Plan: | Centrum Chaam 2016 |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1723.BPCentrumChaam2016-ON01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan “Centrum Chaam 2016” met identificatienummer NL.IMRO.1723.BPCentrumChaam2016-ON01 van de gemeente Alphen - Chaam;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een met het hoofdgebouw verbonden grondgebonden bouwwerk een geheel vormend met het hoofdgebouw, dat door zijn verschijningsvorm in bouwkundig, (constructie), architectonisch en/of ruimtelijk visueel opzicht (ligging, maatvoering, kapvorm, dakhelling) ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een geometrische bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
woningen die onderdeel uitmaken van een blok van meer dan twee aaneengebouwde woningen, niet zijnde gestapelde woningen;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door middel van handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend;
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebieden dat door zijn beperkte omvang in woning en daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;
een bedrijfsmatige activiteit uitsluitend of overwegend gericht op het verlenen van administratieve diensten en/of het uitvoeren van handelingen die een administratieve voorbereiding of uitwerking behoeven waarbij het rechtstreekse contact met het publiek een ondergeschikt onderdeel vormt;
een aanbouw of een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is;
een container voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van de Wet milieubeheer;
antennemast of andere constructie waaraan een antenne is bevestigd;
installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een in de voorschriften en/of op de verbeelding aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een bouwperceel c.q. bouwvlak (bouwzone) of bestemmingsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd; bij de berekening van het bebouwingspercentage worden eventuele ondergrondse bouwwerken betrokken;
Een aan de woonfunctie ondergeschikte toeristisch-recreatieve voorziening, gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting, al dan niet met de mogelijkheid van ontbijt, kortstondig met een maximum van twee weken.
Hieronder wordt niet verstaan huisvesting van personen in onzelfstandige wooneenheden (kamerverhuur), tijdelijke huisvesting van personen in de vorm van het verstrekken van logies aan seizoenarbeiders, verzorgingstehuis, gezinsvervangende huisvesting en andere vormen van beschermd/begeleid wonen;
een onderneming gericht op het vervaardigen, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als niet zelfstandig onderdeel van de onderneming;
een bouwwerk, dat:
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een vrijstaand gebouw dat zowel in bouwkundig (constructie) architectonisch en/of ruimtelijk visueel opzicht (ligging, maatvoering, kapvorm, dakhelling) als in functioneel opzicht ondergeschikt is aan het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar horende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
de totale vloeroppervlakte van horecagelegenheden, kantoren, winkels, bedrijven of instellingen met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten;
een dak of gedeelte daarvan dat wordt gebruikt als terras ten behoeve van de aangrenzende en bovenliggende woningen;
een bouwwerk dat op een gebouw wordt geplaatst dat uitsluitend als doel heeft om toegang tot het dak te verschaffen;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen, die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, alsmede anders dan voor verbruik ter plaatse, waaronder begrepen internetbedrijven waarbij producten ter plaatse bezichtigd, geretourneerd en/of afgehaald kunnen worden;
een aan nader bepaalde maatvoeringeisen verbonden ondergeschikt aangebouwd gedeelte (aanbouw) van een woning aan een gevel in één bouwlaag, eventueel met een schuin kapje;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
gebouw ten behoeve van een op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer of het wegverkeer;
woningen in een woongebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen bevat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm niet als een grondgebonden woning kan worden beschouwd;
een gebouw dat uitsluitend één woning omvat dan wel ten hoogste twee geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen bevat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een grondgebonden woning kan worden beschouwd;
elke vorm van handel dat wil zeggen het bedrijfsmatig ten verkoop uitstallen, te koop aanbieden, verkopen of leveren van goederen;
een bouwperceel dat zowel aan de zijde van de voorgevel als aan één zijdelingse zijde grenst aan de weg of het openbaar groen;
een bedrijf dat tot doel heeft het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf en/of ter plaatse nuttigen van voedsel en dranken en/of het exploiteren van een zaalaccommodatie, een en ander gepaard gaande met dienstverlening;
