

In de bastions aan de oostzijde zijn de vrijstaande woningen geclusterd rond een binnenruimte, die vrij invulbaar is. De rand naar de groene as is steviger met geschakelde woningen zodat deze centrale ruimte een duidelijke begrenzing krijgt. De meest zuidelijke bastion is gereserveerd voor de brede school. De beschikbare ruimte van dit bastion is aanzienlijk groter dan het betreffende programma vraagt. De overruimte wordt benut voor een substantiële speelvoorziening. Bovendien geeft het uitbreidingsmogelijkheden voor deze functie.

Cultuurhistorie

In de stedenbouwkundige planopzet is met de cultuurhistorisch belangrijke elementen zo veel mogelijk rekening gehouden:

  • De strook langs de veste is grotendeels open gehouden met alleen het gemeentehuis als bijzonder element daarin;
  • De Steenbergse Haven en de Oosthavendijk zijn als zelfstandig structuurelement vormgegeven (hoogteverschil, bebouwingstypologie);
  • De centrale groene as vormt een nieuwe robuuste structuurdrager met de schaal van de veste en een lange zichtlijn op de kern (veste, gemeentehuis, St. Gummarus);
  • De oostrand met de ecologische verbindingszone volgt zoveel mogelijk de historische liniedijk, die daar gelegen heeft. Door de aangrenzende bastions met een walletje te begrenzen krijgt deze rand een passende eigen sfeer.

Groen- en speelvoorzieningen

Het groen is merendeels geconcentreerd in de groene as en langs de zuid- en oostrand van het plangebied. Beide stroken worden verbonden door scheggen, die de bastions scheiden. Daarmee ontstaat een stevig groen raamwerk. Binnen het woongebied blijft het groen beperkt tot kleine verspreide pleintjes.

In de groene as zijn continuïteit en openheid belangrijk. Bomenrijen langs de randen begrenzen de ruimte. Parkeren wordt beperkt tot incidentele stroken en kleine parkeerveldjes. De oostrand met de ecologische verbindingszone, de open polder en de bastions is een aantrekkelijk strook voor wandelen of zitten. In de scheggen wordt die sfeer zoveel mogelijk doorgezet. In combinatie met de veste aan de zuidzijde zijn er optimale mogelijkheden voor een "ommetje".

Het stedenbouwkundig ontwerp voorziet verspreid over het plangebied in diverse speelmogelijkheden. Dit zijn onder andere de volgende:

  • de langgerekte strook in groene as voor spelen met sociale controle en kans op ontmoeting;
  • speelplekken in de woonclusters aan weerszijden;
  • avontuurlijk spelen langs de waterranden van het gebied;
  • speelveld naast school voor openbaar en schoolgebruik.

Met name in de centrale groene as zijn speelvoorzieningen mogelijk en gedacht. Een zekere mate van concentratie in deze as resulteert in een stevig ruimtelijk element en een aantrekkelijk aaneengesloten speelgebied. De sociale controle is groot. De veiligheid is aan de oostzijde optimaal door het ontbreken van doorgaand autoverkeer. Het langgerekte groengebied kan in segmenten worden opgeknipt. Deze kunnen specifieke doelgroepen bedienen. In het bastion van de school is een speelveld voorzien. Dit kan tevens dienen als veld voor klassikale gymnastiek. Binnen de woonclusters liggen verspreid kleinschalige speelplekken. De scheggen tussen de bastions bieden extra mogelijkheden als speelruimte.

Ontsluiting

De Lindenburghlaan aan de zuidzijde en de Oost Groeneweg aan de noordkant vormen de externe ontsluiting van het gebied. Deze worden door een centraal gelegen weg langs de westkant van de groene as verbonden. Vanaf deze hoofdroute worden de woongebieden ontsloten Daardoor ontstaat een goede spreiding van het autoverkeer. De Oosthavendijk is zoveel mogelijk autoluw gemaakt door het aantal aansluitingen hierop te minimaliseren. De oostelijk gelegen woonclusters zijn eveneens gecompartimenteerd door geen onderlinge koppelingen mogelijk te maken. Daardoor wordt de route langs de oostrand van de groene as autoluw en aantrekkelijk voor langzaam verkeer. Parkeren gebeurt zoveel mogelijk op eigen terrein, bij de woning. De verkaveling biedt daar ook de ruimte voor. Daarnaast zal de brede school de parkeervraag van het eigen personeel op het eigen terrein opvangen. Waar nodig is voorzien in parkeerplaatsen in de openbare ruimte.

Voor langzaam verkeer is de route langs het gemeentehuis met de brug over de veste naar het centrum de hoofdontsluiting. Deze eindigt als vrij liggende route bij de brede school. Er is wel een fietsverbinding in oostelijke richting tussen brede school en gemeentehuis gereserveerd, die in de toekomst een aansluiting op het plan Waterwijk mogelijk maakt. Binnen het plangebied is voor het langzaam verkeer volstaan met kortsluitingen in het stratenpatroon. Zo heeft het langzaam verkeer een fijnmazig netwerk ter beschikking.

