Plan: | Buitengebied Venray 2010, herziening regels |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0984.PHBP15001-va02 |
het bestemmingsplan 'Buitengebied Venray 2010, herziening regels'.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML bestand NL.IMRO.0984.BP09001-va02 en de geometrisch bepaalde planobjecten met bijbehorende regels met identificatienummer NL.IMRO.0984.PHBP15001-va02.
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat. Het gebouw kan onderscheiden worden van het hoofdgebouw en is in architectonisch opzicht ondergeschikt aan het hoofdgebouw.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang, aard en intensiteit in of bij de woning met behoud van de woonfunctie (in ruimtelijke en visuele zin), uitgeoefend kan worden.
het aan huis – geheel of overwegend door middel van handwerk – uitoefenen van een bedrijfsmatige activiteit bedrijvigheid in de cat. 1 en 2 als genoemd in de VNG-uitgave 'Bedrijven en milieuzonering', dan wel naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woonhuis de woning
met behoud van woonfunctie kan worden uitgeoefend , met hieraan ondergeschikte en kleinschalige detailhandel welke direct in verband dient te staan met de ter plaatse toegestane bedrijfsactiviteiten.
Bestaat Een verbetering van de op een locatie aanwezige kwaliteit bestaande uit één of meerdere van de onderstaande componenten:
de aan een gebied toegekende waarde met betrekking tot de aanwezigheid van natuurlijke grondwaterstromen en een voor het gebied typerende bodemopbouw.
de commissie die landschappelijke inpassingsplannen en aanvullende kwaliteitsverbeteringsvoorstellen beoordeelt, met als toetsingskaders ondermeer het beeldkwaliteitsplan en het Ruimtelijk Kwaliteitskader.
Een bedrijf dat naar aard en omvang uitsluitend of in hoofdzaak is gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren evenals een productiegerichte paardenhouderij inclusief pensionstal
een bedrijf met een minimale omvang van 20 Nge, dat naar aard en omvang uitsluitend of in hoofdzaak
is gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of
het houden van dieren evenals een productiegerichte paardenhouderij inclusief pensionstal.
een bedrijf, dat uitsluitend, dan wel overwegend is gericht op het vervoer, de opslag, de bewerking en de - geen detailhandel zijnde - verhandeling van producten die in het agrarisch bedrijf zijn voortgebracht.
(een gedeelte van) een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een (agrarisch) bedrijf.
de bedrijfsmatige gang van zaken binnen een agrarisch bedrijf.
gebruik van grond dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen , al dan niet met het gebruik van tijdelijk afdekmateriaal, en/ of door middel van het houden van dieren;
Een niet-industrieel bedrijf dat goederen of diensten levert aan agrarische bedrijven of producten opslaat, vervoert of verhandelt;
door middel van handwerk, op traditionele wijze.
de aan een gebied toegekende waarden die worden bepaald door de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
recreatief nachtverblijf in de vorm van logies met ontbijt.
Een aan het agrarisch bedrijf of aan het buitengebied gerelateerd bedrijf dat producten en/of diensten levert aan particulieren of niet-agrarische bedrijven;
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor (dienstverlenend) bedrijf of instelling, inclusief opslag- en administratieruimten.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, te bewonen door (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting ter plaatse noodzakelijk is, gelet op het feitelijk gebruik van het gebouw en/of het terrein in overeenstemming met de bestemming.
het plan, zoals vastgesteld op 14 december 2010, waarin aandacht wordt besteed aan de relatie tussen een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling en bestaande karakteristieken, landschappelijke en visuele waarden van een gebied.
ten tijde van de inwerkingtreding van het plan aanwezig.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
een al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw waarbij het behoort, dat niet toegankelijk is vanuit het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt en functioneel dienstbaar is aan dat hoofdgebouw.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegenaangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
een teeltondersteunende voorziening bestaande uit een constructie van metaal of een ander materiaal,
dat met plastic of in gebruik daarmee overeenkomend materiaal is afgedekt, niet zijnde glas, ter
vervroeging of verlenging van het teeltseizoen van tuinbouw of fruitteeltproducten, met een hoogte van
meer dan 2,5 meter. Een constructie voorzien van een bedekking van de betreffende gewassen. De
boogkas is eenvoudig te monteren en te demonteren en heeft een verplaatsbare fundering en heeft een
hoogte van meer dan 2,50 meter;
de aan een gebied toegekende waarde vanwege zijn houtproductiefunctie in samenhang met een natuur-, landschappelijke en/of recreatieve functie.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de planregels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
twee of meer door middel van een pijl aangegeven bouwvlakken, die als één bouwvlak moeten worden beschouwd.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een woning bedoeld ter huisvesting van een huishouden, niet zijnde een woning behorend bij een (agrarisch) bedrijf of andere inrichting.
een kampeerterrein, met de daarbij behorende voorzieningen en bebouwing zoals een kantine, een kampwinkel, een bedrijfswoning, een groepsaccommodatie en andere facilitaire voorzieningen en gebouwen, waarop kan worden overnacht in tenten, tentwagens, kampeerauto's, caravans en in tegenstelling tot een kampeerterrein als bedoeld in 1.65 ook in stacaravans, tenthuisjes, of trekkershutten en/of chalets. En in tegenstelling tot een kampeerterrein als bedoeld in 1.65 het gehele jaar geopend mag zijn.
een al dan niet uitklapbare wagen of voertuig, onder welke benaming ook aangeduid, die uitsluitend of in hoofdzaak dient of kan dienen tot dag- of nachtverblijf van een of meer personen en die bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen, ook over grote afstanden, als een aanhangsel van een personenauto te worden voortbewogen. Ook indien deze wagen of dit voertuig wegens daaraan of daarbij aangebrachte wijzigingen of voorzieningen niet of niet meer geschikt is om te worden verreden, wordt hij voor de toepassing van dit plan aangemerkt als caravan.
een gebouw, geen woonkeet en geen caravan of ander bouwsel op wielen zijnde, waar gedurende een gedeelte van het jaar wordt gerecreëerd door een of meer personen, die zijn/hun hoofdverblijf elders heeft/hebben.
de teelt van gewassen waarbij de grond wordt afgedekt met plastic en/of beton, eventueel in combinatie met andere materialen en andere voorzieningen zoals voor beregening, afwatering en bereikbaarheid, ten behoeve van de teelt van gewassen. De gewassen worden op deze afdeklaag los van de ondergrond geteeld in potten.
de waarden aan een gebied of opstal toegekende waarde met betrekking tot de kenmerken van het gebruik dat de mens in de loop der geschiedenis van grond en gebouwen heeft gemaakt, zoals dat onder meer tot uitdrukking komt in de beplanting, het wegen- en slotenpatroon, de verkavelingsstructuur of de architectuur; onder cultuurhistorische waarden worden mede verstaan de archeologische waarden.
extensieve vormen van dagrecreatie die in de open lucht plaatsvinden in gebieden waar de hoofdfunctie een andere is; hieronder worden in ieder geval verstaan: wandelen, fietsen, paardrijden of kanoën.
tijdelijk medegebruik van grasland akkerbouwgrond of onbebouwde agrarische grond voor kleinschalige dagrecreatie die in de open lucht plaatsvindt dagrecreatieve activiteiten die in de openlucht plaatsvinden, waaronder kleinschalige recreatieve luchtvaart ten behoeve van luchtballonvaren en ultralights.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ter verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor eigen gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
het op efficiënte, effectieve, economische en bedrijfstechnisch correcte wijze uitvoeren van de bedrijfsprocessen van een bedrijf met inbegrip van de resulterende producten en diensten en de externe relaties met klanten, leveranciers, partners en anderen.
Het terrein dat is uitgegeven in erfpacht, is verhuurd of in gebruik gegeven aan, dan wel in eigendom is van een natuurlijke persoon of rechtspersoon, welke de betreffende gronden gebruikt ten behoeve van een middels de regels van dit plan ter plaatse toegestane functie.
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon, die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend (escortservices, bemiddelingsbureaus, overigen). Een escortbedrijf is een aparte functie en derhalve op geen enkele wijze onder enige andere functie c.q. doeleinden c.q. bestemming valt zoals bedoeld dan wel omschreven in dit bestemmingsplan.
Gebiedskwaliteit is opgebouwd uit vier, onderling samenhangende, aspecten:
De inhoudelijke beoordeling waardering van de gebiedskwaliteit is opgenomen in het Ruimtelijk Kwaliteitskader (RKK).
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een gebouw, bestemd voor en blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf en dat daarvoor permanent of op een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik, wordt gebruikt.
een agrarische bedrijfsvoering waarbij uitsluitend of in hoofdzaak onder een permanente opstand van glas of kunststof het telen van gewassen plaatsvindt. Hieronder vallen onder andere alle mogelijke groente-, bloem- en bladgewassen die één of meermalig worden geoogst, of als compleet gewas worden afgeleverd (bijvoorbeeld in potten). Ook de teelt van uitgangs- en vermeerderingsmateriaal, zoals stek, moerplanten en zaaigoed wordt hieronder verstaan.
een accommodatie waarbij door een groep of groepen van personen gezamenlijk van voorzieningen gebruik wordt gemaakt en waar logiesgelegenheden aanwezig zijn voor groepen personen.
Veehouderij waarbij de dieren gedurende de dagperiode middels weidegang worden gehouden. Hiermee wordt in principe gedoeld op het hebben van een bedrijfsmatige tak van (melk)rundvee of paarden.
verzorger van paarden en onderhouder van zadels, tuigen en andere benodigdheden.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit.
Teeltondersteunende voorziening bestaande uit het al dan niet aaneengeschakelde netten, afgespannen op palen om fruit tegen hagelschade te beschermen.
een denkbeeldige lijn in een symmetrisch vlak figuur of dito ruimtelijk object (omwentelingslichaam) die precies in het midden loopt.
de problemen die ontstaan voor het afvoeren en bergen van hemelwater door toename van het verharde grondoppervlak.
na algehele sloop van het bestaande gebouw (woning) wordt nagenoeg hetzelfde teruggebouwd.
agrarisch gebruik met een nge van minder dan 20.
(voorzieningen voor ) het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse, het bedrijfsmatig exploiteren van een zaalaccomodatie, alsmede het bedrijfsmatig verstrekken van logies.
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
de voorziening die fungeert als het centrum van de sociale en maatschappelijke activiteiten van betrokkene en welke een voor permanente bewoning geschikte verblijfplaats is, dat ten minste bestaat uit een keuken, woon-, was- en slaapgelegenheid.
een aantal, aan elkaar door familieband of anderzis gerelateerde, personen, die gezamenlijk één
eenheid vormt en als zodanig ook gbruik maakt van één woning.
een of meer personen die een duurzame gemeenschappelijke c.q. gezamenlijke huishouding voeren.
het bedrijfsmatig houden van dieren zonder dat het bedrijf hoeft te beschikken over grond bestemd voor
de voerproductie van deze dieren. De dieren worden in stallen of hokken gehouden. Waar in dit
bestemmingsplan wordt gesproken over intensieve veehouderij wordt in principe gedoeld op het hebben
van een bedrijfsmatige tak van varkens, kippen, vleeskuikens, vleeskalveren, stieren voor de
roodvleesproductie, geiten, eenden, pelsdieren, konijnen, kalkoenen of parelhoenders, voorzover er geen
sprake is van hoofdzakelijk grondgebonden voerproductie.
