direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Paraplubestemmingsplan Horeca/hotel Westland
Status: concept
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1783.OHORECAobp-ON01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Gemeente Westland wil regie houden op de vestiging van (tijdelijke) arbeidsmigranten. Deze vorm van huisvesting verdient een eigen juridisch-planologische regeling. Het betreft in feite 'short stay' waarbij het met name gaat om huisvesting van enkele weken tot enkele maanden. Duidelijk is dat de bestemming "wonen" en de bestemming "horeca/hotel" daartoe niet passend zijn.

Een bestemming "wonen" gaat uit van permanente bewoning en is daarom niet geschikt. Een bestemming 'horeca/hotel" is evenmin geschikt, omdat hier wordt uitgegaan van kortstondig verblijf. Om de kamergewijze bewoning van woningen te reguleren, is het paraplubestemmingsplan "wonen Westland" vastgesteld. Om eveneens de bestemmingen horeca/hotel te reguleren, wordt dit paraplubestemmingsplan "horeca/hotel Westland" vastgesteld.

1.2 Ligging plangebied

afbeelding "i_NL.IMRO.1783.OHORECAobp-ON01_0001.png"

Plangebied bestemmingsplan horeca/hotel Westland

Dit paraplubestemmingsplan geldt voor het hele grondgebied van Westland, behalve dat van de bestemmingsplannen Glastuinbouwgebied Westland, Glastuinbouwgebied Boomawatering, bestemmingsplan Poelzone en bestemmingsplan Groene Schakel. Het plan is van toepassing binnen de rode gebieden.

1.3 Geldend bestemmingsplan

Voorliggend bestemmingsplan is een paraplubestemmingsplan. Het gaat hierbij om een bijzondere variant op een gewoon bestemmingsplan. Een bestemmingsplan herziet of vervangt het voorheen geldende bestemmingsplan en voorziet dan in een volledig planologisch juridisch kader door middel van een verbeelding met bestemmingen en bijbehorende regels.

Dit paraplubestemmingsplan heeft echter een ander doel en een andere werking. Het plan hangt als het ware als een paraplu over alle bestemmingsplannen binnen het plangebied heen en geeft een regeling voor de definities van horeca, hotel en bed & breakfast binnen de Westlandse bestemmingsplannen.

1.4 Leeswijzer

Het bestemmingsplan horeca/hotel bestaat uit een toelichting en planregels. De toelichting is als volgt opgebouwd. In Hoofdstuk 2 komen achtergrond en beleid aan de orde. In Hoofdstuk 3 worden onderzoeken behandeld. In Hoofdstuk 4 wordt dieper ingegaan op de planvorm en de achtergrond bij de regels die zijn opgenomen voor de verschillende bestemmingen. Tot slot wordt in Hoofdstuk 5 ingegaan op de economische en de maatschappelijke uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan.

Hoofdstuk 2 Gebiedsvisie

2.1 Beleidskader

In dit hoofdstuk is het relevante beleid samengevat.

2.1.1 Gemeentelijk beleid

Gemeente Westland wil graag grip houden op de plekken waar al dan niet huisvesting van (tijdelijke) arbeidsmigranten wordt toegestaan, de reguliere horeca/hotel bestemming is hier niet het juiste instrument voor. Enerzijds omdat het juridisch-planologisch niet de juiste basis is (dat is bv. de bestemming "arbeidsmigranten hotel"), het betreft immers een andersoortig gebruik, anderzijds omdat een bestaande reguliere horeca / hotel bestemming bedoeld is voor (kortstondig) toerisme, een economische activiteit die beschermd moet worden.


Het gaat echter niet alleen om mogelijkheden binnen de omschrijving 'hotel', het gaat breder om het horeca begrip: 'verstrekken van nachtverblijf / logies', zodat ook andere planologische mogelijkheden onderzocht (moeten) worden. Nachtverblijf en logies zijn synoniemen, in het vervolg wordt de term nachtverblijf gebruikt.