Langs de randen van het gebied zijn aantrekkelijke wandelroutes voorzien. Aan de zuidkant over de veste, aan de oostzijde langs de ecologische verbindingszone en open polder, en aan de noordkant langs de Oost Groeneweg met een aansluiting op het natuurgebied wordt een gevarieerde route voor een “ommetje” aangeboden. Tussen de bastions zijn er informele kortsluitingen voorzien.

Schoolverkeer

In principe vragen verkeersproblemen rond basisscholen om dezelfde aanpak als alle andere verkeersproblemen, namelijk via de lijn van Duurzaam Veilig. Dat wil zeggen zorgen voor een pakket van maatregelen waarin infrastructuur, voorlichting en handhaving zijn opgenomen. De gezamenlijke ROV/POV hebben hun kennis en ervaringen gebundeld in de uitgave Spitsuur-rond-school (100 ideeën voor duurzaam veilig schoolverkeer). Bij de uitwerking van dit onderwerp is dankbaar gebruik gemaakt van deze opsomming en de ervaring van verkeerskundigen, ouders, leerkrachten, beleidsmedewerkers, politie en niet in de laatste plaats… de ervaring van de kinderen. Zij bepalen de onomstotelijk belangrijkste prioriteit en doelstelling: de veiligheid van de kinderen.

In dit plan wordt die veiligheid nagestreefd door:

  • auto's en langzaam verkeer/zwakke verkeersgebruikers (fietsers/voetgangers) te scheiden;
  • een ruime autovrije zone voor de school te creëren (de uit- inloopzone);
  • kinderen en ouders te stimuleren om met de fiets of lopend naar school te gaan;
  • het reguleren van halen en brengen (ruimte bieden om te parkeren in de omgeving of bij de autovrije zone te stoppen, kind te laten uitstappen en weg te rijden om ruimte te maken voor de volgende, de zogenaamde Kiss&Ride strook waar een parkeerverbod geldt);
  • doorgaand verkeer te reguleren.

Het bestemmingsplan voorziet in het planologisch kader om deze uitgangspunten uit te voeren. In overleg met de werkgroep verkeer van de Maria Reginaschool is afgesproken dat er in het plan flexibiliteit moet zitten om -als dat later nodig blijkt- aanpassingen te kunnen maken. Daarnaast zal er een duidelijk pakket aan verkeersmaatregelen (fysieke duurzaam veilige verkeersvoorzieningen, borden en regels) gerealiseerd moeten worden en moeten school, ouders, gemeente en politie duidelijk communiceren over wat wel en niet kan en mag. Verder zullen de school en gemeente goede logistieke afspraken moeten maken op eigen terrein (afsluitbare parkeervoorzieningen/spreiding schoolingangen/schooltijden/etc.).

Bebouwing

De verschillende woningtypes uit het progamma zijn voor een groot deel toebedeeld aan specifieke locaties ter versterking van de stedenbouwkundige structuur:

  • Langs de centrale groene as ten behoeve van de wandvorming veel rijenbouw en geschakelde woningen;
  • In de bastions en langs de Oost Groeneweg vrijstaande en beperkt geschakelde woningen met een beperkte hoogte;
  • Vrijstaande en beperkt geschakelde woningen langs de Oosthavendijk;
  • Grote vrijstaande gebouwen in het gebied bij de veste, zoals het gemeentehuis, de brede school en appartementengebouwen.

In het overige gebied kan flexibel met de woningtypen worden omgegaan. In dit westelijk deel zijn twee bijzondere clusters met woningen mogelijk. In het noord westelijk deel is een bijzonder cluster met grondgebonden seniorenwoningen in een hofvorm met een (semi)openbare binnenruimte mogelijk. Ook rijenwoningen, georiënteerd op de omringende straten, zijn in deze cluster mogelijk. De brede school kan 3 bouwlagen bevatten. Het gebouw zal zodanig worden gesitueerd dat de speelruimte aan de kant van het gemeentehuis komt te liggen zodat overlast voor omwonenden zoveel mogelijk beperkt blijft.

Beeldkwaliteit

Voor de eerste fase van Buiten de Veste is een beeldkwaliteitsplan opgesteld (06-01-2005). Hierin is de basis voor de beoogde beeldkwaliteit vastgelegd. Als aanvulling op dit document is een appendix opgesteld. Daarin krijgen de bebouwingswijze en de inrichting van de openbare ruimte aandacht. Het gaat om de volgende onderdelen:

  • de brede school;
  • de bastions;
  • de groene as;
  • de scheggen;
  • de Oosthavendijk;
  • het binnengebied
  • bijzondere woningenclusters (hofje e.d.).