Het bedrijfsmatig houden van dieren waarbij de dieren geheel of hoofdzakelijk in stallen of hokken worden gehouden. Hiermee worden in principe bedoeld: varkens, kippen, vleeskuikens, vleeskalveren, stieren voor roodvleesproductie, geiten, eenden, pelsdieren, konijnen, kalkoenen of parelhoenders.
tenten, tentwagens, kampeerauto's, caravans of stacaravans dan wel ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuigen of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
standplaats ten behoeve van een kampeermiddel.
terrein of een deel van een terrein met ten hoogste wasgelegenheid en toiletten, waarop kan worden overnacht in kampeermiddelen met uitzondering van stacaravans en welke uitsluitend geopend mag zijn van 15 maart tot en met 31 oktober van het betreffende jaar.
een agrarisch bedrijfsgebouw waarvan de wanden en het dak voornamelijk bestaan uit glas of ander transparant materiaal en dienend tot kweken, trekken, vermeerderen, opkweken, overwinteren of verzorgen van vruchten, bloemen, groenten, planten of bomen, alsmede in voorkomende gevallen tot
bescherming van de omgeving tegen milieubelastende stoffen.
kassen, die blijvend op een bedrijf aanwezig zijn, uitsluitend ter ondersteuning van de
vollegrondsgroenteteelt, fruitteelt, bloementeelt, sierplantenteelt en/of bloembollenteelt.
kas die gedurende een beperkte periode, die afhankelijk is van de teelt en maximaal zes maanden per
jaar bedraagt, mag worden opgericht ter ondersteuning van de vollegrondsgroenteteelt, boomteelt,
fruitteelt, bloementeelt, sierplantenteelt en/of bloembollenteelt. De kas is eenvoudig te monteren en te
demonteren en heeft een verplaatsbare fundering. De montage- en demontagetijd staat in
bedrijfseconomisch opzicht in relatie tot de beperkte exploitatietijd.
een locatie waar (jonge) kinderen van werkende ouders overdag onder toezicht verblijven en geen sprake is van mogelijkheden voor overnachting c.q. permanente opvang;
een niet aan het buitengebied gebonden bedrijf zoals opgenomen in de Staat van bedrijfsactiviteiten passend binnen de milieucategorie 1 of 2 of dat naar aard en omvang kleinschalig is en passend is binnen de milieucategorie 1 of 2.
Vormen van recreatie met een beperkte omvang en uitstraling en gericht op het beleven van het buitengebied, zoals: verhuur van fietsen, verhuur van kano's, verhuur van huifkarren, pony's etc., uitvoeren van ambachten (kaasboerderij e.d.), tuinbezichtiging en bezichtiging historische deel boerderij of schuur, lunchmogelijkheden, theetuin, terras en speeltuin.
verblijfsrecreatie in de vorm van:
Recreatie van beperkte omvang waarbij overnachting plaatsvindt, waaronder wordt begrepen:
kleinschalig (tot 25 kampeerplaatsen) kampeerterrein (tussen 15 maart tot en met 31 oktober), waarbij uitsluitend zijn toegestaan kampeermiddelen en eenvoudige ondersteunende voorzieningen zoals watertappunten, sanitairgelegenheid, informatieborden en zitbanken. Stacaravans zijn niet toegestaan.
Een bedrijf dat door de activiteiten aan het buitengebied is gebonden, zoals een agrarisch hulpbedrijf of
een bedrijf met een agrarisch karakter.
Agrarische hulpbedrijven zijn niet-industriële bedrijven die goederen of diensten leveren aan agrarische
bedrijven of producten opslaan, vervoeren of verhandelen.
Bedrijven met een agrarisch karakter zijn aan het agrarisch bedrijf of aan het buitengebied gerelateerd
en leveren producten en/of diensten aan particulieren of niet-agrarische bedrijven.
Een niet-agrarisch bedrijf dat door de activiteiten aan het buitengebied is gebonden, zoals een agrarisch hulpbedrijf of een bedrijf met een agrarisch karakter. Dit betreft een loonwerkbedrijf, een grondverzetbedrijf, hovenier, KI-station of bosbouwbedrijf.
Een ruimtelijke eenheid met landschappelijke karakteristieken die als zodanig is ontwikkeld en bedrijfsmatig wordt onderhouden. Er is sprake van één of meer grondgebruiksvormen, functies en/of waarden, zoals landbouw, bosbouw, wonen, recreatie, natuur, landschap en cultuurhistorie. Nieuwe ontwikkelingen zijn gericht op het behoud of versterken van de landschappelijke karakteristieken
een (sport)activiteit waarbij motorisch of mechanisch geluid wordt geproduceerd dat zodanig is dat het achtergrondniveau wordt overschreden, waaronder in ieder geval begrepen de rallysport, motorsport, (model)vliegsport; de jachtsport wordt hier niet onder begrepen.
gelegenheid om te overnachten voor personen die elders hun hoofdverblijf hebben.
een bedrijf dat is gericht op het lesgeven in paardrijden aan derden en daarvoor paarden en/ of pony's houdt, zulks al dan niet in combinatie met een of meer van de volgende activiteiten of voorzieningen: verenigingsaccommodatie en het houden van wedstrijden of andere evenementen.
langdurige zorg, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een
hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit
uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg voor huisgenoten overstijgt.
een op de verbeelding aangegeven oppervlakte in vierkante meters (m2). Die de omvang van het deel van
het bouwperceel c.q. bouwvlak of bestemmingsvlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd.
een op de verbeelding aangegeven oppervlakte in vierkante meters (m2). Die de omvang van het deel van het bouwperceel c.q. bouwvlak of bestemmingsvlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd.
mestbe- en verwerking binnen het agrarisch bouwvlak van mest dat op het betreffende bouwvlak is geproduceerd.
weergave van de zwaarte van bedrijvigheid, zoals die in de handreiking Bedrijven en milieuzonering aan ieder type bedrijvigheid is toegekend, en in dit plan is vertaald naar een Staat van bedrijfsactiviteiten.
overkoepelend begrip voor milieuaspecten zoals geluid, bodem, geurhinder, luchtkwaliteit, externe veiligheid etcetera aan welke bijbehorende wettelijke kaders getoetst dient te worden, onder andere zodat omliggende bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden belemmerd.
de aan een gebied toegekende waarde, die bepaald wordt door het voorkomen van bodemkundige, hydrologische en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in samenhang.
een bedrijfs- of beroepsmatige activiteit die in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de op de ingevolge dit bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie op een bouwperceel.
nederlandse grootte-eenheid: een binnen dit plan toegepaste maat (norm) voor het bepalen van de
productieomvang van een agrarisch bedrijf, bepaald door de som van de waarden, die wordt verkregen
door voor de verschillende gewassen en diersoorten het bijbehorende bruto standaardsaldo te
vermenigvuldigen met het overeenstemmende aantal eenheden.
een agrarisch bedrijf waarvan de productie niet in overwegende mate afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van onbebouwde grond in de directe omgeving van het bedrijf. Niet-grondgebonden bedrijven zijn in ieder geval: intensieve veehouderijen, glastuinbouwbedrijven en gebouwgebonden teeltbedrijven en kwekerijen, zoals champignonteeltbedrijven, witlofkwekerijen, viskwekerijen en wormenkwekerijen en insectenkwekerijen.
het oprichten van een nieuw gebouw waarbij geen rekening wordt gehouden met de verschijningsvorm van een eventueel gesloopt gebouw op die locatie.
nieuw op te richten inrichting op een locatie waar eerder geen bebouwing bestond dan wel waar bebouwing aanwezig was met een andere functie dan die van de nieuwe inrichting. Hieronder valt ook verplaatsing van bedrijven.
het onderhoud, dat gelet op de bestemming regelmatig noodzakelijk is voor een goed beheer en gebruik van de gronden en gebouwen die tot de betreffende bestemming behoren.
een vlak vanaf 120 m van het hart van de start- en / of landingsbaan met een hellingshoek van 1:7 dat tot op 6 km van de uiteinden van de start- en / of landingsbaan bouwhoogtebeperkingen inhoudt.
samenhangende systeem van water, milieu-, natuur- en landschapskwaliteit, zoals weergegeven in het Beeldkwaliteitsplan en het Ruimtelijk kwaliteitskader.
de algehele of gedeeltelijke overstap binnen een bestaand (agrarisch) bedrijf naar een ander (agrarisch) bedrijf.
beneden het peil.
het resultaat van een ruimtelijke ingreep heeft een verhoudingsgewijs te groot nadelig effect op de aanwezige waarden in dat gebied.
een bedrijf dat vanwege aard en/ of omvang afwijkt van een kleinschalig bedrijf.
het zich (op de openbare weg respectievelijk op openbare ruimten of in een zich op de openbare weg resp. openbare ruimten bevindend voertuig) beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele dienste ten behoeve van een ander tegen vergoeding. (Straat)prostitutie is een aparte functie en valt derhalve op geen enkele wijze onder enige andere functie c.q. doeleinden c.q. bestemming zoals bedoeld dan wel omschreven in dit bestemmingsplan.
een bedrijf gericht op het voortbrengen, fokken en houden van paarden, met uitzondering van een manege, met de daarbij behorende stallen, dekinrichtingen en al dan niet overdekte rijbakken.
het houden van paarden van derden, overwegend afkomstig van derden. Hieronder wordt verstaan de verhuur van stalling met accommodaties en/of weiland en het verzorgen van de paarden.
huisvesting in een woning welke als hoofdverblijf kan worden aangemerkt.
teeltondersteunende voorzieningen die langer dan 6 maanden, al dan niet aaneengesloten, in het jaar aanwezig is.
een woning behorende tot of voorheen behorende tot een agrarisch bedrijf, die door een derde bewoond mag worden, en die op hetzelfde niveau wordt beschermd tegen de milieugevolgen van het agrarisch bedrijf waartoe de woning behoort of voorheen behoorde als bedrijfswoning.
het Reconstructieplan Noord- en Midden-Limburg zoals vastgesteld op 5 maart 2004 door Provinciale Staten van Limburg en goedgekeurd door de ministers van Landbouw, Natuurbeheer Voedselkwaliteit en Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieu op 22 april 2004.
gemeentelijk toetsingskader, zoals vastgesteld op 14 december 2010, ter toetsing van de gebiedskwaliteiten en visueel-landschappelijke waarde bij nieuwe ontwikkelingen en uitbreidingen.
een gebouw, geen woonkeet en geen (sta)caravan of ander bouwsel op wielen zijnde, bestemd om uitsluitend door een of meer personen, die zijn/hun hoofdverblijf elders heeft/hebben, gedurende een gedeelte van het jaar voor recreatief verblijf te worden gebruikt.
een horecavoorziening dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken.
een overdekte ruimte die aan maximaal drie zijden is omsloten door wanden, waarvan dieren gebruik moeten kunnen maken in geval van weidegang, met als doel bescherming tegen extreme weersomstandigheden in zowel zomer als winter uit oogpunt van dierenwelzijn.
een voor het publiek toegankelijk gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde dan wel onderkomen, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al of niet in combinatie met elkaar. Een seksinrichting is een aparte functie en valt derhalve op geen enkele wijze onder enige andere functie c.q. doeleinden c.q. bestemming zoals bedoeld dan wel omschreven in dit bestemmingsplan.
een onderkomen, onder welke benaming ook aangeduid, dat uitsluitend of in hoofdzaak dient of kan dienen tot dag- of nachtverblijf van een of meer personen, die elders hun hoofdwoonverblijf hebben, en dat eventueel door de aanwezigheid van een chassis, assenstelsel en wielen wel over korte afstand naar een vaste standplaats kan worden verreden, doch dat niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen als aanhangsel van een personenauto te worden voortbewogen. Ook indien dit onderkomen wegens daaraan of daarbij aangebrachte wijzigingen of voorzieningen niet of niet meer geschikt is om te worden verreden, wordt het voor de toepassing van dit plan aangemerkt als stacaravan.
plaats voor kampeermiddelen op een kampeerterrein of een camping danwel voor woonwagens op een woonwagenstandplaats.
opslag van goederen gedurende langere termijn, zonder dat deze een bewerking ondergaan en zonder dat deze ter plekke verhandeld worden, waaronder begrepen caravans, wit- en bruingoed en meubels.