Bestemming Horeca / Staat van Horeca-activiteiten

Het verstrekken van nachtverblijf is mogelijk op grond van een horeca bestemming, op grond van een horeca aanduiding binnen een andere bestemming of op grond van een specifieke aanduiding als 'hotel', 'pension' of 'bed & breakfast'. Alle bestemmingsplannen van Westland zijn op deze bestemmingen en definities bekeken. De bestemming of aanduiding horeca is altijd gekoppeld aan een zogenaamde "Staat van Horeca-activiteiten".


Alle Staten van Horeca-activiteiten die als bijlage van een Westlands bestemmingsplan zijn opgenomen kennen drie categorieën: 1. lichte horeca, 2. middelzware horeca en 3. zware horeca. Het onderscheid zit hem vooral in de openingstijden en de hoeveelheid bezoekers: lichte horeca is overwegend overdag en 's avonds geopend, middelzware horeca overwegend ook delen van de nacht en de zware horeca (ook) 's nachts en dan voor een groot aantal bezoekers.


Lichte horeca ziet op de verstrekking van etenswaren, maaltijden en dranken al dan niet in combinatie met het tegen vergoeding verstrekken van nachtverblijf. Middelzware horeca kan bestaan uit lichte horecabedrijven die gelet op de aard van hun omgeving ook delen van de nacht open zijn en ziet hoofdzakelijk op de verstrekking van dranken al dan niet in combinatie met het verstrekken van etenswaren en maaltijden. Zware horeca ziet eveneens op het laatste.


Het verstrekken van nachtverblijf hoort dus bij de lichte horeca, die vervolgens is ingedeeld in drie categorieën: 1a. aan detailhandel verwante horeca, 1b. overige lichte horeca en 1c. bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking, waaronder verstaan bedrijven zoals genoemd onder 1a en 1b met een vloeroppervlak van meer dan 250/400 m2.


In een paar gevallen is een hotel, pension of bed & breakfast opgenomen onder categorie 1 (zonder dat er een verdere verdeling van die categorie is), maar in het overgrote gedeelte van de gevallen is een hotel, pension of bed & breakfast opgenomen in categorie 1b. Zou het betreffende nachtverblijf groter zijn dan 250 dan wel 400 m2, wordt het categorie 1c. Het is dus afhankelijk van de in het bestemmingsplanvoorschrift opgenomen categorie wat op die betreffende plek is toegestaan.


Definitie horeca / verstrekken van nachtverblijf

De meeste Westlandse bestemmingsplannen kennen dezelfde definitie van 'horeca' en een aantal kennen een daarvan licht afwijkende vorm, maar komen eigenlijk op hetzelfde neer. De meest gangbare definitie is: "het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf." De varianten zien soms op een 'horecabedrijf' in plaats van horeca en hebben dan als definitie: "een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van logies en/of ter plaatse te nuttigen voedsel en of dranken en/of het exploiteren van zaalaccommodatie." Feitelijk hetzelfde, maar in een andere volgorde.

In de Staten van Horeca-activiteiten worden zoals gezegd verschillende categorieën bedrijven toegestaan, waarbij ook bedrijven expliciet genoemd worden. Er zijn Staten van Horeca-activiteiten die de categorie benoemen en dan met een dubbele punt een opsomming van mogelijke bedrijven geven. Andere Staten van Horeca-activiteiten benoemen hetzelfde, maar geven dan nog aan dat het gaat om bedrijven "zoals", waarna een opsomming volgt.


Dit wordt aangehaald omdat het relevant is of deze opsomming van bedrijven al dan niet uitputtend bedoeld is. Zou dat het geval zijn, dan zijn alleen bedrijven als genoemd in de opsomming mogelijk. Het verstrekken van nachtverblijf is dan slechts mogelijk in bijvoorbeeld een hotel, bed & breakfast of pension (als zij in de opsomming opgenomen zijn). Echter, omdat vooral de openingstijden en de te verwachten hinder van horecabedrijven bepalend zijn voor de categorie waarbinnen een bedrijf valt en niet zozeer het 'label' dat op het bedrijf kan worden geplakt, moeten we aannemen dat de opsomming van bedrijven niet uitputtend bedoeld is.


