direct naar inhoud van Regels
Plan: Partiële herziening Dorpskernen 2014 beschermd dorpsgezicht Haastrecht
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1931.BP1605DK004-ON01

Regels

Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplan 'Partiële herziening Dorpskernen 2014 beschermd dorpsgezicht Haastrecht' met identificatienummer NL.IMRO.1931.BP1605DK004-ON01 van de gemeente Krimpenerwaard.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.

1.3 bestemmingsplan 'Dorpskernen 2014'

het bestemmingsplan 'Dorpskernen 2014' met identificatienummer NL.IMRO.0623.BP1450DK001-VG01 van de gemeente Vlist, zoals vastgesteld op 16 december 2014.

1.4 Commissie Ruimtelijke Kwaliteit:

de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit van de gemeente Krimpenerwaard of een andere door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen commissie van deskundigen op het gebied van cultuurhistorie en ruimtelijke kwaliteit.

Artikel 2 Reikwijdte

2.1 herziening bestemmingsplan

Dit bestemmingsplan herziet het bestemmingsplan 'Dorpskernen 2014' op de wijze zoals aangeven in de artikelen 2.2 en 2.3.

2.2 herziening verbeelding

De geometrisch bepaalde planobjecten van het bestemmingsplan 'Dorpskernen 2014' worden gewijzigd in die zin dat de geometrische planobjecten zoals opgenomen in dit bestemmingsplan als aanvulling gelden. De verbeelding van het bestemmingsplan 'Dorpskernen 2014', zoals die luidt voorafgaand aan het moment van vaststelling van dit bestemmingsplan, blijft voor het overige ongewijzigd van toepassing.

2.3 herziening regels

De regels van het bestemmingsplan 'Dorpskernen 2014' worden gewijzigd in die zin dat de regels zoals opgenomen in artikel 1.4 en artikel 3 van dit bestemmingsplan als aanvulling gelden. De regels van het bestemmingsplan 'Dorpskernen 2014', zoals die luiden voorafgaand aan het moment van vaststelling van dit bestemmingsplan, blijven voor het overige ongewijzigd van toepassing.

Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS

Artikel 3 Waarde - Cultuurhistorie 2

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Cultuurhistorie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het 'dorpsgezicht Haastrecht' in verband met de volgende waarden:

  • a. de unieke combinatie van een drietal op zichzelf waardevolle structuren:
    • 1. de dorpskern, die een goed voorbeeld is van een dijk- en damnederzetting die tijdens de ontginning van het veenweidegebied in de Middeleeuwen tot stand is gekomen en daarna in haar ontwikkeling stagneerde;
    • 2. de in oorsprong 15e-eeuwse, maar in de 19e eeuw ingrijpend gewijzigde boezemsystemen aan weerszijden van de kern, met inbegrip van de gemalen en uitwateringen in de kern, die de vroegste voorbeelden van een getrapte waterlossing representeren;
    • 3. de oorspronkelijk 17e-eeuwse en in de tweede helft van de 19e eeuw heringerichte en gaaf bewaard gebleven buitenplaats Bisdom van Vliet met huis, bijgebouwen, tuin- en parkaanleg.
  • b. de lineaire structuur van een dijk- en damnederzetting aan een rivier, met een knooppuntfunctie op de plaats waar de Vlist uitmondt in de IJssel;
  • c. de relicten van de beide boezemsystemen die Haastrecht omarmen, respectievelijk die van de Hooge Boezem aan de oostzijde van Haastrecht en de Boezem van Bergambacht aan de westzijde, waaronder de gave structuur van het eerste getrapte boezemsysteem in Nederland, met inbegrip van relicten als een molen en restanten van molens en het S.I. van Nooten-gemaal;
  • d. de buitenplaats Bisdom van Vliet met de ligging en uitstraling van het huis en de aan de overzijde van de weg liggende overtuin en park met Landschappelijke Stijl, reliëf, perspectief, ornamenten en een slingerbos in de structuur van de lokale strokenverkaveling;
  • e. de RK St. Barnabaskerk met pastorie en kerkhof, op prominente locatie, met bijzondere bouwstijl en de betekenis die zij vertegenwoordigt voor Haastrecht als katholieke enclave in een overigens Protestante omgeving;
  • f. de vele monumentale en beeldondersteunende panden en objecten die binnen het beschermd gezicht Haastrecht aanwezig zijn.

waarbij de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie 2' voorrang heeft op de andere daar voorkomende bestemming(en).