een horecabedrijf waar in hoofdzaak bedrijfsmatig gelegenheid van nachtverblijf wordt verstrekt al dan niet in combinatie met het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse bereide maaltijden en alcoholhoudende dranken;
een horecabedrijf dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken voor gebruik ter plaatse, waarbij het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormen, zoals discotheken, dancings en jongerencentra;
een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die een duurzaam gemeenschappelijk huishouden voeren;
een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat door zijn indeling en inrichting kennelijk is bestemd voor het verlenen van diensten en/of het uitvoeren c.q. verrichten van handelingen, die een administratief karakter hebben dan wel handelingen die een administratieve voorbereiding of uitwerking behoeven, al dan niet in rechtstreekse aanraking met het publiek;
de lijst van bedrijven, welke kan worden toegepast in bestaande gebieden waar in enige vorm sprake is van functiemenging of in gebieden waar bewust functiemenging wordt nagestreefd, bevattende basisinformatie voor milieuzonering zoals die lijst is opgenomen in Bijlage 1 behorende bij deze regels;
voorzieningen van sociale, culturele, (para)medische, educatieve, levensbeschouwelijke aard dan wel ten behoeve van de openbare dienst;
het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband, alsmede het ontvangen van mantelzorg;
een bedrijfsmatige activiteit uitsluitend of overwegend gericht op het verlenen van administratieve diensten en/of het uitvoeren van handelingen die een administratieve voorbereiding of uitwerking behoeven zonder een rechtstreeks contact met het publiek;
een buiten de gevel of dakvlakken uitstekend ondergeschikt deel van een bouwwerk met uitzondering van een uitgebouwd gedeelte van een gebouw dat dient ter uitbreiding van het oppervlak en/of;
ondergeschikte delen van een ondergronds bouwwerk die zichtbaar zijn boven peil;
werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden die onder peil plaatsvinden;
een (gedeelte van een) bouwwerk, waarvan de vloer is gelegen op minimaal 1,75 m¹ onder peil;
voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- of vaartuigen, arken, kampeermiddelen en soortgelijke verblijfsmiddelen, voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken;
het bedrijfsmatig opslaan van goederen, grondstoffen, andere stoffen en materialen;
elke al dan niet overdekte stallingsgelegenheid ten behoeve van gemotoriseerd verkeer:
het laten stilstaan van een voertuig anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van passagiers of voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen;
grens van een perceel of bouwperceel;
een bedrijfsmatige activiteit uitsluitend of overwegend gericht op het verlenen van diensten aan consumenten met een rechtstreeks contact met het publiek, niet zijnde detailhandel, horeca en/of seksuele dienstverlening;
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
een bedrijfsmatige activiteit gericht op het verrichten van seksuele handelingen en/of het verrichten van erotisch/pornografische vertoningen;
een speeltoestel als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van het Besluit veiligheid attractie- en speeltoestellen;
openbare voorzieningen van geringe afmetingen, zoals banken, bloem- en plantenbakken, gedenktekens, speeltoestellen, straatverlichting, wegbebakening en -bewijzering en andere, hiermee gelijk te stellen bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een zelfbedieningszaak in goederen met hoofdzakelijk een grote verscheidenheid aan levens- en genotsmiddelen;
detailhandel die vanwege de aard en omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft ten behoeve van uitstalling;
de op weg georiënteerde gevel van een hoofdgebouw dat maximaal één voorgevel heeft;
de op de plankaart als zodanig aangegeven lijn, waar de voorgevel van een hoofdgebouw op moet zijn georiënteerd, die niet door gebouwen mag worden overschreden, behoudens krachtens deze voorschriften toegelaten afwijkingen;
denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen;
op het openbare net aangesloten werken en/of bouwwerken ten behoeve van het openbaar nut, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer;
een voor het openbaar verkeer openstaande weg of pad, met inbegrip van de daarin liggen bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten;
grondwerk, wegenbouwkundig werk, waterbouwkundig werk of bouwwerk;
alle door menselijk toedoen ontstane of te maken constructies of inrichtingen met toebehoren;
indien en voor zover in deze voorschriften wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij anders bepaald;
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van detailhandel, inclusief het gebruik voor ambachtelijke bedrijvigheid, voor zover dat gebruik in verband staat en essentieel onderdeel is van de ter plaatse uitgeoefende detailhandel, zoals bijvoorbeeld onderhoud, reparatie en installatie;
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte, inclusief etalageruimte(n), bestemd en gebruikt voor het verkopen en leveren van roerende goederen, welke niet ter plaatse worden geconsumeerd of gebruikt;