Alle bestemmingsplannen binnen het plangebied met een horecabestemming of -aanduiding van tenminste categorie 1b van de Staat van Bedrijfsactiviteiten maken zodoende "het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf" mogelijk, ongeacht in welke bedrijfsvorm dat plaatsvindt. Het verstrekken van nachtverblijf wordt niet aan verdere beperkingen gekoppeld, zodat het onduidelijk kan zijn of ook huisvesting voor (tijdelijke) arbeidsmigranten mogelijk is. Dit speelt en speelde bij meerdere gemeenten, zodat er de nodige jurisprudentie op dit gebied is.


In een zaak waarin onder de bestemming 'horeca, het verstrekken van nachtverblijf en/of van het ter plaatse nuttigen van voedsel en dranken', kamergewijze verhuur aan arbeidsmigranten plaatsvond, was aangevoerd dat dit in strijd met de bestemming was, omdat de arbeidsmigranten ook overdag ter plaatse verbleven, er enkele maanden verbleven en er ook geen voedsel en drank werden verstrekt. Hierop oordeelde de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) dat onder het verstrekken van nachtverblijf mede wordt begrepen het verstrekken van verblijf overdag en 's avonds, voor zover dit aan het verstrekken van verblijf gedurende de nacht is verbonden. Het feit dat buitenlandse arbeidsmigranten gedurende enkele maanden in het pand verblijven, maakt niet dat de kamergewijze verhuur niet onder de begripsomschrijving van horecabedrijf valt, nu zij hun hoofdverblijf elders hebben. Het verstrekken van nachtverblijf zonder het verstrekken van consumpties wordt onder horecabedrijf begrepen (ABRvS 14-10-2015, ECLI:NL:RVS:2015:3162). Hieruit volgt dat inderdaad huisvesting van arbeidsmigranten binnen de algemene bestemming 'horeca' mogelijk zou zijn.


In een zaak waarin een "kamergewijze bewoning" (gebaseerd op de bestemming 'wonen') was toegelaten, voerde het college van Utrecht aan dat de woonbestemming huisvesting van tijdelijke arbeidsmigranten niet mogelijk maakte. Huisvesting van tijdelijke arbeidsmigranten zou immers moeten worden opgevat als "logies" (verstrekken van nachtverblijf). De ABRvS overwoog dat in deze geen sprake was van logies. Bij logies behorende faciliteiten zoals gemeenschappelijke maaltijdverstrekking ontbraken en de kamers werden niet louter aangeboden om te overnachten. Gemeente Utrecht had nog aangevoerd dat de mensen 3 a 4 maanden in de kamers verbleven, terwijl ze ook nog een woonadres in Polen hadden en dat de kamers onpersoonlijk waren ingericht met weinig persoonlijke eigendommen, zodat geen sprake kon zijn van kamergewijze bewoning, maar juist van logies. De Afdeling overweegt dat op grond van die omstandigheden niet kan worden vastgesteld dat het pand voor logies werd gebruikt en niet voor kamerbewoning (ABRvS 14-08-2019, ECLI:NL:RVS:2019:2761).


Relevant voor de vraag of er sprake is van logies zijn hier faciliteiten als gemeenschappelijke maaltijdverstrekking en de vraag of kamers alleen worden aangeboden om te overnachten. Is dat niet het geval, is er geen sprake van "het verstrekken van nachtverblijf", maar zou er sprake kunnen zijn van kamergewijze bewoning.


Gelet op het vorenstaande is het wenselijk de definitie van "horeca: het verstrekken van nachtverblijf" in ieder geval aan te passen aan de criteria gemeenschappelijke maaltijdverstrekking en de mogelijkheid dat kamers alleen worden aangeboden om te overnachten. Hier wordt nader op ingegaan nadat de drie mogelijke bedrijven voor het verstrekken van nachtverblijf uit de Staten van Horeca-activiteiten, te weten hotels, pensions en bed&breakfast, besproken zijn.