voorzieningen/ constructies met als doel het gewas te forceren tot meer groei en/ of de oogst te spreiden. Het gaat daarbij om zowel vervroegen als verlaten ten opzichte van normale open teelt en/ of beschermen tegen weersinvloeden, ziekten en plagen wat leidt tot een betere kwaliteit product. De voorzieningen dienen ter ondersteuning van de vollegrond-, fruit-, bloemen-, en boomteelt. Het betreft tijdelijke en permanente tunnels, containerteelt, hagelnetten en permanent en ondersteund glas /boogkassen.
een in hoofdzaak uit textiel of daarmee vergelijkbare materialen vervaardigd onderkomen voor dag- en/of nachtverblijf.
afdekfolie dat dient ter ondersteuning van de vollegrondsgroenteteelt, boomteelt, fruitteelt, bloementeelt,
sierplantenteelt en/of bloembollenteelt en een beperkte periode wordt aangebracht. De periode is
afhankelijk van de teelt.
materiaal dat teeltgebonden is en dient ter ondersteuning van de vollegrond-, fruit-, bloemen- en boomteelt en uitsluitend tijdens de teeltperiode voor het afdekken van het gewas mag worden gebruikt.
teeltondersteunende voorzieningen die korter dan 6 maanden, al dan niet aaneengesloten, in het jaar aanwezig is.
een gedurende een aantal maanden per jaar aangebracht werk van maximaal 1.50 m. (laag) of opgericht
bouwwerk (hoog) voorzien van een bedekking van lichtdoorlatend kunststof dienend ter ondersteuning
van de vollegronds groenteteelt, boomteelt, fruitteelt, bloementeelt, sierplantenteelt en/of
bloembollenteelt ten behoeve van het kweken, trekken, vermeerderen, opkweken of verzorgen van de
betreffende gewassen, alsmede in voorkomende gevallen tot bescherming van de omgeving tegen
milieubelastende stoffen. De termijn dat het werk aangebracht, of het bouwwerk opgericht mag zijn, is
afhankelijk van de teelt en bedraagt maximaal zes maanden. De tunnel is eenvoudig te monteren en te
demonteren en heeft een verplaatsbare fundering. De montage- en demontagetijd staat in
bedrijfseconomisch opzicht in relatie tot de beperkte exploitatietijd.
een teeltondersteunende voorziening bestaande uit een constructie van metaal of een ander materiaal,
dat met plastic of in gebruik daarmee overeenkomend materiaal is afgedekt, niet zijnde glas, ter
vervroeging of verlenging van het teeltseizoen van tuinbouw of fruitteeltproducten, met een hoogte van
maximaal 2,5 meter; een tijdelijke teeltondersteunende voorziening in de vorm van een tijdelijke
boogkas, met dien verstande dat de hoogte maximaal 2,50 meter bedraagt;
tijdelijke werknemers die legaal (op grond van een EU paspoort of een tewerkstellingsvergunning) niet permanent in de gemeente verblijven en hun hoofdverblijf ergens anders hebben.
een eenvoudig primitief houten gebouw, geen woonkeet, chalet, caravan of ander bouwsel op wielen zijnde, bestemd om uitsluitend door een of meer personen, die zijn/hun hoofdverblijf elders heeft/hebben, gedurende een gedeelte van het jaar te worden gebruikt als recreatief nachtverblijf.
een bedrijf dat gericht is op de verkoop van boomkwekerijproducten, planten, bloembollen, kamerplanten e.d. en/of attributen voor het onderhoud en de verfraaiing van tuinen alsmede alle daarbij behorende hulpmaterialen.
twee woningen die aan elkaar gebouwd zijn en die gezamenlijk één hoofdgebouw vormen, hetzij in de vorm van de twee oorspronkelijk zelfstandige woningen, hetzij als gevolg van woningsplitsing ten behoeve van het behoud van het hoofdgebouw met zijn cultuurhistorische, landschappelijke en/of architectonische waarden.
een afzonderlijke eenheid in een groter gebouw, bestemd om uitsluitend door een of meer personen, die zijn/hun hoofdverblijf elders heeft/hebben, gedurende een gedeelte van het jaar voor recreatief verblijf te worden gebruikt.
het verrichten van bouwwerkzaamheden waarbij wezenlijke delen van de bestaande bouw aanwezig moeten blijven.
activiteiten van verenigingen, clubs en dergelijke met een maatschappelijke functie, niet zijnde sportverenigingen.
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke winkelruimte (inclusief de etalageruimte) bestemd en gebruikt voor detailhandel.
een agrarisch bedrijf dat naar aard en omvang en op grond van de arbeidsbehoefte als zodanig moet worden aangemerkt waarbij bovendien sprake is van een duurzame volwaardigheid en dat op basis van een onafhankelijk en deskundige instantie is getoetst.
De volwaardigheid naar aard en omvang van het agrarisch bedrijf worden voornamelijk bepaald door de grootte, aard en inrichting van de bedrijfsgebouwen en het beschikbare grondareaal (eigendom/pacht/huur) waarbij het agrarisch bedrijf voorziet in het hoofdinkomen van het bedrijfshoofd. De volwaardigheid van de arbeidsbehoefte wordt voornamelijk bepaald doordat de arbeidsomvang die het agrarische hoofdberoepsbedrijf vergt ongeveer een volledige arbeidskracht omvat.
De continuïteit van het bedrijf (voor een periode van ten minste 10 jaar) wordt voornamelijk bepaald door financieel perspectief, door de leeftijd, vakkennis, ervaring, eventuele opvolgers.
een agrarisch bedrijf met ten minste de arbeidsomvang van één volwaardige arbeidskracht, waarvan het
voortbestaan ook op langere termijn in voldoende mate is verzekerd (minimaal 70 Nge). Bovendien dient
sprake te zijn van een duurzame volwaardigheid. Hiermee wordt bedoeld dat de volwaardigheid ook
feitelijk aanwezig is in de vorm van gebouwen. Als de omvang van het bedrijf bepaald wordt door het
huren van gronden, is sprake van duurzaamheid indien het bedrijf minimaal drie jaar in functie is.
de snijlijn van het naar de weg gekeerde gevelvlakken van een woning (niet zijnde de voorkant van een erker) of (agrarisch) bedrijfsgebouw (dat het dichtst bij de weg is gelegen) en het grondvlak, waarop de woning/(agrarisch) bedrijfsgebouw zich bevindt, waarbij de voorgevelrooilijn doorloopt tot de perceelsgrenzen.
Wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en enkele andere wetten om de planologische status van gronden en opstallen bepalend te laten zijn voor de mate van milieubescherming alsmede om de positie van agrarische bedrijfswoningen aan te passen`, gepubliceerd op 23 oktober 2012 in Staatsblad 2012, nr. 493 en in werking getreden op 1 januari 2013 (Staatsblad 2012, nr 571).
een gebouw of een gedeelte van een gebouw, geschikt en bestemd voor de zelfstandige huisvesting en hoofdverblijf van een huishouden.
woon- en leefklimaat waarbij in ieder geval wordt voldaan aan de wettelijke normen van alle relevante milieuaspecten zoals geluid, bodem, geurhinder, luchtkwaliteit en externe veiligheid.
ruimte ten behoeve van tijdelijke huisvesting.
een kavel, bestemd voor het plaatsen van één woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten.
een locatie in het buitengebied waar sociaal, therapeutisch, maatschappelijke en educatieve activiteiten worden verricht in de vorm van dagbesteding en er geen sprake is van mogelijkheden voor overnachting c.q. permanente zorgverlening.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
verticaal vanaf het hoogste punt van het bouwwerk tot aan het aansluitende afgewerkte peil. De hoogte ten aanzien van de bestemming Verkeer- Railverkeer moet gemeten worden vanaf bovenkant spoorstaaf (BS).
de kortste afstand van een bouwwerk tot de (naar de weg gekeerde) perceelgrens van het bouwperceel.
de kortste afstand tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de gebouwen.
op de vloer tussen de binnenzijden van de gevelmuren en/of gemeenschappelijke scheidingsmuren.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
vanaf peil tot aan de buitenzijde van het dak en tussen de buitenwerkse maten van de draagconstructie. Overstekken tot 0,50 meter worden niet meegeteld bij de berekening van de inhoud.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
uit de as van de dichtstbijgelegen rijbaan inclusief bijbehorende toe- en afritten.
als inhoud van de bedrijfswoning wordt aangemerkt de inhoud (m3) van het hoofdgebouw inclusief aan/bijgebouwen, exclusief overkappingen. Zakelijke functies die in het woongedeelte zijn opgenomen, worden geacht tot de inhoud van de woning te behoren.
als inhoud van de burgerwoning wordt aangemerkt de inhoud (m3) van het hoofdgebouw inclusief aan/bijgebouwen, exclusief overkappingen. Waar het hoofdgebouw onderdeel is van voormalige bedrijfsbebouwing, wordt onder inhoud van de burgerwoning begrepen de inhoud tot dat deel van het hoofdgebouw dat op dat moment functioneel als woonruimte in gebruik is, dan wel waarvan de uitstraling als woning zich naar buiten toe etaleert. De inhoud wordt dan tot dat punt en over alle bovengrondse bouwlagen berekend.