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de zelfstandige huisvesting van maximaal één huishouden;
een van weg afgekeerde gevel van een hoofdgebouw, niet zijnde de achtergevel of voorgevel;
denkbeeldige lijn die strak loopt langs de zijgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van onderschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
de kortste afstand tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de gebouwen;
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en/of harten van scheidsmuren;
de maten van het kadastrale perceel, dan wel, wanneer er geen sprake is van een gedeeld kadastraal perceel, de feitelijke oppervlakte van het perceel behorend bij het hoofdgebouw;
tussen de zijdelingse perceelsgrenzen van het bouwperceel in de naar de zijde van de weg gekeerde bestemmingsgrens;
de buitenmaats gemeten loodrechte projectie van de bebouwing op de ondergrond;
vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn, met inachtneming van het bepaalde in 3.1.2 van dit artikel, bestemd voor:
met de daarbij behorende:
functie naar van |
w | d | pd | h | b | mv |
wonen (w) | - | t | t | a | a | t |
detailhandel (d) | nt | - | t | a | a | t |
publieksgerichte dienstverlening (pd) | nt | t | - | a | a | t |
horeca (h) | nt | t | t | - | a | t |
bedrijven (b) | nt | t | t | a | - | t |
maatschappelijke voorzieningen (mv) | nt | t | t | a | a | - |
t = toegestaan
a = uitsluitend toegestaan middels omgevingsvergunning voor afwijken
nt = niet toegestaan
- = niet van toepassing
Voor het bouwen geldt dat op de in 3.1 bedoelde gronden uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemmingsomschrijving mogen worden gebouwd.
Binnen het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
Hoofdgebouwen | Eis |
maximale goothoogte | zie aanduiding |
maximale bouwhoogte | zie aanduiding |
Situeringseisen | Eis |
afstand bijgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens | 1 meter |
afstand gebouwen tot de achterste perceelsgrens | 1 meter |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximale bouwhoogte |
terreinafscheidingen bij niet-hoekpercelen, voor de voorgevelrooilijn | 1 meter |
terreinafscheidingen bij niet-hoekpercelen, achter de voorgevelrooilijn | 2 meter |
terreinafscheidingen bij hoekpercelen, vóór de voorgevelrooilijn en tot 3 meter achter de voorgevelrooilijn |
1 meter |
terreinafscheidingen bij hoekpercelen, vanaf 3 meter achter de voorgevelrooilijn |
2 meter |
vlaggenmasten en verlichtingsarmaturen | 8 meter |
overige bouwwerken | 4 meter |
Buiten het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximale bouwhoogte |
terreinafscheidingen | 1 meter |
speelvoorzieningen en pergola's | 2 meter |
vlaggenmasten en verlichtingsarmaturen | 8 meter |
overige bouwwerken | 2 meter |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan:
indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om middels een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in:
ten behoeve van de maximale hoogte van een terreinafscheiding tot een hoogte van maximaal 2 meter, indien dit in het belang van het bedrijf is en er geen bezwaren zijn in het kader van de verkeersveiligheid.
Tot een strijdig gebruik van bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruiken of gebruikt laten worden voor:
Tot een strijdig gebruik van gronden wordt in elk geval gerekend het gebruiken of gebruikt laten worden voor:
Het bepaalde in 3.5.2, sub b en sub c is niet van toepassing voor zover het betreft:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om middels een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 3.1 ten behoeve van de verandering van de functie tot horeca met dien verstande dat aangetoond moet worden dat er geen onevenredige verstoring in de evenwichtige opbouw van de voorzieningenstructuur van de centrumfunctie ontstaat en dat er geen milieuhygiënische bezwaren bestaan tegen de omgevingsvergunning voor afwijken.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om middels een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 3.1.1, sub d ten behoeve van de vestiging c.q. uitoefening van een bedrijf dat, hoewel het gelijkwaardig is aan categorie A en B1 van de Lijst van Bedrijfsactiviteiten functiemenging, niet in de Lijst van Bedrijfsactiviteiten functiemenging wordt genoemd, met dien verstande dat bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf dienen de volgende milieubelastingcomponenten mede in de beoordeling te worden betrokken: geluid, geurproductie, stofuitworp en gevaar, waarbij tevens kan worden gekeken naar de verontreiniging van lucht en bodem, de diversiteit en het al dan niet continue karakter van het bedrijf en de visuele hinder en verkeersaantrekkende werking.
De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn, met inachtneming van het bepaalde in 4.1.2 van dit artikel, bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen geldt dat op de in 4.1 bedoelde gronden uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemmingsomschrijving mogen worden gebouwd.