(Definitie) hotel

In alle Staten van Horeca-activiteiten wordt het hotel genoemd als mogelijke "verstrekker van nachtverblijf" (en tevens het verstrekken van maaltijden en dranken en het exploiteren van zaalaccommodatie). De ABRvS heeft in ieder geval uitgemaakt dat permanente bewoning in strijd is met de bestemming horeca / hotel (ECLI:NL:RVS:2017:2345), maar kan een hotel voor het huisvesten van (tijdelijke) arbeidsmigranten gebruikt worden?


Het overgrote gedeelte van de bestemmingsplannen van Westland voorziet niet in een definitie van het begrip hotel. In dat geval sluit de ABRvS aan bij hetgeen in het algemeen spraakgebruik daaronder wordt verstaan, zoals dat door "Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse taal" wordt omschreven (ABRvS 4-10-2017, ECLI :NL:RVS:2017:2684).


Van Dale geeft als definitie van 'hotel': gebouw waarin reizigers tegen betaling op een kamer kunnen overnachten. Een reiziger is iemand die reist en dat veronderstelt een bepaalde kortstondigheid. Het is goed overeind te houden dat een hotelkamer gebruiken voor langere tijd, omdat arbeid in de buurt wordt verricht, niet valt onder het gebruik van de kamer als 'reiziger'.


Uitspraken van de ABRvS bevestigen dit. Bij de in Van Dale gegeven omschrijving van gebruik als hotel gaat het om verblijf van korte duur. Langdurig verblijf kan daarom niet onder gebruik als hotel worden begrepen. De omstandigheid dat verblijf van niet meer dan 6 maanden niet als woonverblijf zou kunnen worden aangemerkt, betekent niet dat dat verblijf dan moet worden aangemerkt als hotelverblijf (ABRvS 19-9-2018, ECLI:NL:RVS:2018:3029).


Ook in een andere uitspraak wordt gesteld dat de periode waarvoor het nachtverblijf wordt verstrekt een rol speelt bij de beoordeling van het hotel. In dit geval ging het om verblijf van een maximale aaneengesloten periode van drie maanden. Een hotelbedrijf verstrekt in het algemeen nachtverblijf voor beperktere duur. Dat in voorkomende gevallen personen langdurig in een hotel verblijven, doet hieraan niet af. Dat betreft uitzonderingsgevallen (ABRvS 14-3-2018, ECLI:NL:RVS:2018:823). Bij een verblijf van enkele weken oordeelde de ABRvS ook dat geen sprake was van verblijf van korte duur (ABRvS 13-8-2014, ECLI:NL:RVS:2014:3017).


Op basis van deze rechtspraak lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat de (tijdelijke) huisvesting arbeidsmigranten niet als 'hotel' plaats kan vinden, maar het gaat niet alleen om de kortstondigheid, ook om de manier van exploitatie en de inrichting van het gebouw. De aard van het verblijf, zakelijk of toeristisch, is niet van belang. Dat een pand beschikt over een gezamenlijke entree, receptie en keuken, in het pand personeel aanwezig is en het pand bouwtechnisch niet geschikt is voor bewoning, maken ook nog niet dat er sprake is van een hotel. Roomservice, dagelijkse schoonmaak van kamers en beddenopmaak maken wel verschil (zelfde uitspraak als hierboven).


Verder speelt een rol of er een bar of restaurant is waar tegen vergoeding spijzen en/of dranken worden gebruikt, of er een ruimte is voor het nuttigen van ontbijt, lunch of diner, en of er een mogelijkheid is ter plaatse een kamer te reserveren of te betalen. Wanneer gasten zelf hun eten en drinken verzorgen of wanneer er eigen of gedeelde keukens op de kamers aanwezig zijn, is dat een aanwijzing dat er geen sprake is van een hotel (ABRvS 7-3-2016, ECLI:NL:RVS:2016:738 en ABRvS 20-3-2013, ECLI:NL:RVS:2013:BZ4961).