Tenzij anders bepaald, worden de waarden die in m, of m2 of m3 zijn uitgedrukt op de volgende wijze gemeten:
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder parkeervoorzieningen, in- en uitritten, tuinen, met dien verstande dat:
Op de voor Agrarisch aangewezen gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, die ten dienste staan aan de bestemming, waarbij de volgende eisen gelden tenzij anders op de verbeelding weergegeven:
Voor de bouwwerken gelegen binnen een bouwvlak met de aanduiding 'agrarisch bedrijf', de aanduiding 'intensieve veehouderij' of de aanduiding 'glastuinbouwbedrijf' gelden de volgende eisen:
Goothoogte | Max. 6,5 m. |
Bouwhoogte | Max. 11 m. |
Dakhelling | Min. 12 º |
Afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwbouwperceelsgrens | Min. 5 m. |
Afstand tot de bestemming 'Verkeer - Wegverkeer' | Min. 10 m. |
Afstand tot burgerwoning | Min. 25 m. |
Afstand tot andere nabijgelegen (bedrijfs)woning buiten het bouwvlak | Min. 25 m. |
inhoud, inclusief aan/bijgebouwen t.b.v. het wonen | Max. 1075 m3 |
Dakhelling | Min. 12 º en max. 45 º |
Goothoogte | Max. 4,5 m. |
Afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens | Min. 5 m. |
Afstand tot de bestemming 'Verkeer - Wegverkeer' | min.10 m. |
Goothoogte | Max. 3 m. |
Dakvorm en –helling | afgestemd op dakvorm en -helling bedrijfswoning |
Afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens | Min. 5 m. |
Afstand tot de bestemming 'Verkeer – Wegverkeer' | Min. 10 m |
Bouwhoogte kunstmest- en voedersilo's | Max. 12 m, mits de mestsilo achter de achtergevel van de woning wordt gebouwd. |
Bouwhoogte mestsilo's | Max. 11 m. De mestsilo wordt achter de achtergevel van de woning gebouwd. |
Bouwhoogte sleufsilo's | Max. 3 m. De sleufsilo wordt achter de achtergevel van de woning gebouwd. |
Bouwhoogte vergistingssilo's | Max. 11 m. De mestsilo wordt achter de achtergevel van de woning gebouwd. |
Bouwhoogte luchtwassers | Afgestemd op de bouwhoogte van het gebouw. |
Bouwhoogte mestbassins | Max. 2 m. Het mestbassin wordt achter de achtergevel van de woning gebouwd. |
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen | Max. 2 m |
Bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | Max. 12 m |
Afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens | Min. 5 m. |
Afstand tot de bestemming 'Verkeer - Wegverkeer' | Min. 10 m |
Oppervlakte ten behoeve van bedrijfswoning of plattelandswoning, uitgezonderd een onoverdekt zwembad | Max. 30 m2 |
Onoverdekt zwembad | Max 50 m² |
Goothoogte | Max. 6 m |
Bouwhoogte | Max. 7,5 m |
(Vervallen) |
|
Afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens | Min. 5 m |
Afstand tot de bestemming 'Verkeer - Wegverkeer' | Min. 10 m |
Hoogte |
Tunnel: max 2,50 m; Boogkas: 2,5 m – 4 m; Kas: max 7,5 m; Hagelnetten: max 4,5 m. |
Oppervlakte | Max. |
Afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens | Min. 5 m |
Afstand tot de bestemming 'Verkeer - Wegverkeer' | Min. 10 m |
met dien verstande dat:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
Aantal m3 dat wordt gebouwd (bebouwingsvolume) | Minimaal te slopen % (sloopvolume) |
Tot en met 250 m3 | 100% |
Het meerdere boven de 250 m3 | 150% |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden voor:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en nieuwvestiging van agrarische bedrijven, met uitzondering van intensieve veehouderijen en glastuinbouwbedrijven, toestaan daar waar geen bouwvlak is opgenomen, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en nieuwvestiging van een intensieve veehouderij, uitsluitend binnen de op de verbeelding aangegeven gebiedsaanduiding 'reconstructiewetzone – landbouwontwikkelingsgebied' toestaan, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de uitbreiding van een intensieve veehouderij toestaan waarbij het 'bouwvlak' op de verbeelding wordt aangepast, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de vergroting van een glastuinbouwbedrijf toestaan waarbij het 'bouwvlak' op de verbeelding wordt aangepast, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en vergroting van bestaande agrarische bedrijven, geen intensieve veehouderij of glastuinbouwbedrijf zijnde, toestaan waarbij het 'bouwvlak' op de verbeelding wordt aangepast, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en een functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – boogkassen' op de verbeelding opnemen ten behoeve van het oprichten van permanente boogkassen met de daarbij behorende voorzieningen onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en een functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – containerteelt' op de verbeelding opnemen ten behoeve van het aanleggen van containervelden met de daarbij behorende voorzieningen onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en een functieaanduiding 'bedrijfswoning' op de verbeelding toewijzen ten behoeve van de bouw van een bedrijfswoning onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en een functieaanduiding 'plattelandswoning' op de verbeelding opnemen te behoeve van het gebruik door derden van de bestaande bedrijfswoning, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen vormverandering van het bouwvlak toestaan en het 'bouwvlak' op de verbeelding aanpassen, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming Agrarisch wijzigen in bestemming Sport - Manege ten behoeve van vergroting van een bestaande manege onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming Agrarisch wijzigen in bestemming Bedrijf ten behoeve van vergroting van een bestaand bedrijf onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming Agrarisch wijzigen in bestemming Recreatie ten behoeve van vergroting van een bestaand recreatie bedrijf onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduidingen 'agrarisch bedrijf', 'intensieve veehouderij' en 'glastuinbouwbedrijf' het plan wijzigen en de bestemming 'Agrarisch' wijzigen in de bestemming 'Bedrijf' met de nadere aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – landbouwverwante bedrijven' of 'specifieke vorm van bedrijf – kleinschalige bedrijven' onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduidingen 'agrarisch bedrijf', 'intensieve veehouderij' en 'glastuinbouwbedrijf' het plan wijzigen en de bestemming 'Agrarisch', wijzigen in de bestemming 'Recreatie', ten behoeve van de vestiging van een recreatieve functie, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduidingen 'agrarisch bedrijf', 'intensieve veehouderij' en 'glastuinbouwbedrijf' het plan wijzigen en de bestemming 'Agrarisch' wijzigen in de bestemming 'Maatschappelijk', ten behoeve van de vestiging van een zorgboerderij of een kinderdagverblijf, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduidingen 'agrarisch bedrijf', 'intensieve veehouderij' en 'glastuinbouwbedrijf' het plan wijzigen en de bestemming 'Agrarisch' wijzigen in de bestemming 'Wonen' onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduidingen 'agrarisch bedrijf', 'intensieve veehouderij' en 'glastuinbouwbedrijf' het plan wijzigen en de bestemming 'Agrarisch' wijzigen in de bestemming 'Sport - Manege', ten behoeve van de vestiging van een manege, onder de voorwaarden dat:
De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder parkeervoorzieningen, in- en uitritten, tuinen, met dien verstande dat:
Op de voor Agrarisch met waarden aangewezen gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, die ten dienste staan aan de bestemming, waarbij de volgende eisen gelden tenzij anders op de verbeelding weergegeven:
Voor de bouwwerken gelegen binnen een bouwvlak met de aanduiding 'agrarisch bedrijf', de aanduiding 'intensieve veehouderij' of de aanduiding 'glastuinbouwbedrijf' gelden de volgende eisen, tenzij anders op de verbeelding weergegeven:
Goothoogte | Max. 6,5 m |
Bouwhoogte | Max. 11 m |
Dakhelling | Min. 12 º |
Afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens | Min. 5 m |
Afstand tot de bestemming 'Verkeer - Wegverkeer' | Min. 10 m. |
Afstand tot burgerwoning | Min. 25m |
Afstand tot nabijgelegen (bedrijfs)woning buiten het bouwvlak | Min. 25m |
Inhoud, inclusief bijgebouwen t.b.v. het wonen | Max. 1075 m3 |
Dakhelling | Min. 12 º en max. 45 º |
Goothoogte | Max. 4,5 m |
afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens | Min. 5 m |
afstand tot de bestemming'Verkeer - Wegverkeer' | Min. 10 m |
Goothoogte | Max. 3 m |
dakvorm en –helling | afgestemd op dakvorm en -helling bedrijfswoning |
afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens | Min. 5 m. |
Afstand tot de bestemming 'Verkeer – Wegverkeer' | Min. 10 m |
Bouwhoogte kunstmest- en voedersilo's | Max. 12 m, mits de silo achter de achtergevel van de woning wordtg ebouwd. |
Bouwhoogte mestsilo's | Max. 11 m. De mestsilo wordt achter de achtergevel van de woning gebouwd. |
Bouwhoogte sleufsilo's | Max. 3 m. De sleufsilo wordt achter de achtergevel van de woning gebouwd. |
Bouwhoogte vergistingssilo's | Max. 11m. De vergistingssilo wordt achter de achtergevel van de woning gebouwd. |
Bouwhoogte luchtwassers | Afgestemd op hoogte bedrijfsgebouw; |
Bouwhoogte mestbassins | Max. 2 m. Het mestbassin wordt achter de achtergevel van de woning gebouwd. |
Bouwwerken, geen gebouw zijnde ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - paardrijbak' ; |
Max. 2 m voor terreinafscheiding en max. 18 m lichtmasten |
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevelrooilijn | Max. 2 m |
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn | Max. 1 m |
Bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | Max. 12 m |
Afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens | Min. 5 m. |
Afstand tot de bestemming Verkeer – Wegverkeer | Min. 10 m |
Oppervlakte ten behoeve van bedrijfswoning / plattelandswoning , uitgezonderd een onoverdekt zwembad | Max. 30 m2 |
Onoverdekt zwembad | Max 50 m² |
Goothoogte | Max. 6 m |
Bouwhoogte | Max. 7,5 m |
|
|
Afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens | Min. 5 m |
Afstand tot de bestemming 'Verkeer - Wegverkeer' | Min. 10 m |
Hoogte |
Tunnel: max 2,50 m; Boogkas: 2,5 m – 4 m; Kas: max 7,5 m; Hagelnetten: max 4,5 m. |
Oppervlakte | Max. |
Afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens | Min. 5 m |
Afstand tot de bestemming'Verkeer - Wegverkeer' | Min. 10 m |
met dien verstande dat:
Een en ander op basis van een landschappelijke inpassingsplan (en/of stedenbouwkundig ontwerp) gericht op verbetering van de omgevingskwaliteit.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
Aantal m3 dat wordt gebouwd (bebouwingsvolume) | Minimaal te slopen % (sloopvolume) |
Tot en met 250 m3 | 100% |
Het meerdere boven de 250 m3 | 150% |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden voor:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en nieuwvestiging van een intensieve veehouderij, uitsluitend binnen de op de verbeelding aangegeven gebiedsaanduiding 'Reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied' toestaan daar waar reeds een bouwvlak is opgenomen, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de uitbreiding van een intensieve veehouderij toestaan waarbij het 'bouwvlak' op de verbeelding wordt aangepast, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de vergroting van een glastuinbouwbedrijf toestaan waarbij het 'bouwvlak' op de verbeelding wordt aangepast, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en vergroting van bestaande agrarische bedrijven, geen intensieve veehouderij of glastuinbouwbedrijf zijnde, toestaan waarbij het 'bouwvlak' op de verbeelding wordt aangepast, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en een functieaanduiding 'bedrijfswoning' op de verbeelding toewijzen ten behoeve van de bouw van een bedrijfswoning onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en een functieaanduiding 'plattelandswoning' op de verbeelding opnemen te behoeve van het gebruik door derden van de bestaande bedrijfswoning, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen vormverandering van het bouwvlak toestaan en het 'bouwvlak' op de verbeelding aanpassen, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en een functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch – boogkassen' op de verbeelding opnemen ten behoeve van het oprichten van permanente boogkassen met de daarbij behorende vooorzieningen onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en een functieaanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden – containerteelt' op de verbeelding opnemen ten behoeve van het aanleggen van containervelden met de daarbij behorende voorzieningen onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming Agrarisch met Waarden wijzigen in bestemming Sport - Manege ten behoeve van vergroting van een bestaande manege onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming 'Agrarisch met waarden' wijzigen in bestemming 'Bedrijf' ten behoeve van vergroting van een bestaand bedrijf onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming Agrarisch met waarden wijzigen in bestemming Recreatie ten behoeve van vergroting van een bestaand recreatie bedrijf onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen plaatse van de aanduidingen 'agrarisch bedrijf', 'intensieve veehouderij' en 'glastuinbouwbedrijf' het plan wijzigen en de bestemming 'Agrarisch met waarden' wijzigen in de bestemming 'Bedrijf' met de nadere aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – landbouwverwante bedrijven' of 'specifieke vorm van bedrijf – kleinschalige bedrijven' onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduidingen 'agrarisch bedrijf', 'intensieve veehouderij' en 'glastuinbouwbedrijf' wijzigen in de bestemming 'Agrarisch met waarden' wijzigen in de bestemming 'Recreatie', ten behoeve van de vestiging van een recreatieve functie, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduidingen 'agrarisch bedrijf', 'intensieve veehouderij' en 'glastuinbouwbedrijf' het plan wijzigen en de bestemming 'Agrarisch met waarden' wijzigen in de bestemming 'Maatschappelijk', ten behoeve van de vestiging van een zorgboerderij of een kinderdagverblijf, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Agrarisch met waarden' wijzigen in de bestemming 'Natuur' ten behoeve van het ontwikkelen van natuurgebieden danwel ecologische verbindingszones onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduidingen 'agrarisch bedrijf', 'intensieve veehouderij' en 'glastuinbouwbedrijf' het plan wijzigen en de bestemming 'Agrarisch met waarden' wijzigen in de bestemming 'Wonen' onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduidingen 'agrarisch bedrijf', 'intensieve veehouderij' en 'glastuinbouwbedrijf' het plan wijzigen en de bestemming 'Agrarisch met waarden' wijzigen in de bestemming 'Sport - Manege', ten behoeve van de vestiging van een manege, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en een functieaanduiding 'intensieve veehouderij' of 'glastuinbouw' op de verbeelding te wijzigen in de functieaanduiding 'agrarisch gebruik' onder de voorwaarden dat:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder groen, parkeervoorzieningen, in- en uitritten, tuinen, met dien verstande dat:
Op de voor 'Bedrijf' aangewezen gronden mogen enkel bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
Voor de bouwwerken behorend tot het niet-agrarische bedrijf gelden de volgende eisen:
Goothoogte, uitgezonderd gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - rioolgemaal' of 'nutsvoorziening' | Max. 5,5 m, tenzij anders op de verbeelding weergegeven. |
Goothoogte op gronden met aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - rioolgemaal' | Max. 3 m |
Goothoogte op gronden met aanduiding 'nutsvoorziening' | Max. 3 m, uitgezonderd het gasregelstation waar deze max. 3,5 m bedraagt |
Bouwhoogte | Max. 10 m, tenzij anders op de verbeelding weergegeven. |
Dakhelling | Min. 12 º, tenzij anders op de verbeelding weergegeven. |
afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens | Min. 5 m |
afstand tussen twee bedrijfsgebouwen | Max. 20 m |
afstand tot de bestemming 'Verkeer - Wegverkeer' | Min. 10m |
inhoud, inclusief aan/bijgebouwen t.b.v. het wonen | Max. 1075 m3 |
Goothoogte | Max. 4,5 m |
Dakhelling | Min. 12 º en max. 45 º |
afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens | Min. 5 m |
afstand tot de bestemming 'Verkeer - Wegverkeer' | Min. 10 m |
Goothoogte | Max. 3 m |
dakvorm en –helling | afgestemd op dakvorm en -helling bedrijfswoning |
afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens | Min. 5 m |
afstand tot de bestemming 'Verkeer - Wegverkeer' | Min. 10 m |
bouwhoogte | |
erf- en terreinafscheidingen, achter de voorgevelrooilijn | Max. 2 m |
erf- en terreinafscheidingen, voor de voorgevelrooilijn | Max. 1 m |
hoogte masten voor mobiele telefonie | Max. 37,5 m |
hoogte bouwwerken, geen gebouw zijnde behorende bij gasregelstation met de aanduiding 'nutsvoorziening' | Max. 15 m, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen max 3m |
Bouwhoogte mestsilo's , uitsluitend bij bedrijven met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-mestverwerking' | Max. 11 m, mits de silo achter de achtergevel van de woning wordt gebouwd |
Bouwhoogte sleufsilo's, uitsluitend bij bedrijven met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-mestverwerking' | Max. 3 m, mits de silo achter de achtergevel van de woning wordt gebouwd |
Bouwhoogte vergistingssilo's, uitsluitend bij bedrijven met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf- mestverwerking' | Max. 11 m, mits de silo achter de achtergevel van de woning wordt gebouwd |
Bouwhoogte mestbassins, uitsluitend bij bedrijven met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – mestverwerking' | Max. 2 m. mits het mestbassin achter de achtergevel van de woning wordt gebouwd |
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Max. 3 m |
afstand tot de bestemming 'Verkeer - Wegverkeer' | Min. 10 m |
Oppervlakte ten behoeve van bedrijfswoning, uitgezonderd een onoverdekt zwembad | Max. 30 m2 |
Onoverdekt zwembad | Max 50 m² |
Een en ander op basis van een landschappelijke inpassingsplan (en/of stedenbouwkundig ontwerp) gericht op verbetering van de omgevingskwaliteit.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
Aantal m3 dat wordt gebouwd (bebouwingsvolume) | Minimaal te slopen % (sloopvolume) |
Tot en met 250 m3 | 100% |
Het meerdere boven de 250 m3 | 150% |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en opstallen voor:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming 'Bedrijf' wijzigen in de bestemming 'Agrarisch' en/of 'Agrarisch met waarden' met de nadere aanduiding 'agrarisch bedrijf' onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming 'Bedrijf' wijzigen in de bestemming 'Agrarisch' met de nadere aanduiding 'intensieve veehouderij' ten behoeve van nieuwvestiging van een intensieve veehouderij, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming 'Bedrijf' wijzigen in de bestemming 'Wonen' en/of in de bestemmingen Agrarisch met waarden onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van een bestaand bedrijf, waarbij het 'bouwvlak' op de verbeelding wordt aangepast binnen de bestemming Bedrijf, onder de voorwaarden dat:
De voor Horeca aangewezen gronden zijn, overeenkomstig de aanduidingen op de verbeelding, bestemd voor:
Een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder sanitair-, ontspannings- en recreatieruimten , parkeervoorzieningen, in- en uitritten, tuinen, met dien verstande dat:
Op de voor Horeca aangewezen gronden mogen enkel bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
bouwhoogte | |
Erf- en terreinafscheidingen, voor de voorgevelrooilijn | max 1 m |
Erf- en terreinafscheidingen, achter de voorgevelrooilijn | max 2 m |
Lichtmasten | Max 6 meter |
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max 3 m |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats, de afmeting en inpassing van de bebouwing ten behoeve van:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 6.2 onder b en toestaan dat gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, buiten het bouwvlak worden gerealiseerd onder de volgende voorwaarden:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en opstallen voor:
artikel 6.5 onder d
van de planregels en toestaan dat de woning, aan- of bijgebouw gebruikt worden
ten behoeve van mantelzorg onder de voorwaarden dat:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn, overeenkomstig de aanduidingen op de verbeelding, bestemd voor:
Een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder groen, parkeervoorzieningen, in- en uitritten, tuinen, met dien verstande dat:
Op de voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden mogen enkel gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
Voor de gebouwen behorend tot de maatschappelijke functie gelden de volgende eisen, tenzij anders op de verbeelding weergegeven:
afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens | Min. 5 m |
afstand tot de bestemming 'Verkeer - Wegverkeer' | Min. 10 m |
inhoud, inclusief aan/bijgebouwen t.b.v. het wonen | Max. 1075 m3 |
Bouwhoogte | Max. 4,5 m |
Goothoogte | Max. 3 m |
Dakhelling | Min. 12 º en max. 45 º |
afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens | Min. 5 m |
afstand tot de bestemming 'Verkeer - Wegverkeer' | Min. 10 m |
Goothoogte | Max. 3 m |
dakvorm en –helling | afgestemd op dakvorm en -helling bedrijfswoning |
afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens | Min. 5 m |
bouwhoogte bouwwerken, geen gebouw zijnde op gronden met de aanduiding 'begraafplaats' | Max. 10 m met uitzondering van erfafscheidingen: max 2 m |
bouwhoogte bouwwerken, geen gebouw zijnde op gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk – gemeenschapshuis' | Max. 3,5 m achter de voorgevelrooilijn, met uitzondering van erfafscheidingen: max 2 m |
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Max. 3 m |
bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen, achter de voorgevelrooilijn | Max. 2 m |
bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen, voor de voorgevelrooilijn | Max. 1m |
Afstand tot de bestemming 'Verkeer - Wegverkeer' | Min. 10 m |
oppervlakte ten behoeve van bedrijfswoning, exclusief onoverdekt zwembad | Max 30 m2 |
Onoverdekt zwembad | Max 50 m² |
inhoud bedrijfswoning inclusief aan/ bijgebouwen | Max. 1075 m3 |
Goothoogte | Max. 5,5 m |
Dakhelling | Min. 12 º en max. 45 º |
goothoogte bijgebouwen | Max. 3 m |
bouwhoogte bijgebouwen | Max. 4,5 m |
Afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens | Min. 5 m |
Afstand tot de bestemming 'Verkeer - Wegverkeer' | Min. 10 m |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats, de afmeting en inpassing van de bebouwing ten behoeve van:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
Aantal m3 dat wordt gebouwd (bebouwingsvolume) | Minimaal te slopen % (sloopvolume) |
Tot en met 250 m3 | 100% |
Het meerdere boven de 250 m3 | 150% |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en opstallen voor:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
De voor 'Maatschappelijk - Geestelijke gezondheidszorg' aangewezen gronden zijn, overeenkomstig de aanduidingen op de verbeelding, bestemd voor:
Een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder groen, parkeervoorzieningen, in- en uitritten, tuinen, met dien verstande dat:
Op de voor 'Maatschappelijk - Geestelijke gezondheidszorg' aangewezen gronden mogen enkel bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
Voor de gebouwen binnen de bestemming 'Maatschappelijk - Geestelijke gezondheidszorg' gelden de volgende eisen:
afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens | Min. 5 m |
afstand tot de bestemming 'Verkeer - Wegverkeer' | Min. 10 m |
bouwhoogte | erfafscheidingen max. 2 m achter de voorgevelrooilijn en max 1 m voor de voorgelrooilijn, met uitzondering van erfafscheidingen deel uitmakend van de beveiligingszone: deze max 10 m |
Afstand tot de bestemming 'Verkeer - Wegverkeer' | 10 m |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats, de afmeting en inpassing van de bebouwing ten behoeve van:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en opstallen voor:
De voor 'Maatschappelijk - Militaire zaken' aangewezen gronden zijn, bestemd voor:
Een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder groen, parkeervoorzieningen, in- en uitritten, tuinen, met dien verstande dat:
Op de voor 'Maatschappelijk - Militaire zaken' aangewezen gronden mogen enkel gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
Voor de gebouwen gelden de volgende eisen:
goothoogte | Max. 25 m, tenzij anders op de verbeelding weergegeven. |
bouwhoogte | Max. 45 m, tenzij anders op de verbeelding weergegeven. |
afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens | Min. 5 m |
afstand tot de bestemming 'Verkeer - Wegverkeer' | Min. 10 m |
inhoud, inclusief aan/bijgebouwen t.b.v. het wonen | Max. 1075 m3 |
goothoogte | Max. 5,5 m |
dakhelling | Min. 12 º en max. 45 º |
afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens | Min. 5 m |
afstand tot de bestemming 'Verkeer - Wegverkeer' | Min. 10 m |
goothoogte | Max. 3 m |
dakvorm en -helling | afgestemd op dakvorm en -helling bedrijfswoning |
afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens | Min. 5 m |
bouwhoogte | |
bouwwerken, geen gebouw zijnde op gronden met de aanduiding 'begraafplaats' | Max. 10 m, met uitzondering van erfafscheidingen: max 2m |
overige bouwwerken, geen gebouw zijde | Max. 3 m |
Afstand tot de bestemming 'Verkeer - Wegverkeer' | 10 m |
Oppervlakte ten behoeve van bedrijfswoning | Max. 30 m2 |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats, de afmeting en inpassing van de bebouwing ten behoeve van:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
Aantal m3 dat wordt gebouwd (bebouwingsvolume) | Minimaal te slopen % (sloopvolume) |
Tot en met 250 m3 | 100% |
Het meerdere boven de 250 m3 | 150% |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en opstallen voor:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Een en ander met bijbehorende voorzieningen.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en opstallen voor:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te (doen) voeren of te laten voeren:
Het in artikel 10.4.1 van de planregels vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
Een in artikel 10.4.1 van de planregels genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de natuurwaarden van deze gronden, zoals omschreven in de bestemmingsomschrijving van onderhavige bestemming, niet onevenredig (kunnen) worden geschaad, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig (kunnen) worden verkleind.
De voor 'Ontgronding - 1 - Voorlopige bestemming' aangewezen gronden zijn voorlopig bestemd
voor de uitvoering van de ontgrondingsconsessie Diepeling, zoals deze vergund is ten tijde van de
tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan, met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen
gebouw zijnde, verhardingen en andere hierbij passende voorzieningen.
Voor de bouwwerken gelden de volgende eisen:
|
|
|
|
|
De voor 'Ontgronding - 1 - Voorlopige bestemming' bestemde gronden mogen slechts gebruikt
worden voor zandwinning als bedoeld onder artikel 11.1, en, voorzover er geen zandwinning (meer)
plaatsvindt, voor natuur. Tot een strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend, gebruik dat leidt tot het
niet kunnen realiseren van de definitieve bestemmingen, zoals aangegeven in artikel 11.5.
De voorlopige bestemming ex artikel 3.2. Wet ruimtelijke ordening als bedoeld in artikel 11.1 geldt tot
en met 31 december 2012, met uitzondering van de bebouwing, waarvoor de termijn geldt als bedoeld in
artikel 11.2 onder b
.