Binnen het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximale bouwhoogte |
terreinafscheidingen bij niet-hoekpercelen | 2 meter |
terreinafscheidingen bij hoekpercelen, vóór de voorgevelrooilijn en tot 3 meter achter de voorgevelrooilijn |
1 meter |
terreinafscheidingen bij hoekpercelen, vanaf 3 meter achter de voorgevelrooilijn |
2 meter |
vlaggenmasten en verlichtingsarmaturen | 8 meter |
winkelwagenverzamelkoepel | 2,5 meter |
overige bouwwerken | 4 meter |
Buiten het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximale bouwhoogte |
terreinafscheidingen | 1 meter |
speelvoorzieningen en pergola's | 2 meter |
vlaggenmasten en verlichtingsarmaturen | 8 meter |
afscheiding t.b.v. hellingbaan | 2 meter |
overige bouwwerken | 1,5 meter |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan:
indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om middels een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in:
ten behoeve van de maximale hoogte van een terreinafscheiding tot een hoogte van maximaal 2 meter, indien dit in het belang van het bedrijf is en er geen bezwaren zijn in het kader van de verkeersveiligheid.
Tot een strijdig gebruik van bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Tot een strijdig gebruik van gronden wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Het bepaalde in 4.5.2, sub b en sub c is niet van toepassing voor zover het betreft:
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen geldt dat op de in 5.1 bedoelde gronden uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemmingsomschrijving mogen worden gebouwd.
Binnen het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
Gebouwen, niet zijnde een woning | Eis |
maximale goothoogte | zie aanduiding |
maximale bouwhoogte | zie aanduiding |
Woning | Eis |
maximale diepte | 14 meter |
maximale goothoogte | 6 meter |
maximale bouwhoogte | 10 meter |
minimale afstand tot zijdelingse perceelsgrens | 3 meter |
Situeringseisen | Eis |
afstand hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens | 3 meter |
afstand bijgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens | 1 meter |
afstand gebouwen tot de achterste perceelsgrens | 1 meter |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximale bouwhoogte |
terreinafscheidingen bij niet-hoekpercelen, voor de voorgevelrooilijn | 1 meter |
terreinafscheidingen bij niet-hoekpercelen, achter de voorgevelrooilijn | 2 meter |
terreinafscheidingen bij hoekpercelen, vóór de voorgevelrooilijn en tot 3 meter achter de voorgevelrooilijn |
1 meter |
terreinafscheidingen bij hoekpercelen, vanaf 3 meter achter de voorgevelrooilijn |
2 meter |
vlaggenmasten en verlichtingsarmaturen | 8 meter |
overige bouwwerken | 4 meter |
Buiten het bouwvlak gelden de volgende bepalingen:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximale bouwhoogte |
terreinafscheidingen | 1 meter |
vlaggenmasten en verlichtingsarmaturen | 8 meter |
speelvoorzieningen en pergola's | 2 meter |
overige bouwwerken | 2 meter |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan:
indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om middels een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in:
ten behoeve van de maximale hoogte van een terreinafscheiding tot een hoogte van maximaal 2 meter, indien dit in het belang van het bedrijf is en er geen bezwaren zijn in het kader van de verkeersveiligheid.