De bestemmingsplannen Het Nieuwe Water, Gemeentehuis 's Gravenzande ('s Gravenzande), Monster Noord, Westmade (Monster), Poeldijk Centrum (Poeldijk) en Honderdland fase 2, 1e herziening (Maasdijk) kennen wel een definitie van het begrip 'hotel'. Een hotel is dan meestal gedefinieerd als: "een bedrijf dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van nachtverblijf en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken (daaraan) ondergeschikt is." In andere definities is ook nog opgenomen: "en/of het exploiteren van zaalaccommodatie."

In het bestemmingsplan Honderdland fase 2 was een hotel in eerste instantie gedefinieerd als: "een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met - al dan niet - als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en dranken voor consumptie ter plaatse. (Inmiddels is dit gewijzigd naar "een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) in combinatie met de nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en dranken voor consumptie ter plaatse, niet zijnde logies voor arbeidsmigranten.")


Omdat hier geen koppeling meer bestaat met het begrip 'reiziger' (Van Dale hoeft immers niet erbij gepakt te worden om het begrip hotel uit te leggen) ontstaat mogelijk onduidelijkheid of het nachtverblijf nu bedoeld is voor reizigers en/of toeristen of dat ook anderen hiervan gebruik kunnen maken. Ook de toevoeging 'per nacht' zoals in bestemmingplan Honderdland fase 2 staat er niet aan in de weg dat een kamer voor een groot aantal nachten kan worden geboekt. Echter, ook hier hanteert de ABRvS het criterium dat het verblijf voor beperktere duur is en verder ook uit het totaalbeeld moet blijken dat er sprake is van een hotelbedrijf (ABRvS 14-3-2018, ECLI:NL:RVS:2018:823).


Concluderend kan gesteld worden dat het begrip hotel, al dan niet gedefinieerd, voor kortstondig verblijf bedoeld is en ook aan inrichtings- en exploitatie eisen moet voldoen zoals: roomservice, verstrekking van consumpties en maaltijden, de mogelijkheid om ter plaatse een kamer te reserveren of te betalen. Om eventuele misverstanden te voorkomen is het wenselijk de definitie hierop aan te passen, waarbij verblijf t.b.v. tijdelijke arbeid of kamerverhuur wordt uitgesloten.

Tegenwoordig zijn ook zogenaamde 'appartementenhotels' in opkomst, een hotel dat bestaat uit een verzameling van appartementen of studio's met volledige eigen voorzieningen. Het heeft soms ook de voordelen van een hotel (schoonmaak, service en ontbijt, lunch en-of diner), maar je kunt er ook volledig zelf voorzienend verblijven. Omdat dit ook de kans op langdurig verblijf vergroot, wordt het appartementenhotel van de definitie van hotel uitgesloten.


De definitie komt dan te luiden als volgt:

hotel: een bedrijf dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van kortstondig nachtverblijf, waarbij passende voorzieningen als roomservice, dagelijkse schoonmaak en beddenopmaak en de verstrekking van consumpties en maaltijden in een restaurant (ook voor niet overnachtenden) aanwezig zijn, waarbij er geen keukens op de kamers aanwezig zijn en de mogelijkheid bestaat bij een receptie per dag een kamer te kunnen reserveren en betalen. Onder een hotel voorziening wordt niet verstaan een appartementenhotel en/of overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid of permanente kamerverhuur.


(Definitie) pension

Het begrip 'pension' is in geen enkel bestemmingsplan gedefinieerd, zodat we hiervoor aansluiting moeten zoeken naar wat daar in het normale spraakgebruik onder wordt verstaan. Een 'pension' is dan: 1. kost en inwoning tegen vaste betaling, en 2. huis waar mensen, bv. toeristen tegen vergoeding kost en inwoning hebben.


Een pension is meestal een eenvoudige logiesaccommodatie, dikwijls gevoerd door een echtpaar of een eigenaar, soms met de mogelijkheid tot gehele verzorging (volpension) voor langere termijn of voor een vakantietermijn.