De voor 'Ontgronding - 1 - Voorlopige bestemming' aangewezen gronden zijn definitief bestemd voor
'Natuur', zoals in het terrein aanwezig op 31 december 2012. Daarbij zijn de regels van artikel 10 van
toepassing.
De voor 'Ontgronding - 2 - Voorlopige bestemming' aangewezen gronden zijn voorlopig bestemd
voor de uitvoering van de ontgrondingsconsessie Diepeling, zoals deze vergund is ten tijde van de
tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan, met daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen
gebouw zijnde, verhardingen en andere hierbij passende voorzieningen.
Voor de bouwwerken gelden de volgende eisen:
|
|
|
|
|
De voor 'Ontgronding - 2 - Voorlopige bestemming' bestemde gronden mogen slechts gebruikt
worden voor zandwinning als bedoeld onder artikel 12.1 , en, voorzover er geen zandwinning (meer)
plaatsvindt, voor water. Tot een strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend, gebruik dat leidt tot het
niet kunnen realiseren van de definitieve bestemmingen, zoals aangegeven onder 12.5.
De voorlopige bestemming ex artikel 3.2. Wet ruimtelijke ordening als bedoeld in artikel 12.1 geldt tot
en met 31 december 2012, met uitzondering van de bebouwing, waarvoor de termijn geldt als bedoeld in
12.2 onder b
.
De voor 'Ontgronding - 2 - Voorlopige bestemming' aangewezen gronden zijn definitief bestemd voor
'Water', zoals in het terrein aanwezig op 31 december 2012. Daarbij zijn de regels van artikel 17 van
toepassing.
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn, overeenkomstig de aanduidingen op de verbeelding, bestemd voor:
Een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder groen, parkeervoorzieningen, in- en uitritten, tuinen, met dien verstande dat:
Op de voor 'Recreatie' aangewezen gronden mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
Voor de bouwwerken gelegen op gronden met de bestemming 'Recreatie' gelden de volgende eisen:
Bouwhoogte | Max. 10 m, tenzij anders op de verbeelding weergegeven. |
Goothoogte | Max. 5,5 m, tenzij anders op de verbeelding weergegeven. |
afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens | Min. 5 m |
afstand tot de bestemming Verkeer - Wegverkeer | Min. 10 m |
inhoud, inclusief aan/bijgebouwen t.b.v. het wonen | Max. 1075 m3 |
goothoogte ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van recreatie - camping' en 'specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodatie' | Max. 4,5 m; tenzij anders op de verbeelding weergegeven. |
dakhelling | Min. 12 º en max. 45 º, tenzij op de verbeelding een (andere) bouwhoogte weergegeven. |
goothoogte | Max. 3 m (bijgebouw) |
afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens | Min. 5 m |
afstand tot de bestemming Verkeer - Wegverkeer | Min. 10 m |
goothoogte | Max. 3 m |
bouwhoogte | Max. 4,5 m |
dakvorm en -helling | afgestemd op dakvorm en -helling bedrijfswoning |
afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens | Min. 5 m |
afstand tot de bestemming Verkeer - Wegverkeer | Min. 10 m |
vloeroppervlakte | Max. 100 m2 |
goothoogte | Max. 2,5 m |
dakhelling | Min. 12 º en max. 45 º |
afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens | Min. 5 m |
afstand tot de bestemming Verkeer - Wegverkeer | Min. 10 m |
bouwhoogte | |
erf- en terreinafscheidingen, achter de voorgevelrooilijn | Max. 2 m |
erf- en terreinafscheidingen, voor de voorgevelrooilijn | Max. 1 m |
bouwwerken geen gebouw zijnde, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – schietbaan' | Max. 2 m |
bouwwerken geen gebouw zijnde, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – schutterij' | Max. 2 m met uitzondering van kogelvangers (25 m) en lichtmasten (max 18 m). |
bouwwerken, geen gebouw zijnde, ter plaatse van de aanduiding 'sportveld' | Max. 2 m, met uitzondering van ballenvangers (max. 6 m) en lichtmasten (max. 18 m) |
bouwwerken geen gebouw zijnde, ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van recreatie – camping' en 'specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodatie' | Max. 4 m met uitzondering van: - erfafscheidingen: max. 2 m en - lichtmasten op gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - camping ': max. 6 m - speelvoorzieningen op gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie-camping' Max. 10 m. |
bouwwerken geen gebouw zijnde ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein' | Max. 3 m, met uitzondering van erfafscheidingen: max 2 m |
Bouwwerken, geen gebouw zijnde ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - paardrijbak '; |
Max. 2 m voor terreinafscheiding en max. 18 m lichtmasten |
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Max. 3 m |
afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens | Min. 5 m |
afstand tot de bestemming 'Verkeer - Wegverkeer' | Min. 10 m |
oppervlakte ten behoeve van bedrijfswoning, exclusief onoverdekt zwembad | Max 30 m2 |
Een en ander op basis van een landschappelijke inpassingsplan (en/of stedenbouwkundig ontwerp) gericht op verbetering van de omgevingskwaliteit.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
Aantal m3 dat wordt gebouwd (bebouwingsvolume) | Minimaal te slopen % (sloopvolume) |
Tot en met 250 m3 | 100% |
Het meerdere boven de 250 m3 | 150% |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en opstallen voor:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming 'Recreatie' wijzigen in de bestemming 'Agrarisch' en/of 'Agrarisch met waarden' met de nadere aanduiding 'agrarisch bedrijf' onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming 'Recreatie' wijzigen in de bestemming 'Agrarisch' met de nadere aanduiding 'intensieve veehouderij' ten behoeve van nieuwvestiging van een intensieve veehouderij, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming 'Recreatie' wijzigen in de bestemming 'Wonen' en/of in de bestemming 'Agrarisch met waarden' onder de voorwaarden dat:
De voor 'Sport - Manege' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Een en ander met bijbehorende voorzieningen, waaronder groen, parkeervoorzieningen, in- en uitritten, tuinen, met dien verstande dat:
Op de voor 'Sport - Manege' aangewezen gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
Voor de gebouwen gelegen binnen een bouwvlak gelden de volgende eisen:
goothoogte | Max. 6,5 m |
bouwhoogte | Max. 11 m |
dakhelling | Min. 12 º |
afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens | Min. 5 m |
afstand tussen twee bedrijfsgebouwen | Max. 20 m |
afstand tot de bestemming Verkeer - Wegverkeer | Min. 10 m |
afstand tot bedrijfswoning | Min. 15 m |
afstand tot burgerwoning | Min. 25 m |
afstand tot nabijgelegen (bedrijfs)woning buiten het bouwvlak | Min. 25 m |
inhoud, inclusief aan/bijgebouwen t.b.v. het wonen | Max. 1075 m3 |
goothoogte | Max. 4,5 m |
dakhelling | Min. 12 º en max. 45 º |
afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens | Min. 5 m |
afstand tot de bestemming Verkeer - Wegverkeer | Min. 10 m |
goothoogte | Max. 3 m |
dakvorm en -helling | afgestemd op dakvorm en -helling bedrijfswoning |
afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens | Min. 5 m |
afstand tot de bestemming Verkeer - Wegverkeer | Min. 10 m |
bouwhoogte | |
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Max. 3 m |
afstand tot de bestemming Verkeer - Wegverkeer | Min. 10 m |
Oppervlakte ten behoeve van bedrijfswoning | Max. 30 m2 |
Hoogte kunstmest- en voedersilo's | max 12 m, mits de silo achter de achtergevel van de woning wordt gebouwd. |
Hoogte erf- en terreinafscheidingen | max 3m |
Hoogte lichtmasten | max 12 m |
afstand tot de bestemming Verkeer - Wegverkeer | min 10 m |
oppervlakte ten behoeve van bedrijfswoning, exclusief onoverdekt zwembad | Max 30 m2 |
onoverdekt zwembad | Max 50 m2 |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats, de afmeting en inpassing van de bebouwing ten behoeve van:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
Aantal m3 dat wordt gebouwd (bebouwingsvolume) | Minimaal te slopen % (sloopvolume) |
Tot en met 250 m3 | 100% |
Het meerdere boven de 250 m3 | 150% |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en opstallen voor:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming 'Sport - Manege' wijzigen in de bestemming 'Agrarisch' en/of de bestemming 'Agrarisch met waarden' met de nadere aanduiding 'agrarisch bedrijf' onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming 'Sport - Manege' wijzigen in de bestemming 'Bedrijf' ten behoeve van de vestiging van een niet agrarisch bedrijf onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Sport - Manege', wijzigen in de bestemming 'Recreatie', ten behoeve van de vestiging van een recreatieve functie, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Sport - Manege' wijzigen in de bestemming 'Maatschappelijk', ten behoeve van de vestiging van een zorgboerderij of een kinderdagverblijf, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Sport - Manege' wijzigen in de bestemming 'Wonen' onder de voorwaarden dat:
De voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor
Een en ander met bijbehorende voorzieningen.
Op de voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
oppervlakte gebouw | Max. 20 m2 |
goothoogte | Max. 5,5 m |
afstand elk gebouw tot perceelsgrenzen | Min. 5 m |
Op de voor 'Verkeer - Railverkeer' aangewezen gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat de maximale hoogte 9 m bedraagt, met uitzondering van erfafscheidingen die niet hoger mogen zijn dan 2 m.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en opstallen voor permanente of tijdelijke huisvesting, uitgezonderd bewoning van burgerwoningen en bedrijfswoningen.
De voor 'Verkeer - Wegverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Een en ander met bijbehorende voorzieningen, zoals wildbegeleidende en wildbeschermingsvoorzieningen.
Op de voor 'Verkeer - Wegverkeer' aangewezen gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd, zoals bruggen, duikers, viaducten, faunapassages, met een maximale hoogte van 12 m voor verlichtingsarmaturen en bewegwijzering, onder de voorwaarde dat:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Met daarbij behorende voorzieningen.
Op de voor 'Water' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming worden gebouwd, zoals bruggen, dammen en/of duikers, alsmede voorzieningen noodzakelijk voor het beheer en onderhoud van de waterloop met een maximale hoogte van 3 m en steigers.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Een en ander met daarbij behorende voorzieningen zoals verhardingen en ontsluitingen, tuinen, groen en parkeren.
Op de voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen enkel bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij de volgende eisen gelden:
Inhoud woning inclusief aan/bijgebouwen | Max. 875 m3 |
goothoogte | Max. 4,5 m |
dakhelling | Min. 12 º en max. 45 º |
afstand tot agrarische bedrijfsgebouwen | Min. 25 m. |
afstand tot de niet aan de weg gekeerde bouwperceelgrens | Min. 5 m. |
afstand tot de bestemming 'Verkeer – Wegverkeer' | Min. 10 m. |
goothoogte | Max. 3 m |
dakvorm en -helling | afgestemd op dakvorm en -helling woning |
afstand tot de niet naar de weg gekeerde bouwperceelsgrens | Min. 5 m |
afstand tot de bestemming 'Verkeer - Wegverkeer' | Min. 10 m |
bouwhoogte | |
erf- en terreinafscheidingen, achter voorgevelrooilijn | Max. 2 m |
erf- en terreinafscheidingen, voor voorgevelrooilijn | Max. 1 m |
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | Max. 3 m |
Oppervlakte ten behoeve van woning, exclusief onoverdekt zwembad | Max. 30 m2 |
Onoverdekt zwembad | Max. 50 m2 |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats, de afmeting en inpassing van de bebouwing ten behoeve van:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
Aantal m3 dat wordt gebouwd (bebouwingsvolume) | Minimaal te slopen % (sloopvolume) |
Tot en met 250 m3 | 100% |
Het meerdere boven de 250 m3 | 150% |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en opstallen voor:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming 'Wonen' wijzigen in de bestemming 'Agrarisch' en/of 'Agrarisch met waarden' met de nadere aanduiding 'agrarisch bedrijf' onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de bestemming 'Wonen' wijzigen in de bestemming 'Agrarisch' en/of 'Agrarisch met waarden' met de nadere aanduiding 'intensieve veehouderij' ten behoeve van nieuwvestiging van een intensieve veehouderij, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Wonen' wijzigen in de bestemming 'Bedrijf' onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming 'Wonen' wijzigen in de bestemming 'Recreatie' onder de voorwaarden dat:
De gronden op de verbeelding nader aangewezen voor 'Leiding - Brandstof' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming (en) (basisbestemming), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van ondergrondse brandstofleidingen en daarmee vergelijkbare doeleinden, waarbij:
Op de gronden met de bestemming 'Leiding - Brandstof' mag niet worden gebouwd, met uitzondering van:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 19.2 van de planregels en bouw binnen de dubbelbestemming toestaan, onder de voorwaarden dat:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning binnen de gebieden met de dubbelbestemming 'Leiding - Brandstof' de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te (doen) voeren of te laten voeren:
Het in artikel 19.4.1 van de planregels vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
Een in artikel 19.4.1 van de planregels genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de functie van de gronden en de leidingen, zoals omschreven in de bestemmingsomschrijving van onderhavige bestemming, niet onevenredig (kunnen) worden geschaad. De beheerder van de leiding dient te zijn gehoord.