Tot een strijdig gebruik van bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruiken of gebruikt laten worden voor:
Tot een strijdig gebruik van gronden wordt in elk geval gerekend het gebruiken of gebruikt laten worden voor:
Het bepaalde in 5.5.2, sub b en sub c is niet van toepassing voor zover het betreft:
De voor 'Tuin - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen geldt dat op de in 6.1 bedoelde gronden bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen worden gebouwd ten dienste van de genoemde bestemmingsomschrijving, met uitzondering van speeltoestellen, alsmede toegestaan zijn erkers behorende bij het op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouw.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, moeten voldoen aan de maatvoeringseisen, zoals aangegeven in onderstaand schema:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximale bouwhoogte |
terreinafscheidingen | 1 meter |
pergola's | 2,5 meter |
overige bouwwerken | 1,5 meter |
Erkers moeten voldoen aan de maatvoerings- en situeringseisen, zoals aangegeven in onderstaand schema:
Erker | Eis |
diepte | niet meer dan 50% van de diepte van de tuin, gemeten ten opzichte van de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw, met een maximum van 1,5 meter |
bouwhoogte | één bouwlaag eventueel met schuin kapje |
breedte | ten hoogste 50% van de breedte van de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw |
maximaal oppervlak | 5 m² |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan:
indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van:
Tot een strijdig gebruik van gronden wordt in elk geval gerekend het gebruiken of gebruikt laten worden voor:
Het bepaalde in 6.4.1, sub b en sub c is niet van toepassing voor zover het betreft:
De voor 'Tuin - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Maatvoering | Eis |
totale maximale oppervlakte aan bijgebouwen: bouwpercelen tot en met 300 m² bouwpercelen groter dan 300 m² |
- 50 m² - 50 m², vermeerderd met 10 % van het aantal m² dat het perceel groter is dan 300 m² tot een maximum van 150 m² |
maximale goothoogte aanbouwen en bijgebouwen | 3 meter |
maximale bouwhoogte aanbouwen en bijgebouwen | 5 meter |
maximale diepte aanbouw | 5 meter |
maximale diepte aanbouw aan de zijgevel | 5 meter (gemeten vanaf de achtergevel) |
Situering | Eis |
minimale afstand van een bijgebouw tot het hoofdgebouw | 2 meter |
minimale afstand van een aanbouw achter de voorgevellijn | 3 meter |
minimale afstand van aanbouwen en bijgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens op hoekpercelen | 0 meter, met dien verstande dat minimaal 3 meter tot het openbaar gebied aangehouden dient te worden |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, moeten voldoen aan de maatvoeringseisen, zoals aangegeven in onderstaand schema:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximale bouwhoogte |
terreinafscheidingen bij niet-hoekpercelen | 2 meter |
terreinafscheidingen bij hoek-percelen, vóór de voorgevellijn en tot 3 meter achter de voorgevellijn | 1 meter |
terreinafscheidingen bij hoek-percelen, vanaf 3 meter achter de voorgevellijn | 2 meter |
pergola's | 2,5 meter |
speeltoestellen | 3 meter |
overige bouwwerken | 1,5 meter |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan:
indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van:
Tot een strijdig gebruik van bouwwerken wordt in ieder geval gerekend het gebruiken of gebruikt laten worden voor:
Tot een strijdig gebruik van gronden wordt in elk geval gerekend het gebruiken of gebruikt laten worden voor:
Het bepaalde in 7.4.2, sub a en sub b is niet van toepassing voor zover het betreft:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om middels een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 7.4.1 sub c onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om middels een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 7.4.1, sub d voor de uitoefening van aan huis gebonden bedrijfsmatige activiteiten in de woning (hoofdgebouw en aanbouwen) en daarbij behorende bijgebouwen, met dien verstande dat:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen geldt dat op de in 8.1 bedoelde gronden uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemmingsomschrijving mogen worden gebouwd.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Gebouwen | Eis |
maximale bouwhoogte | 3 meter |
maximale oppervlakte | 15 m² |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maatvoeringseisen:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde |
Maximale bouwhoogte |
Maximale oppervlakte |
speeltoestellen | 3 meter | - |
afvalcontainers | 2 meter | 4 m², indien bovengronds geplaatst |
openbare nutsvoorzieningen | 3,5 meter | - |
kunstobjecten | 5 meter | - |
vlaggenmasten en verlichtingsarmaturen | 8 meter | |
overige bouwwerken | 1 meter | - |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan:
indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van:
Tot een strijdig gebruik van bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruiken of gebruikt laten worden voor:
Tot een strijdig gebruik van gronden wordt in elk geval gerekend het gebruiken of gebruikt laten worden voor:
Het bepaalde in 8.4.2, sub b en sub c is niet van toepassing voor zover het betreft:
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen geldt dat op de in 9.1 bedoelde gronden uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemmingsomschrijving mogen worden gebouwd.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Gebouwen | Eis |
maximale bouwhoogte | 3 meter |
maximale oppervlakte | 15 m² |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maatvoeringseisen:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde |
Maximale bouwhoogte |
Maximale oppervlakte |
speeltoestellen | 3 meter | - |
afvalcontainers | 2 meter | 4 m², indien bovengronds geplaatst |
openbare nutsvoorzieningen | 3,5 meter | - |
kunstobjecten | 5 meter | - |
vlaggenmasten en verlichtingsarmaturen | 8 meter | - |
winkelwagenverzamelkoepel | 2,5 meter | - |
overige bouwwerken | 1 meter | - |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan:
indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van:
Tot een strijdig gebruik van bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruiken of gebruikt laten worden voor:
Tot een strijdig gebruik van gronden wordt in elk geval gerekend het gebruiken of gebruikt laten worden voor:
Het bepaalde in 9.4.2, sub b en sub c is niet van toepassing voor zover het betreft:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
vrijstaand | vrijstaande woningen(en) |
twee-aaneen | halfvrijstaande woningen |
aaneengebouwd | aaneengesloten woningen |
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen, aanbouwen en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Maatvoeringseisen hoofdgebouwen: |
Vrijstaande woning |
Halfvrij- staande woning |
Aaneengesloten woning |
maximale goothoogte | 7 meter | 7 meter | 7 meter |
maximale bouwhoogte | 10 meter | 10 meter | 10 meter |
maximale ondergrondse bouwdiepte | 3 meter | 3 meter | 3 meter |
verplichte kapafdekking | ja | ja | ja |
maximale dakhelling | 65° | 65° | 65° |
minimale dakhelling | 15° | 15° | 15° |
Maatvoeringseisen bijgebouwen en aanbouwen: |
|||
maximale goothoogte | 3 meter | 3 meter | 3 meter |
maximale bouwhoogte | 5 meter | 5 meter | 5 meter |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, moeten voldoen aan de maatvoeringseisen, zoals aangegeven in onderstaand schema:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximale bouwhoogte |
terreinafscheidingen | 2 meter |
pergola's | 2,5 meter |
speeltoestellen | 3 meter |
overige bouwwerken | 2 meter |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan:
indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van:
Tot een strijdig gebruik van bouwwerken wordt in ieder geval gerekend het gebruiken of gebruikt laten worden voor:
Tot een strijdig gebruik van gronden wordt in ieder geval gerekend het gebruiken of gebruikt laten worden voor:
Het bepaalde in 10.4.2, sub a en sub b is niet van toepassing voor zover het betreft:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om middels een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 10.4.1, sub c onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om middels een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 10.4.1, sub d voor de uitoefening van aan huis gebonden bedrijfsmatige activiteiten in het hoofd- of bijgebouw, met dien verstande dat:
De voor 'Waarde – Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden.
Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 11.2 onder a, voor de bouw van bouwwerken ten dienste van de andere geldende bestemming(en), mits:
Indien het bevoegd gezag niet beschikt over een voor de beoordeling van de aanvraag toereikend archeologisch onderzoek voor de gronden waarop een aanvraag om bouwvergunning wordt gedaan, dient de aanvrager ten behoeve van de beoordeling van archeologische waarden van de gronden een archeologisch rapport te overleggen dat voldoet aan de vigerende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA).
Bij de beoordeling van het archeologisch onderzoek en het afwijkingsverzoek als bedoeld in 11.3.1, laat het bevoegd gezag zich adviseren door de regioarcheoloog.
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 11.4.1 is niet van toepassing, indien:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 11.4.1 zijn slechts toelaatbaar, mits:
In afwijking van het bepaalde in 11.4.1, 11.4.2 en 11.4.3 kan er in het geval van werken of werkzaamheden ten behoeve van kabels en/of leidingen, dieper dan 30 cm, een verzoek om instemming gedaan worden aan het bevoegd gezag. Hiertoe dient een Klic-melding aan het verzoek toegevoegd te worden.
Indien uit de Klic-melding blijkt dat er nog geen kabels en/of leidingen dieper dan 30 cm in het gewenste traject aanwezig zijn dan dient een gecertificeerd archeologisch onderzoeksbureau een archeologisch vooronderzoek, bestaande uit een bureauonderzoek en een verkennend booronderzoek, uit te voeren. Het bevoegd gezag zal de regioarcheoloog om advies vragen. Hieruit kan blijken dat vervolgonderzoeken zoals proefsleuven onderzoek en/of definitieve opgravingen noodzakelijk zijn.
Wanneer naar oordeel van de gemeente de archeologische waarden voldoende zijn onderzocht dan kan via www.omgevingsloket.nl een omgevingsvergunning worden aangevraagd.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in 11.5.1 wordt slechts verleend indien:
Indien het bevoegd gezag voornemens is om aan de omgevingsvergunning voorwaarden te verbinden als bedoeld in 11.5.1 onder a, wordt de deskundige van de bevoegde overheid (Regioarcheoloog) om advies gevraagd. Bij een negatief advies wordt de omgevingsvergunning niet verleend.
Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen in die zin dat de bestemming 'Waarde - Archeologie' van de verbeelding wordt verwijderd, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Alvorens de in 11.6.1 bedoelde wijziging wordt toegepast, wordt deskundig advies gevraagd aan de regioarcheoloog.
De voor 'Waarde – Ecologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, primair bestemd voor het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van de ter plaatse aanwezige ecologische waarden in de vorm van een monumentale boom.
Indien strijd ontstaat tussen het belang van de bescherming van de natuurwaarde en/of ecologische waarde als bedoeld in dit artikel en het bepaalde in de overige artikelen dan prevaleert de bestemming 'Waarde – Ecologie 2'.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde – Ecologie 2' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 12.3 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden als bedoeld in 12.3 zijn slechts toelaatbaar, indien:
De voor 'Waarde – Ecologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, primair bestemd voor het behoud, herstel en/of de ontwikkeling van de ter plaatse aanwezige ecologische waarden in de vorm van een beeldbepalende boom.
Indien strijd ontstaat tussen het belang van de bescherming van de natuurwaarde en/of ecologische waarde als bedoeld in dit artikel en het bepaalde in de overige artikelen dan prevaleert de bestemming 'Waarde – Ecologie 3'.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Ecologie 3' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in 13.3 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden als bedoeld in 13.3 zijn slechts toelaatbaar, indien:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden gelden, behoudens in de regels van hoofdstuk 2 opgenomen uitzonderingen (artikelen 11, 12 en 13), geen beperkingen.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in de regels van hoofdstuk 2 opgenomen uitzonderingen op ondergrondse bouwwerken, de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om middels een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 15.1.2, sub b voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 10 meter onder peil onder de voorwaarde dat:
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen mogen in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 uitsluitend worden overschreden door:
Tenzij in Hoofdstuk 2 expliciet is voorzien in een andere regel ten aanzien van de aanwezigheid van voldoende parkeergelegenheid, geldt de volgende regeling:
Parkeergelegenheid die is gerealiseerd om te voorzien in voldoende parkeergelegenheid dient in stand te worden gehouden.
Indien niet op grond van een andere bepaling van de regels een omgevingsvergunning voor afwijken kan worden verleend, kunnen burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor afwijken verlenen van de desbetreffende bepalingen van het plan voor overschrijding van de in het plan voorgeschreven maatvoerings- en situeringseisen met ten hoogste 10% onder de voorwaarde dat de verhoging/ overschrijding geen onevenredige aantasting tot gevolg mag hebben van:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning voor afwijken verlenen van het bepaalde in Hoofdstuk 2 voor het oprichten van een antenne-installatie onder de volgende voorwaarden:
Indien niet op grond van de voorgaande regels een omgevingsvergunning voor afwijken kan worden verleend, zijn burgemeester en wethouders bevoegd een omgevingsvergunning voor afwijken te verlenen van de desbetreffende bepalingen van het plan voor:
indien er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten aanzien van:
De in dit lid genoemde criteria gelden in ieder geval als (mede)toetsingskader voor het stellen van nadere eisen, het verlenen van afwijkingen en het wijzigen van het plan.
Ten aanzien van de stedenbouwkundige en beeldkwaliteit kan rekening gehouden worden met de volgende aspecten:
Ten aanzien van de milieukwaliteit kan rekening gehouden worden met de volgende aspecten:
Ten aanzien van de verkeersveiligheid kan rekening gehouden worden met de volgende aspecten:
Ten aanzien van de sociale veiligheid kan rekening gehouden worden met de volgende aspecten:
Ten aanzien van de brandveiligheid en rampenbestrijding kan rekening gehouden worden met de volgende aspecten:
Ten aanzien van het woon- en leefklimaat kan rekening gehouden worden met de volgende aspecten:
Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 Awb van toepassing.
Bij toepassing van een afwijkingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, is de in hoofdstuk 4 van de Awb en zijn de artikelen 3.1, 3.8 en 3.9 van de Wabo geregelde procedure van toepassing.
Indien toepassing van het overeenkomstig 20.2 in het plan opgenomen 'overgangsrecht gebruik' zou kunnen leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruikten in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan, kan de gemeenteraad met het oog op beëindiging op termijn van die met het bestemmingsplan strijdige situatie, in het plan persoonsgebonden overgangsrecht opnemen.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan “Centrum Chaam 2016”.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van ………… |
|
de griffier, | de voorzitter, |
................................ | ................................ |