Als een pension wordt gebruikt voor de huisvesting van arbeidsmigranten, dan lijkt dat te kunnen onder de horecabestemming. Kamergewijze verhuur in de vorm van een pension valt onder de begripsomschrijving van horecabedrijf, ook als buitenlandse arbeidsmigranten overdag aldaar zijn en gedurende enkele maanden in het pand verblijven, zij hebben immers hun hoofdverblijf elders. Het feit dat geen consumpties zouden worden verstrekt doet hier niet aan af (ABRvS 14-10-2015, ECLI:NL:RVS:2015:3162).


Om misverstanden te voorkomen en de reguliere horecabestemmingen te beschermen, komt er ofwel een definitie voor het begrip 'pension' die afwijkt van hetgeen daar in het normaal spraakgebruik onder wordt verstaan, ofwel een pension wordt onmogelijk gemaakt. Aangezien in Westland geen pensions gevestigd zijn en voor de kleinschalige verhuur beleid bestaat voor bed & breakfasts en recreatieve verhuur (van de gehele woning), worden pensions uitgesloten van de mogelijkheid tot het verstrekken van nachtverblijf onder de horeca bestemming.


(Definitie) bed & breakfast

In het bestemmingsplan Monster Kern is een definitie voor 'bed & breakfast' opgenomen die luidt als volgt: 'een overnachtingsaccommodatie, gericht op het tegen betaling bieden van de mogelijkheid tot een veelal kortdurend recreatief verblijf met het serveren van ontbijt, gevestigd in een hoofd- of bijgebouw en gerund door de bewoner(s) van de betreffende woning.' Het betreft hier een aanduiding die is opgenomen bij de bestemming 'wonen'. Echter is een 'bed & breakfast' ook mogelijk gemaakt onder de horecabestemming onder categorie 1b.


Ook het bestemmingsplan Poeldijk Kern kent een soortgelijke definitie van het begrip 'bed & breakfast', maar er is verder geen voorschrift te vinden waarin het begrip terug te vinden is. Alhoewel het begrip ook niet opgenomen is in de genoemde bedrijven van de Staat van Horeca-activiteiten, moeten we ervan uitgaan dat het onder de algemene lichte horeca-bestemming wel mogelijk is. Het is zowel voor Monster als Poeldijk evenwel de vraag of 'bed & breakfast' wel uitgeoefend kunnen worden binnen de horeca bestemming, omdat er een duidelijke koppeling met een woning wordt gemaakt en de bestemming horeca het wonen niet mogelijk maakt.


Hieruit volgt al dat 'bed & breakfast' eigenlijk gekoppeld hoort te zijn aan de bestemming 'wonen' en niet aan de bestemming 'horeca'. Dit volgt ook uit het bestemmingsplan Glastuinbouw, het derde en laatste bestemmingsplan waar 'bed & breakfast' gedefinieerd is: 'een kleinschalige overnachtingsaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt. Een bed & breakfast is gevestigd in een woning, niet zijnde vrijstaand bijgebouw, en wordt gerund door de eigenaar/ gebruiker van de betreffende woning. Onder een bed & breakfast voorziening wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid of permanente kamerverhuur.' Ook hier is binnen de woonbestemming een aanduiding 'bed & breakfast" opgenomen. Binnen de bestemming 'horeca' is geen verstrekken van nachtverblijf mogelijk (al wordt een hotel wel genoemd bij de Staat van Horeca-activiteiten).


In 2013 is de beleidsnotitie 'bed & breakfast gemeente Westland' vastgesteld. Uitgangspunt is dat voor woningen (burgerwoningen in het glastuinbouwgebied slechts voor zover zij gelegen zijn aan een route met toeristische waarde) die voldoen aan een flink aantal voorwaarden een omgevingsvergunning kan worden aangevraagd voor het exploiteren van een bed & breakfast.


Omdat deze categorie binnen de bestemming 'wonen' valt, wordt ook deze vorm van het verstrekken van nachtverblijf binnen de bestemming 'horeca' uitgesloten.