De gronden op de verbeelding nader aangewezen voor 'Leiding - Gas' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van ondergrondse leidingen ten behoeve van de gasvoorziening alsmede en daarmee vergelijkbare doeleinden, waarbij :
Op de gronden met de bestemming 'Leiding - Gas' mag niet worden gebouwd, met uitzondering van:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 20.2 van de planregels en bouw binnen de zone toestaan, onder de voorwaarden dat:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning binnen de gebieden met de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te (doen) voeren of te laten voeren:
Het in artikel 20.4.1 van de planregels vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
Een in artikel 20.4.1 van de planregels genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de functie van de gronden en de leidingen, zoals omschreven in de bestemmingsomschrijving van onderhavige bestemming, niet onevenredig (kunnen) worden geschaad. De beheerder van de leiding dient te zijn gehoord.
De gronden op de verbeelding nader aangewezen voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' zijn, behalve voor de daar voorkomende (basis)bestemmingen, mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van hoogspanningsleidingen ten behoeve van de energievoorziening, waarbij :
Op de gronden met de bestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' mag niet worden gebouwd, met dien verstande dat:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 21.2 van de planregels en gebouwen binnen de dubbelbestemming toestaan, onder de voorwaarden dat:
21.4.1 Algemeen
Het in artikel 21.4.1 van de planregels vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
Een in artikel 21.4.1 van de planregels genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de functie van de gronden en de leidingen, zoals omschreven in de bestemmingsomschrijving van onderhavige bestemming, niet onevenredig (kunnen) worden geschaad. De beheerder van de leiding dient te zijn gehoord.
De gronden op de verbeelding nader aangewezen voor 'Leiding - Leidingstrook' zijn, behalve voor de daar voorkomende (basis)bestemmingen, mede bestemd voor de reservering van gronden voor de aanleg van ondergrondse leidingen, waarbij artikel 41.3 van de planregels in acht dient te worden genomen.
Op de gronden met de dubbelbestemming 'Leiding - Leidingstrook' mag niet worden gebouwd, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde - indien onderliggende bestemming bebouwing toelaat - en die zijn overeengekomen met de leidingbeheerder(s).
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 22.2 van de planregels en bouw ten behoeve van de onderliggende (basis)bestemming(en) binnen de dubbelbestemming toestaan, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van de realisering van buisleidingen. Hierbij kan ter plaatse van de dubbelbestemming 'Leiding - Leidingstrook' één of meerdere van de volgende dubbelbestemmingen worden toegewezen:
zoals opgenomen in respectievelijk artikel 19, 20, 23 en onder de voorwaarde dat de bijbehorende directe beschermingszone niet buiten de dubbelbestemming 'Leiding - Leidingstrook' mag vallen.
De gronden op de verbeelding nader aangewezen voor 'Leiding - Olie' zijn, behalve voor de daar voorkomende (basis)bestemmingen, mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van ondergrondse olieleidingen en daarmee vergelijkbare doeleinden, waarbij :
Op de gronden met de dubbelbestemming 'Leiding - Olie' mag niet worden gebouwd, met uitzondering van:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 23.2 van de planregels en bebouwing toestaan, onder de voorwaarden dat:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning binnen de gebieden met de dubbelbestemming 'Leiding - Olie' de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 23.4.1 van de planregels vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
Een in artikel 23.4.1 van de planregels genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de functie van de gronden, zoals omschreven in de bestemmingsomschrijving van onderhavige bestemming, niet onevenredig (kunnen) worden geschaad. De beheerder van de leiding dient te zijn gehoord.
De gronden op de verbeelding nader aangewezen voor 'Leiding - Riool' zijn, behalve voor de daar voorkomende (basis)bestemmingen, mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van ondergrondse rioolleidingen voor het transport van afvalstoffen en daarmee vergelijkbare doeleinden, waarbij :
Op de gronden met de dubbelbestemming 'Leiding - Riool' mag niet worden gebouwd, met uitzondering van:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 24.2 van de planregels en bebouwing toestaan, onder de voorwaarden dat:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning binnen de gebieden met de dubbelbestemming 'Leiding - Riool' de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 24.4.1 van de planregels vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
24.4.3 Afwegingskader
Een in artikel 24.4.1 van de planregels genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de functie van de gronden, zoals omschreven in de bestemmingsomschrijving van onderhavige bestemming, niet onevenredig (kunnen) worden geschaad. De beheerder van de leiding dient te zijn gehoord.
De gronden op de verbeelding nader aangewezen voor 'Waarde - Archeologie - 1' zijn, behalve voor de daar voorkomende (basis)bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de archeologische waarden in het gebied, waarbij artikel 41.3 van de planregels in acht dient te worden genomen.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 25.2 van de planregels en meer bebouwing toestaan, indien door archeologisch onderzoek is gebleken dat geen onevenredige aantasting van archeologische waarden plaatsvindt door de bouwactiviteiten. Uitsluitend indien archeologische waarde is vastgesteld worden aan de omgevingsvergunning daartoe de volgende voorwaarden verbonden:
Alvorens te beslissen over de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 25.3.1 vragen burgemeester en wethouders een archeologisch deskundige om schriftelijk advies of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en opstallen voor:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 25.5.1 van de planregels vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
Een in artikel 25.5.1 van de planregels genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de archeologische waarden van deze gronden, zoals omschreven in de bestemmingsomschrijving van onderhavige bestemming, niet onevenredig (kunnen) worden geschaad.
De gronden op de verbeelding nader aangewezen voor 'Waarde - Archeologie - 2' zijn, behalve voor de daar voorkomende (basis)bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de archeologische waarden in het gebied, waarbij artikel 41.3 van de planregels in acht dient te worden genomen.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 26.2 van de planregels en meer bebouwing toestaan, indien door archeologisch onderzoek is gebleken dat geen onevenredige aantasting van archeologische waarden plaatsvindt door de bouwactiviteiten. Uitsluitend indien archeologische waarde is vastgesteld worden aan de omgevingsvergunning daartoe de volgende voorwaarden verbonden:
Alvorens te beslissen over de omgevingsvergunning als bedoeld in 26.3.1 vragen burgemeester en wethouders een archeologisch deskundige om schriftelijk advies of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en opstallen voor:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 26.5.1 van de planregels vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
Een in artikel artikel 26.5.1 van de planregels genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de archeologische waarden van deze gronden, zoals omschreven in de bestemmingsomschrijving van onderhavige bestemming, niet onevenredig (kunnen) worden geschaad.
De gronden op de verbeelding nader aangewezen voor 'Waarde - Archeologie - 3' zijn, behalve voor de daar voorkomende (basis)bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de archeologische waarden in het gebied, waarbij artikel 41.3van de planregels in acht dient te worden genomen.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 27.2 van de planregels en meer bebouwing toestaan, indien door archeologisch onderzoek is gebleken dat geen onevenredige aantasting van archeologische waarden plaatsvindt door de bouwactiviteiten. Uitsluitend indien archeologische waarde is vastgesteld worden aan de omgevingsvergunning daartoe de volgende voorwaarden verbonden:
Alvorens te beslissen over de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 27.3.1 vragen burgemeester en wethouders een archeologisch deskundige om schriftelijk advies of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en opstallen voor:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 27.5.1 van de planregels vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
Een in artikel 27.5.1 van de planregels genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de archeologische waarden van deze gronden, zoals omschreven in de bestemmingsomschrijving van onderhavige bestemming, niet onevenredig (kunnen) worden geschaad.
De gronden op de verbeelding nader aangewezen voor 'Waarde - Beekdal' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen mede bestemd voor de bescherming van de natuurwaarden die verbonden zijn aan een vochtig milieu, landschapswaarden alsmede behoud van kwelgebieden welke een belangrijk onderdeel vormen van het hydrologisch systeem, waarbij artikel 41.3 van de planregels hierbij in acht dient te worden genomen.
Op of in de als 'Waarde - Beekdal' aangegeven gronden mag op basis van de onderliggende bestemming worden gebouwd mits de in 28.1 genoemde waarden niet worden onevenredig aangetast, met uitzondering van tijdelijke lage boogkassen .
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en
opstallen voor;
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te (doen) voeren of te laten voeren:
Het in artikel 28.4.1 van de planregels vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
Een in artikel 28.4.1 van de planregels genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de landschappelijke en/of natuurwaarden van deze gronden, zoals omschreven in de bestemmingsomschrijving van onderhavige bestemming, niet onevenredig (kunnen) worden geschaad, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig (kunnen) worden verkleind.
De gronden op de verbeelding nader aangewezen voor 'Waarde - Ecologische Hoofdstructuur' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en) (basisbestemming), mede bestemd voor de bescherming van de natuur- en landschapswaarden in het gebied, waarbij artikel 41.3 van de planregels in acht dient te worden genomen.
Op of in de als 'Waarde - Ecologische Hoofdstructuur' aangegeven gronden mag niet worden gebouwd.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 29.2 van de planregels ten behoeve van het oprichten van tijdelijke lage tunnels, mits de in 29.1 genoemde waarden niet onevenredig worden aangetast.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en opstallen voor:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te (doen) voeren of te laten voeren:
Het in artikel 29.4.1 de planregels vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
Een in artikel 29.4.1 van de planregels genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de natuurwaarden van deze gronden, zoals omschreven in de bestemmingsomschrijving van onderhavige bestemming, niet onevenredig (kunnen) worden geschaad, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig (kunnen) worden verkleind.
De gronden op de verbeelding nader aangewezen voor 'Waarde - Esgronden' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de landschapswaarden waarbij de openheid op het akkercomplex typerend is voor de lokale omstandigheden in het gebied en voor de bescherming van infiltratiegebied als belangrijk onderdeel van het hydrologisch systeem, waarbij artikel 41.3 van de planregels in acht dient te worden genomen.
Op of in de als 'Waarde - Esgronden' aangegeven gronden mag op basis van de onderliggende bestemming worden gebouwd mits de in artikel 30.1 genoemde waarden niet worden onevenredig aangetast, met uitzondering van tijdelijke lage boogkassen', niet aansluitend aan het bouwvlak;
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden
voor het aanbrengen van tijdelijke lage tunnels en een ondergrond voor containervelden, niet zijnde een
bouwwerk.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te (doen) voeren of te laten voeren:
Het in artikel 30.4.1 van de planregels vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
Een in artikel 30.4.1 van de planregels genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de natuurwaarden van deze gronden, zoals omschreven in de bestemmingsomschrijving van onderhavige bestemming, niet onevenredig (kunnen) worden geschaad, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig (kunnen) worden verkleind.
