Voordat de gemeente Gooise Meren ontstond uit de fusie van de gemeenten Bussum, Muiden en Naarden, hadden deze gemeenten elk een eigen archeologische beleidskaart of verschillende bestemmingsplannen waarin rekening werd gehouden met archeologische waarden. Het hoofddoel van de eerste generatie beleidskaarten en -nota’s was het aansluiten bij de toen nieuwe Wet op de archeologische monumentenzorg, waarin het ‘behoud in situ’ beleid is vastgelegd en is bepaald dat in bestemmingsplannen rekening gehouden moet worden met archeologische waarden in het plangebied. Als bekend is dat er archeologische sporen voorkomen in een bestemmingsplangebied, of als de mogelijkheid bestaat dat er sporen voorkomen moeten daarvoor beschermende maatregelen worden genomen in het bestemmingplan. In deze paragraaf is een -niet uitputtende- beschrijving opgenomen van de regelingen die zijn opgenomen in een aantal grotere bestemmingsplannen en van toepassing waren tot de komst van voorliggend Paraplubestemmingsplan Archeologie.
Muiden en Muiderberg
In het bestemmingsplan ‘Stad Muiden’, vastgesteld op 16 december 2010, zijn op basis van de indicatieve kaart archeologische waarden en de provinciale cultuurhistorische verwachtingenkaart twee beschermingsregimes opgenomen. Archeologisch onderzoek is vereist in het geval van de volgende werkzaamheden:
- Waarde - archeologie voor het gebied dat is aangemerkt als archeologisch monument: alle grondroerende werkzaamheden;
- Waarde - archeologische verwachting voor het gebied waar archeologische resten worden verwacht: bij gebieden groter dan 100 m² / dieper dan 50 cm beneden maaiveld.
Eenzelfde regeling is opgenomen in het bestemmingsplan ‘Muiderberg’, dat op dezelfde datum is vastgesteld.
In het bestemmingsplan ‘Landelijk gebied’, vastgesteld op 19 juni 2014, zijn zones aangegeven waarbinnen een dubbelbestemming waarde-archeologie geldt. Deze waarde is in vijf categorieën onderverdeeld. Archeologisch onderzoek is vereist in het geval van:
- Waarde 1: alle grondroerende werkzaamheden
- Waarde 2: werkzaamheden in gebieden groter dan 50 m²
- Waarde 3: werkzaamheden in gebieden groter dan 50 m² / dieper dan 35 cm beneden maaiveld
- Waarde 4: werkzaamheden in gebieden groter dan 500 m²
- Waarde 5: werkzaamheden in gebieden groter dan 2.500 m².
Naarden
In 2011 heeft de toenmalige gemeente Naarden een Archeologische beleidsadvieskaart vastgesteld met bekende en verwachte waarden.
In het bestemmingsplan ‘Vesting’, vastgesteld op 30 september 2017, zijn twee dubbelbestemmingen van toepassing conform het archeologiebeleid uit 2011. Archeologisch onderzoek is vereist in het geval van:
- Waarde archeologie: alle grondroerende werkzaamheden
- Waarde archeologische Verwachting-hoge trefkans: werkzaamheden in gebieden groter dan 50 m²/dieper dan 40 cm beneden maaiveld.
In het bestemmingsplan ‘Stedelijk gebied’, vastgesteld op 11 oktober 2017, zijn drie dubbelbestemmingen archeologie opgenomen. De regels zijn afgestemd op het archeologisch beleid voor gebieden met een middelhoge of hoge verwachtingswaarde of een bekende waarde.
- Waarde - Archeologie 1 voor bekende waarden, zijnde de voormalige molenlocaties.
- Waarde - Archeologie 2 en 3 voor het gebied Bestevaer (hoog) respectievelijk Keverdijk/Jac. P. Thijssepark (middelhoog).
Het regime luidt als volgt:
- bekende waarde: geen bodemingrepen;
- hoge verwachtingswaarde: bij plangebieden groter dan 1000 m² geen bodemingrepen dieper dan 40 cm beneden maaiveld
- middelhoge verwachtingswaarde: bij plangebieden groter dan 2500 m² geen bodemingrepen dieper dan 40 cm beneden maaiveld.
Bussum
In bestemmingsplan ‘Brediuskwartier’, vastgesteld op 11 augustus 2008, is de dubbelstemming ‘Archeologisch waardevol gebied’ opgenomen. Archeologisch onderzoek is vereist in het geval van werkzaamheden waarbij de gebieden groter dan 30 m²/dieper dan 40 cm beneden maaiveld zijn.
In het bestemmingsplan ‘Oudere Dorp’, vastgesteld op 18 maart 2010, zijn de twee dubbelbestemmingen opgenomen. Archeologisch onderzoek is vereist in het geval van:
- Waarde - Archeologie-1: werkzaamheden in gebieden groter dan 30 m² / dieper dan 40 cm beneden maaiveld.
- Waarde - Archeologie-2: werkzaamheden in gebieden groter dan 300 m² / dieper dan 35 cm beneden maaiveld.
In de bestemmingsplannen ‘Centrum’, vastgesteld op 26 september 2013, en ‘Zuidwest’, vastgesteld op 29 april 2010, is dezelfde regeling opgenomen.
In bestemmingsplan ‘Prins Hendrik-Park Het Spiegel’, onherroepelijk 10 augustus 2011, is de dubbelstemming ‘Archeologisch waardevol gebied’ opgenomen. Een archeologisch onderzoek is nodig bij werkzaamheden in gebieden groter dan 10 m²/dieper dan 35 cm beneden maaiveld.
In 2014 is voor het grondgebied van een Bussum een vlakdekkende beleidskaart gemaakt als onderdeel van de Beleidsnota cultuurhistorie Bussum. Dit kader fungeerde als archeologische onderlegger voor nieuwe bestemmingsplannen. Deze nota omvat een indeling in vijf gebieden met regimes. Met archeologie moet rekening worden gehouden:
- Gebied 1: Bij alle grondroerende werkzaamheden dieper dan 35 cm beneden maaiveld
- Gebied 2: Bij plannen van 50 m² en groter en grondroerende werkzaamheden dieper dan 35 cm beneden maaiveld (Engen, Cruijsbergen)
- Gebied 3: Bij plannen van 300 m² en groter en grondroerende werkzaamheden dieper dan 35 cm beneden maaiveld (oude kern en Achterbuurt)
- Gebied 4: Bij plannen van 3.000 m² en groter en grondroerende werkzaamheden dieper dan 40 cm beneden maaiveld.