De in deze aanvulling op het beeldkwaliteitsplan vastgelegde kwaliteitseisen worden voor zover planologisch relevant in het bestemmingsplan verankerd.

Noordelijke en oostelijke randzone

Landhuis

Noordelijk van het woongebied Buiten de Veste is een strook agrarische grond tussen de Vliet en de vloeivelden opgenomen in het plangebied. Het huidige bestemmingsplan(Uitbreidingsplan in Hoofdzaak/1959) biedt ruime mogelijkheden voor agrarisch gebruik en bijbehorende bebouwing (bedrijfsgebouwen en bedrijsfwoning).Door de realisatie van Buiten de Veste 2 en de geplande aanleg van de snelweg A4 verandert het karakter van deze locatie.

Het bebouwingslint langs de Steenbergse Haven schuift hierdoor mee op als uitloper van de kern. Na de woontorens vormt het landhuis de afronding van het bebouwingslint aan de oostzijde van de Steenbergse Haven. Het provinciaal en gemeentelijk beleid is erop gericht om voor deze locatie gericht in te zetten op het terugbrengen van verstening, de realisatie van hoogwaardige beeldkwaliteit (landhuis) en de realisatie van de verbindende schakel in de ecologische verbindingszone.Tevens moet er planologische ruimte worden gehouden voor de mogelijke verbinding van de Westgroeneweg en Oostgroeneweg over het havenkanaal. Aan deze bebouwing worden hoge eisen van beeldkwaliteit gesteld. Anderzijds worden door de nabijheid van het natuurgebied met de voormalige vloeivelden en de aanleg van de A4 direct ten noorden hiervan de bebouwingsmogelijkheden beperkt. Een nieuwe invulling die past bij het groene karakter van het gebied en de stedelijke ontwikkelingen langs de Vliet ligt voor de hand. In de Structuurvisie Plus van 2002 heeft de gemeente deze keuze voor opwaardering van de Steenbergse Haven nadrukkelijk gemaakt en is er al een begin gemaakt met deze kwaliteitsslag. Daarbij wordt gedacht aan het, onder voorwaarden, realiseren van een landhuis. Die voorwaarden betreffen met name op de ruimtelijke kwaliteit van het gebied. De meest zuidelijke punt van de strook blijft vrij van bebouwing en wordt openbaar toegankelijk. Op deze manier is er een plek in het verlengde van de Oost Groeneweg waar het water van de Vliet voor voorbijgangers nog beleefbaar is. Dit is een welkome kwaliteitstoevoeging aangezien de oevers van de Vliet langs de Oosthavendijk verregaand geprivatiseerd zijn. Tevens blijft zo de mogelijkheid open voor een eventuele brug over de Vliet die de Oost Groeneweg en de West Groeneweg in de toekomst zou kunnen verbinden. Voor het landhuis is in relatie tot het bestaande lint langs de Oosthavendijk is een bouwmassa van 2 lagen met een kap mogelijk. Van het oorspronkelijke plan om villa Bakx hier naartoe te verplaatsen is afgezien. Als solitair gebouw moet uitgegaan worden van een bouwmassa van formaat, waarbij vergelijkbaar met de landgoederen een inhoud van 1500 m3 reëel is. Verder naar het noorden zal de strook steeds minder intensief kunnen worden bebouwd en gebruikt, om zo een geleidelijke overgang naar het buitengebied tot stand te brengen.

Natuur

De eveneens in de noordelijke randzone van Buiten de Veste gelegen vloeivelden van de voormalige suikerfabriek van Steenbergen zijn al langer niet meer als zodanig in gebruik en hebben inmiddels een natuurwaarde. De natuurbeheerder heeft de wens om aan de rand van de vloeivelden een vogelobservatiehut en een uitkijktoren te bouwen. Met deze voorzieningen kan de aanwezige natuur beter worden beleefd, zonder dat deze wordt verstoord. De gemeente onderschrijft de meerwaarde van deze voorzieningen.

Aan de oostzijde van Buiten de Veste wordt het woongebied geflankeerd door een randzone met een nieuw aan te leggen ecologische verbindingszone. Deze zone is reeds geïntroduceerd bij het ontwikkelen van het plan Vliethaven. Beleidsmatig is de Steenbergse Haven aangewezen als ecologische verbindingszone tussen het landelijk gebied met het fort en de vloeivelden aan de ene kant en de veste aan de andere kant. Door de bestaande inrichting van het havenkanaal komt deze functie echter niet tot zijn recht. De nieuw aan te leggen ecologische verbindingszone neemt de ecologisch verbindende functie over. Tegelijk vormt deze rand een goede inpassing van het nieuwe woongebied in het landschap.