De gronden op de verbeelding nader aangewezen voor 'Waarde - Houtopstanden en houtwallen' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de landschappelijke waarden in het gebied waar de houtopstand typerend is voor de lokale omstandigheden, waarbij artikel 41.3 van de planregels in acht dient te worden genomen.
Op of in de als 'Waarde - Houtopstanden en houtwallen' aangegeven gronden mag op basis van de onderliggende bestemming worden gebouwd mits de in artikel 31.1 genoemde waarden niet worden onevenredig worden aangetast.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden voor:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te (doen) voeren of te laten voeren:
Het in artikel 31.4.1 van de planregels vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
Een in artikel 31.4.1 van de planregels genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de natuurwaarden van deze gronden, zoals omschreven in de bestemmingsomschrijving van onderhavige bestemming, niet onevenredig (kunnen) worden geschaad, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig (kunnen) worden verkleind.
De gronden op de verbeelding nader aangewezen voor 'Waarde - Ontwikkelingszone groen' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en de ontwikkeling van de potentiële natuur- en landschapswaarden in het gebied, waarbij artikel 41.3 van de planregels in acht dient te worden genomen.
Op of in de als 'Waarde - Ontwikkelingszone groen' aangegeven gronden mag niet worden gebouwd, anders dan afrasteringen van maximaal 3 meter hoog, ten behoeve van agrarische beheer.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 32.2 van de planregels ten behoeve van het oprichten van tijdelijke lage tunnels, mits de in artikel 32.1 genoemde waarden niet onevenredig worden aangetast.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en opstallen voor:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te (doen) voeren of te laten voeren:
Het in artikel 32.4.1 van de planregels vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
Een in artikel 32.4.1 van de planregels genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de natuurwaarden van deze gronden, zoals omschreven in de bestemmingsomschrijving van onderhavige bestemming, niet onevenredig (kunnen) worden geschaad, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig (kunnen) worden verkleind.
De gronden op de verbeelding nader aangewezen voor 'Waarde - Peel-raamstelling' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van de monumentale cultuurhistorische waarden in het gebied, waarbij artikel 41.3 van de planregels in acht dient te worden genomen.
Op of in de als 'Waarde - Peel-raamstelling' aangegeven gronden mag niet gebouwd worden, anders dan bij wijze van restauratie van de bestaande bouwwerken aangeduid met de 'specifieke bouwaanduiding – monument'.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en opstallen voor:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te (doen) voeren of te laten voeren:
Het in artikel 33.4.1 van de planregels vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die het normale onderhoud en/of de normale bestaande exploitatie betreffen.
Een in artikel 33.4.1 van de planregels genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de cultuurhistorische waarden van deze gronden, zoals omschreven in de bestemmingsomschrijving van onderhavige bestemming, niet onevenredig (kunnen) worden geschaad, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig (kunnen) worden verkleind.
De gronden op de verbeelding nader aangewezen voor 'Waarde - Peel-raamstelling - Schootslinie' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van de cultuurhistorische waarden in het gebied, waarbij artikel 41.3 van de planregels in acht dient te worden genomen.
Op of in de als 'Waarde - Peel-raamstelling - Schootslinie' aangegeven gronden mag op basis van de onderliggende bestemming worden gebouwd mits de in 34.1 genoemde cultuurhistorische waarden niet worden aangetast.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en opstallen voor:
De gronden op de verbeelding nader aangewezen voor 'Waarde - Weidevogelgebied' zijn, behalve
voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van de
weidevogelgebieden in het plangebied, waarbij artikel 41.3 van de planregels in acht dient te worden
genomen.
Op of in de als 'Waarde - Weidevogelgebied' aangegeven gronden mag niet worden gebouwd.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en
opstallenvoor:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende werken, geen
bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te (doen) voeren of te laten voeren:
Het in artikel 35.4.1 van de planregels vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen
bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
Een in artikel 35.4.1 van de planregels genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien door
de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de
natuurwaarden van deze gronden, zoals omschreven in de bestemmingsomschrijving van onderhavige
bestemming, niet onevenredig (kunnen) worden geschaad, dan wel de mogelijkheden voor het herstel
van die waarden niet onevenredig (kunnen) worden verkleind.
De gronden op de verbeelding nader aangewezen voor 'Waterstaat - Beschermingszone watergang' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van de nabij gelegen waterloop, waarbij artikel 41.3 van de planregels in acht dient te worden genomen.
Op de voor 'Waterstaat - Beschermingszone watergang' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de genoemde bestemming worden opgericht.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 36.2 ten behoeve van het oprichten van bouwwerken binnen de beschermingszone mits:
Burgemeester en Wethouders winnen, alvorens een omgevingsvergunning te verlenen, advies in bij de waterbeheerder zijnde het waterschap.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en de dubbelbestemming 'Waterstaat - Beschermingszone watergang' van de verbeelding verwijderen indien uit overleg met de waterbeheerder blijkt dat de bescherming overbodig is geworden.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - waterwingebied' zijn de gronden bestemd voor de winning van (drink)water uit het grondwater.
Binnen het waterwingebied mogen, in afwijking van het bepaalde in de overige daar voorkomende bestemming(en), uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, welke noodzakelijk zijn in verband met de openbare drinkwaterwinning.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 38.1.2 ten behoeve van het oprichten van bouwwerken op gronden met de aanduiding 'Milieuzone - waterwingebied'. Burgemeester en Wethouders winnen, alvorens een omgevingsvergunning te verlenen, advies in bij de waterbeheerder.
Ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' zijn de gronden mede bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater ten behoeve van de winning van (drink)water.
Binnen het grondwaterbeschermingsgebied mag worden gebouwd voor zover dat op grond van de onderliggende bestemming is toegestaan met inachtneming van de voorwaarden, zoals die door de Provinciale Milieuverordening Limburg worden gesteld.
Ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - stiltegebied' zijn geen nieuwe ontwikkelingen toegelaten die het natuurlijk heersende geluidsniveau van 40 dB(A) structureel aantasten. Dit betekent in ieder geval dat onderstaande functies niet zijn toegestaan:
Een geluidsrapport dient te worden overlegd wanneer nieuwe functies zijn gepland binnen het stiltegebied.
In afwijking van het overigens in het plan bepaalde is het niet toegestaan om op de gronden gelegen binnen de gebiedsaanduiding 'Geluidzone - industrie' ter aanduiding van de industriële geluidzone van een bedrijventerrein, woningen, dan wel andere geluidgevoelige bebouwing op te richten, behoudens na omgevingsvergunning op basis van de Wet geluidhinder
In afwijking van het overigens in het plan bepaalde is het niet toegestaan om op de gronden gelegen binnen de gebiedsaanduiding 'Geluidzone - ke zonering' ter aanduiding van de Kosten Eenheden zonering van het luchtvaartterrein, woningen of andere geluidgevoelige bebouwing op te richten binnen de 36KE-contour, behoudens na omgevingsvergunning op grond van de Luchtvaartwet met bijbehorend Besluit Geluidbelasting Grote Luchtvaart.
In afwijking van het overigens in het plan bepaalde is het niet toegestaan op de gronden gelegen binnen de gebiedsaanduiding 'Luchtvaartverkeerzone', ter aanduiding van de obstakelvrije zone van het luchtvaartterrein, enig bouwwerk te bouwen, enig roerend goed, houtopstanden en/of beplantingen te hebben of aan te brengen, danwel de bodem op te hogen, met een grotere hoogte dan aangegeven op de verbeelding.
De gronden met de gebiedsaanduiding 'Reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied' zijn bedoeld voor het weergeven van de Landbouwontwikkelingsgebieden, zoals bedoeld in de Reconstructiewet.
De gronden met de gebiedsaanduiding 'Reconstructiewetzone - extensiveringsgebied' zijn bedoeld voor het weergeven van de Extensiveringsgebieden, zoals bedoeld in de Reconstructiewet.
De gronden met de gebiedsaanduiding 'Reconstructiewetzone - verwevingsgebied' zijn bedoeld voor het weergeven van de Verwevingsgebieden, zoals bedoeld in de Reconstructiewet.
In afwijking van het overigens in het plan bepaalde is het niet toegestaan om op op de gronden gelegen binnen de gebiedsaanduiding 'Veiligheidszone - munitie':
Ter plaatse van de aanduidingen 'Vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn de gronden mede bestemd voor bescherming en instandhouding van de belangen van de bestaande molen als werktuig en beeldbepalend element.
Op de gronden gelegen binnen de gebiedsaanduiding 'Vrijwaringszone - molenbiotoop' is het niet toegestaan:
tenzij op de verbeelding in de onderliggende bestemming een hogere maximale bouwhoogte is opgenomen.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 38.11.2 teneinde hogere gebouwen of bouwwerken, geen gebouwen zijnde op te richten, mits de vrije windvang en het zicht op de molen reeds beperkt zijn door bebouwing. Hierover dient tevoren advies te zijn ingewonnen bij een door het College van Burgemeester en Wethouders van Venray aan te wijzen onafhankelijke deskundige.
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 38.11.4 genoemde verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals in artikel 38.11.4 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover door de werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de belangen van de molen niet onevenredig worden aangetast. Hierover dient tevoren advies te zijn ingewonnen bij een door het College van Burgemeester en Wethouders van Venray aan te wijzen onafhankelijke deskundige.
Op de gronden gelegen binnen de gebiedsaanduiding 'Vrijwaringszone - spoor' is het niet toegestaan om gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde op te richten, dan wel aarden wallen aan te leggen dan wel bomen of houtwas aan te planten, behoudens het bepaalde in artikel 15 van de planregels.
Op de gronden gelegen binnen de gebiedsaanduiding 'Vrijwaringszone - weg - 1' mag in de bebouwingsvrije zone (0-50 m van de weg) niet worden gebouwd.
Op de gronden gelegen binnen de gebiedsaanduiding 'Vrijwaringszone - weg - 2' mag in de overlegzone (50-100 m van de weg) alleen worden gebouwd na een positief advies van de wegbeheerder.
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
Een in artikel 39.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en:
Ter beoordeling van de toelaatbaarheid van de in artikel 40.1.1 genoemde wijzigingsregels vindt een belangenafweging plaats, waarbij betrokken worden:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigingen en de bestemming 'Water' en de aangrenzende dubbelbestemmingen ten behoeve van de aanpassing van het verloop van een beek of waterloop, over een breedte van maximaal 20 meter verschuiven, mist de wijziging:
en van de waterbeheerder een positief advies is verkregen.
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
De regels van de bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 1 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Nieuwe (kwetsbare) (beperkt) kwetsbare objecten bestemmingen als bedoeld in artikel 1, eerste lid van het Besluit externe veiligheid inrichtingen mogen niet gebouwd worden binnen (geprojecteerde) 10-6-risicocontour voor het plaatsgebonden risico van aanwezige risicobronnen zoals (onder meer) bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), de Circulaire risiconormering Vervoer
gevaarlijke stoffen (Circulaire RNVGS), het Besluit Transportroutes externe veiligheid transportroutes
(Bevt) en / of het Besluit transportroutes externe veiligheid (Btev). externe veiligheid buisleidingen
(Bevb).
De 10-6-risicocontour -6-contour voor het plaatsgebonden risico van nieuwe risicobronnen zoals (onder meer) bedoeld het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), de Circulaire risiconormering Vervoer
gevaarlijke stoffen (Circulaire RNVGS), het Besluit Transportroutes externe veiligheid transportroutes
(Bevt) en / of het Besluit transportroutes externe veiligheid (Btev). externe veiligheid buisleidingen (Bevb)
mogen niet over (geprojecteerde) (beperkt) kwetsbare objecten komen te liggen.
In deze geurzone van een gemaal is het oprichten van geurgevoelige bestemmingen
objecten
niet toegestaan.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit het gebruiken, doen gebruiken of laten gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met een bestemmingsplan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied Venray 2010, herziening regels'.