Met de beleidsnotitie 'bed & breakfast gemeente Westland' geldt een regeling voor de aanvraag van een omgevingsvergunning. Als voldaan wordt aan de (duidelijke) voorwaarden wordt hieraan meegewerkt. Medewerking vindt nu plaats d.m.v. de zogenaamde "kruimelregeling" wat een behoorlijk bedrag aan leges kost. Er is destijds al overwogen om dit via een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid mogelijk te maken, zodat de kosten beter te dragen zijn, dat wordt met dit bestemmingsplan gerealiseerd. In vergelijking met de eerdere beleidsnotitie wordt het aantal maximaal aanwezige gasten teruggebracht van zeven na vier om hierin gelijk op te trekken met het eerder vastgestelde beleid voor de recreatieve verhuur van woningen. Daarbij is nog expliciet bepaald dat bed & breakfast niet mogelijk is bij een eventuele woning op een bedrijventerrein.


Definitie horeca

Alles overwegende komen de definities van horeca- of horeca bedrijf, hotel en bed & breakfast te luiden als volgt:


Horeca: het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf, uitsluitend in de vorm van een hotel.


Horecabedrijf: een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf, uitsluitend in de vorm van een hotel.


Hotel: een bedrijf dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van kortstondig nachtverblijf, waarbij passende voorzieningen als roomservice, dagelijkse schoonmaak en beddenopmaak en de verstrekking van consumpties en maaltijden in een restaurant (ook voor niet overnachtenden) aanwezig zijn, waarbij er geen keukens op de kamers aanwezig zijn en de mogelijkheid bestaat bij een receptie per dag een kamer te kunnen reserveren en betalen. Onder een hotel voorziening wordt niet verstaan een appartementenhotel en/of overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid of permanente kamerverhuur.

Bed & breakfast: een kleinschalige overnachtingsaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt. Een bed & breakfast is gevestigd in een woning, niet zijnde vrijstaand bijgebouw, en wordt gerund door de eigenaar/ gebruiker van de betreffende woning. Onder een bed en breakfast voorziening wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid of permanente kamerverhuur.


Staat van Horeca-activiteiten

Westland kent grosso modo twee verschillende Staten van Horeca-activiteiten, wat tot ongewenste verschillen in toepassing van ruimtelijk beleid kan leiden. Met dit paraplubestemmingsplan komen voor alle bestemmingsplannen dezelfde Staat van Horeca-activiteiten te gelden, waarbij de toevoeging "zoals" wordt weggelaten bij de opsomming van mogelijke horecabedrijven en 'pension' en 'bed&breakfast' komen te vervallen. Een andere wijziging is nog om eetcafés en shoarmazaken / grillrooms naar categorie 2 te verplaatsen (in sommige Staten van Horeca-activiteiten is dat al zo), omdat deze ook delen van de nacht geopend zijn. Hetzelfde voor restaurants met een bezorg- en/of afhaal service, omdat deze hierdoor aanzienlijke hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken.

Hoofdstuk 3 Onderzoek

3.1 Milieu

Dit paraplubestemmingsplan heeft ten doel een nieuwe geharmoniseerde definitie van de begrippen "horeca" en "hotel" en een nieuwe Staat van horeca-activiteiten. Het is niet gericht op het toevoegen van milieugevoelige of milieubelastende functies waardoor het aspect milieu geen belemmeringen vormt voor de uitvoerbaarheid van het plan.

3.2 Water en natuur

Een aspect dat moet worden belicht in het kader van het opstellen van een bestemmingsplan, vormt de waterhuishouding. Belangrijke thema's zijn het vasthouden van hemelwater in plaats van het direct afvoeren ervan, het hergebruiken van water, zuinig omgaan met drinkwater en het beperken van de onttrekking van grondwater. Dit parapluplan voorziet niet in een uitbreiding van bebouwd oppervlak. De waterhuishouding vormt dan ook geen belemmering voor dit plan en staat de uitvoerbaarheid niet in de weg.