3.2 Bouwregels

Ten aanzien van de in lid 3.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:

  • a. uitbreiding van gebouwen en andere bouwwerken alsmede het oprichten van nieuwe gebouwen en andere bouwwerken is niet toegestaan;
  • b. de uitwendige hoofdvorm van bestaande bebouwing, bepaald door de goothoogte, bouwhoogte, nokrichting, dakvorm, dakhelling en gevelindeling, zoals deze was op het moment van de inwerking treding van dit bestemmingsplan, dient gehandhaafd te worden.
3.3 Afwijken van de bouwregels

3.3.1 Afwijken

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2, onder a en onder b, voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemmingen, indien de in lid 3.1 genoemde waarden niet onevenredig worden aangetast.

3.3.2 Advies

Alvorens toepassing te geven aan het bepaalde in lid 3.3.1 wint het bevoegd gezag advies in bij de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit.

3.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

3.4.1 Verbod

Het is verboden om ter plaatse van de gronden als bedoeld in lid 3.1 de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegde gezag:

  • a. het afgraven, verlagen, vergraven, ophogen of egaliseren van gronden;
  • b. het graven, dempen, dan wel verdiepen, vergroten of anderszins herprofileren van waterlopen, sloten, greppels en andere wateren;
  • c. het vellen/rooien van hoogopgaande bomen en/of beplanting;
  • d. het beplanten van gronden met bomen of andere houtopstanden.

3.4.2 Uitzonderingen

Het in lid 3.4.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. van ondergeschikte betekenis zijn, indien door het bevoegde gezag schriftelijk is medegedeeld dat daarvoor geen vergunning is vereist;
  • b. voortvloeien uit het normale onderhoud;
  • c. ter voldoening van een aanschrijving of besluit van het bevoegde gezag zijn;
  • d. ingevolge het bepaalde in de Monumentenwet reeds een vergunning is vereist.

3.4.3 Toetsingscriteria

Een vergunning als bedoeld in lid 3.4.1 wordt slechts verleend indien door de uit te voeren werken en werkzaamheden de in lid 3.1 genoemde waarden niet onevenredig worden aangetast.

3.4.4 Beperkingen

Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.4.1 onder beperkingen verlenen en voorschriften aan de vergunning verbinden ter bescherming van de in lid 3.1 genoemde waarden.

3.4.5 Advies

Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.4.1 wint zij schriftelijk advies in bij de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit.

3.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

3.5.1 Verbod

Het is verboden om ter plaatse van de gronden als bedoeld in lid 3.1 sloopwerken en/of sloopwerkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegde gezag.

3.5.2 Uitzonderingen

Het in lid 3.5.1 genoemde verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. voortvloeien uit het normale onderhoud;
  • b. ter voldoening van een aanschrijving of besluit van het bevoegde gezag zijn;
  • c. ingevolge het bepaalde in de Monumentenwet reeds een vergunning is vereist.

3.5.3 Toetsingscriteria

Een vergunning als bedoeld in lid 3.5.1 wordt slechts verleend, indien door de uit te voeren werken en werkzaamheden de in lid 3.1 genoemde waarden niet onevenredig worden aangetast.

3.5.4 Beperkingen

Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.5.1 onder beperkingen verlenen en voorschriften aan de vergunning verbinden ter bescherming van de in lid 3.1 genoemde waarden.

3.5.5 Advies

Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.5.1 wint zij schriftelijk advies in bij de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit.

Hoofdstuk 3 ALGEMENE REGELS

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Hoofdstuk 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS

Artikel 5 Overgangsrecht

5.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.
  • c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
5.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld onder a na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Partiële herziening Dorpskernen 2014 beschermd dorpsgezicht Haastrecht'.