Bij ruimtelijke planvorming moet aandacht besteed worden aan beschermde natuurwaarden die eventueel in de directe omgeving van het plangebied zouden kunnen voorkomen. Hierbij moet onder meer worden gefocust op de aanwezigheid van beschermde diersoorten en hun verblijfplaatsen, maar ook op beschermde natuurgebieden, waaronder Natura 2000-gebieden. Aangezien dit bestemmingsplan niet leidt tot fysieke ingrepen of een intensivering van het gebruik van panden, is het plan niet van invloed op beschermde diersoorten en hun verblijfplaatsen en beschermde natuurgebieden.

3.3 Cultuurhistorische aspecten

Indien een ontwikkeling mogelijk wordt gemaakt, dient ook aandacht te worden besteed aan de vraag of deze ontwikkeling invloed heeft op de archeologische en cultuurhistorische waarden binnen het plangebied. Met dit parapluplan worden geen nieuwe bodemingrepen uitgevoerd die een negatieve invloed zouden kunnen hebben op eventuele aanwezige archeologische waarden in de bodem. De vigerende bestemmingsplannen bieden extra bescherming aan gronden indien wordt verwacht dat ter plekke archeologische waarden aanwezig zijn doordat dan archeologische dubbelbestemmingen van kracht zijn. Geconcludeerd moet worden dat dit bestemmingsplan geen invloed heeft op eventuele archeologische en cultuurhistorische waarden binnen het plangebied van dit plan.

Hoofdstuk 4 Juridische planbeschrijving

4.1 Planvorm

4.1.1 Wettelijk voorgeschreven standaardisering

De planregels en de planverbeelding van dit bestemmingsplan zijn overeenkomstig de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen als gepubliceerd door het ministerie van VROM (SVBP 2008) en als wettelijk voorgeschreven in de ministeriële Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2008 (Staatscourant 2008, nr. 377, van 30 oktober 2008).

Daarnaast zijn in de planregels de standaardregels opgenomen als geboden in artikelen 3.2.1 en 3.2.2 van het Besluit ruimtelijke ordening.

Voor uitleg van die planregels wordt verwezen naar de toelichting op het Besluit ruimtelijke ordening en de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2008, in samenhang met de jurisprudentie over die uitleg.

Voorts is de "Werkafspraak terminologie Wabo in Standaard voor Vergelijkbare bestemmingsplannen" van september 2010 verwerkt. Die werkafspraak in het kader van de ministeriële regeling is gemaakt met het oog op de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) op 1 oktober 2010.

Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid

5.1 Economische uitvoerbaarheid

Aangezien onderhavig planvoornemen geen betrekking heeft op een specifiek bouwproject zoals genoemd in artikel 6.2.1 Bro is het opstellen van een exploitatieplan niet noodzakelijk. Aan het onderhavige parapluplan zijn, behoudens de kosten voor het opstellen van het plan en het begeleiden van de procedure voor de gemeente, geen kosten verbonden. Het plan is financieel uitvoerbaar.

5.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

5.2.1 Bekendmaking en overleg

De gemeente heeft de voorbereiding van dit paraplubestemmingsplan conform artikel 1.3.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) op PM bekend gemaakt.

In de periode van PM heeft over het ontwerp van dit bestemmingsplan bestuurlijk overleg plaatsgehad als geboden in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening.

De uitkomsten van het overleg, als bedoeld in artikel 3.1.6, eerste lid, onder c., van het Besluit ruimtelijke ordening, zijn opgenomen in Bijlage 1 van deze toelichting.

5.2.2 Zienswijzen

Van PM heeft het ontwerp van dit bestemmingsplan ter visie gelegen voor het indienen van zienswijzen, als bedoeld in artikel 3.8, lid 1, van de Wet ruimtelijke ordening in verbintenis met Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

Gedurende de periode van tervisielegging zijn PM zienswijzen ingediend.

De ontvangen zienswijzen zijn beoordeeld. Voor een overzicht van de zienswijzen wordt verwezen naar Bijlage 1 van deze toelichting.